5.2 Energie verdelen
biologische klok
oermensen
Het kost u vanzelfsprekend energie om al uw werk tot een goed einde te brengen. Deze energie is niet alleen beperkt, maar ook geen constante factor. Daarom maakt het uit wat u op welk moment van uw werkdag doet. Onze biologische klok is nog steeds hetzelfde geprogrammeerd als die van de allereerste oermensen, die in de tropen woonden.
Het betekent voor velen dat hun energie toeneemt zolang de zon naar de hemel klimt. Zonder rekening te houden met de zomertijd, zijn zij tot 12 uur op hun best.
Dips
spijsvertering
laatste dip
Hierna volgt in ons bioritme vaak de beroemde middag- of afterlunchdip. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit niets te maken heeft met eten. Het is dus niet zo dat onze spijsvertering energie aan ons onttrekt, waardoor we het even met minder moeten doen. Dit gebeurt immers na het ontbijt ook niet. Het heeft echt met de zon te maken. In een proef waarin werknemers om tien uur, twaalf uur en om drie uur lunchten, had iedereen kort na het middaguur een energiedipje. Vanaf half twee begint het energieniveau weer een beetje te stijgen, totdat rond vijf uur een tweede en laatste dip volgt.
Rekening houden met energiecurve
sociale contact
In de praktijk is het verstandig om rekening te houden met deze energiecurve. Door bijvoorbeeld veel denkwerk in de ochtend te doen, net als vergaderingen waarin veel input en creatief denkwerk wordt gevraagd. De dip vlak na het middaguur is beter geschikt voor doewerk: voor het beantwoorden van e-mails, het plegen van telefoontjes en voor vergaderingen waarin vooral luisteren en het sociale contact met collega’s van belang is (weten waar iedereen mee bezig is).
De ochtendmens versus de avondmens
De indeling hierboven geldt in principe voor iedereen. Maar bent u een ochtend- of juist een avondmens, dan zijn er wel wat nuances in aan te brengen. De ochtendmens is al vroeg (van zes tot acht uur ’s morgens) op zijn creatieve top, de avondmens meer tussen tien en twaalf uur ‘s morgens.
Resultaat
beste krachten
Beiden kennen ongeveer rond dezelfde tijd hun middagdip. De ochtendmens heeft dan al veel werk verzet, daar komt ’s middags wat minder resultaat uit. Tijd voor routinematige klussen dus. De avondmens komt langzaam op gang en kent eigenlijk pas tussen zes en elf uur ’s avonds zijn beste werkperiode. Het is dus maar de vraag of de avondmens (en in minder mate de ochtendmens) zijn beste krachten inzet tijdens zijn werkdag, of eerder daarbuiten. Gelukkig voor uw organisatie zijn de meeste medewerkers geen van beide, of van beide een beetje.