U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Leidinggeven aan levensfasen2. Leeftijd, loopbaan of ­levensfasen2.5 Levensfase als invalshoek

2.5 Levensfase als invalshoek

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier MT Rendement
Publicatiedatum: september 2022

De fasen waar mensen in het leven doorheen gaan, zijn dus niet gekoppeld aan de leeftijd van een persoon. De wetenschap gebruikt het idee van een standaardverloop van het leven – leren (naar school gaan), werken, een gezin stichten en met pensioen – niet meer. Op elk moment in iemands leven, dus ongeacht de leeftijd, kan zich een bepalende gebeurtenis voordoen waardoor die persoon anders in het leven komt te staan. Leidinggeven uitsluitend op basis van de leeftijd van de werknemer is dus geen goed idee. De leeftijd zegt namelijk niet zoveel over de manier waarop iemand in het leven staat en waar de behoeften liggen. Let daarom ook op de levensfase waarin iemand zich bevindt.

Indeling

verandering

feedback

levenservaring

Bij een indeling in levensfasen kijkt u niet alleen naar de verschillen tussen medewerkers, maar ook naar de veranderingen die individuele medewerkers doormaken. Bij uw stijl van leidinggeven houdt u dus rekening met zowel de leeftijd, de generatie als de loopbaanfase. De levensfasen die worden onderscheiden zijn:

  • Oriëntatiefase: de medewerker heeft hier vooral ruimte nodig om ervaring op te doen. Verder zijn spelregels en feedback belangrijk voor de ontwikkeling.
  • Ambitiefase: de medewerker wil veel tegelijk doen (leren, gezin, carrière, vrienden). Het omgaan met al deze ambities is een uitdaging.
  • Stabilisatiefase: inzet van kennis en ervaring, mensenkennis en kennis van de organisatie is van belang voor de medewerker, net als loopbaanreflectie.
  • Balansfase: in deze fase heeft de medewerker behoefte aan werkzaamheden waarbij levenservaring en oordeelsvorming een rol spelen. Ook laten medewerkers in deze fase andere werknemers graag tot hun recht komen.
  • Verzilvering: de medewerker vraagt zich vaak af in welke rol zijn opgedane kennis en ervaring het beste van pas komt en wil hier graag nog invulling aan geven.

De levensfasen en wat dat voor u als leidinggevende betekent, komen in hoofdstuk 4, 5 en 6 aan bod. De nadruk ligt daarbij op de levensfasen (en minder op de generatie, leeftijd of loopbaan), omdat dit het meest complete beeld geeft van de eigenschappen van een medewerker.