U bent hier

7.3 Continu leren en scholingsrecht

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: april 2019

Leidinggeven aan elkaar vergt niet alleen tijd en energie; u moet ook inschatten hoe u dat doet. Juist daarom is het belangrijk dat iedereen een rol heeft in de uitvoering van projecten. Als het DB namelijk OR-leden moet motiveren én inhoudelijke adviezen uitbrengt, is dat een bijna onmogelijke taak. Een compleet nieuwe OR is daarom een pittige uitdaging voor het DB. U heeft een steile leercurve nodig om in uw zittingstermijn een productief team te creëren.

Scholingsrecht voor OR-leden

Artikel 18 WOR geeft u een wettelijk recht op scholing en ontwikkeling. Daarbij heeft u per jaar recht op minimaal:

  • vijf scholingsdagen als u OR-lid bent;
  • drie scholingsdagen als u commissielid bent;
  • acht scholingsdagen als u OR-lid én commissielid bent.

OR-jaarplan

leiderschap

Uw scholingsrecht zet u in om uw doelen te bereiken. Allereerst kijkt u welke kennis u nodig heeft voor de projecten uit uw OR-jaarplan (hoofdstuk 4) en om goed te kunnen adviseren over het ondernemingsbeleid. Vervolgens kijkt u naar de vaardigheden die nodig zijn om uw kennis te vertalen naar resultaten (hoofdstuk 2). Het derde niveau waarop u schoolt is leiderschap. Daar ligt uw focus op een soepele samenwerking in de OR. Die samenwerking bereikt u door instrumenten te leren gebruiken waarmee u continu leert. Om dat goed te doen, stelt u een scholingsplan op.