2.2 Verschillen door de tijd

De complicerende factor is dat de levens van Jordy en Denise niet stilstaan. Door de tijd verandert de privésituatie waarin een medewerker zich bevindt. Dit zijn de tijdgerelateerde verschillen. Als manager kan het helpen om u bewust te zijn van die verschillen.

2.2.1 Voorbeeld tijdgerelateerde verschillen

ambitieus

Denise werkt nog maar pas bij deze organisatie, maar Jordy werkt hier al zijn hele loopbaan. Jordy kwam gemotiveerd en ambitieus de arbeidsmarkt op. Overwerken was geen probleem. Dat veranderde toen hij zijn vrouw leerde kennen. Hij was nu – ook onder werktijd – meer bezig met zijn privéleven. Met de komst van hun eerste kind verschoof de passie die Jordy voor zijn werk had nog meer naar zijn gezin.

Socialer

vrolijk

Het voordeel was dat Jordy zich socialer opstelde op de werkvloer. Hij vroeg niet meer alleen naar deadlines, maar ook naar de thuissituaties van collega’s. Hij was vrolijker en opener. Het nadeel was dat de focus op het werk sterk was afgenomen. Hij kwam vaak iets te laat voor de eerste vergaderingen. Overwerken en extra taken zaten er niet meer in: hij wilde vooral bij zijn gezin zijn. Jordy deed precies wat hij moest doen en niets meer, maar kwalitatief was het prima.

Scheiden

geïrriteerd

Ook dit veranderde langzaam maar zeker. Jordy trok zich meer terug op kantoor. Hij kwam geïrriteerder uit de hoek en liet steeds meer steken vallen in zijn werk. Thuis ging het niet goed: Jordy en zijn vrouw gingen scheiden. Hij kwam er alleen voor te staan, met een huis dat in zijn eentje te duur was en met inmiddels twee kinderen om voor te zorgen.

2.2.2 Verschillen meenemen bij leidinggeven

invalshoek

Het leven van Jordy geeft aan dat alleen de kenmerken van een generatie niet voldoende houvast bieden in het leidinggeven aan verschillende werknemers. Hoewel het dus wel belangrijk is deze verschillen tussen mensen uit een generatie in uw achterhoofd te houden, moet u ook de individuele en tijdgerelateerde verschillen meenemen in uw manier van leidinggeven. De vraag is dan welke andere invalshoek u hiervoor het best kunt hanteren. Er zijn meerdere mogelijkheden, zoals de leeftijd (paragraaf 2.3), de loopbaan (paragraaf 2.4) en de levensfase (paragraaf 2.5).