4.1 Wet controle op rechtspersonen
Wet controle op rechts-personen
Op 1 juli 2011 is de Wet controle op rechtspersonen in werking getreden met als doel het voorkomen van misbruik van rechtspersonen, zoals faillissementsfraude. De wet maakt het mogelijk doorlopend toezicht te houden op rechtspersonen en bestuurders. Het heeft de verklaring van geen bezwaar bij oprichting van een rechtspersoon vervangen.
De dienst JUSTIS
verhoogd risico
De dienst JUSTIS van het ministerie van Veiligheid en Justitie analyseert doorlopend gegevens van instellingen, hun bestuurders en hun directe omgeving. Als uit de automatische analyse geen verhoogd risico blijkt, worden de gegevens gewist. Is dit wel het geval, dan stelt hij op basis van verschillende informatiebronnen, zoals het Handelsregister, het justitieel documentatiecentrum en de Belastingdienst, zogenoemde risicomeldingen en netwerktekeningen op. De handhavende en opsporende instanties, zoals het Openbaar Ministerie, de politie, Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) of de Belastingdienst, beoordelen vervolgens of een interventie kan volgen of dat bijvoorbeeld aanvullend onderzoek nodig is.
Risicomelding
faillissementsfraude
Een risicomelding is een rapport aan de betrokken instantie dat er een risico bestaat dat een rechtspersoon wordt misbruikt voor bijvoorbeeld het witwassen van geld of faillissementsfraude. In een netwerktekening worden de onderlinge relevante relaties tussen de bevraagde (rechts)personen en andere (rechts)personen weergegeven. Bij een faillissement van uw stichting of vereniging kunt u dus niet zo maar weer een nieuwe opstarten.
Evaluatie
risico-
meldingen
Afgelopen januari heeft de minister van Veiligheid en Justitie een evaluatie van de wet gestuurd. Om het toezicht op rechtspersonen efficiënter te laten verlopen, is de minister van plan om meer bronnen aan te sluiten, waardoor risicomeldingen gemaakt kunnen worden en onderzoeken of risicomeldingen aan meer organisaties verstrekt kunnen worden. Daarnaast bestaan er plannen voor de inrichting van een centraal meldpunt faillissementsfraude bij de FIOD en komt er een bestuurdersverbod (zie hoofdstuk 7).