U bent hier

4.2 Discriminatievrije werkomgeving en inclusie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2021

handvatten

Een belangrijke verplichting die volgt uit de (gelijkebehandelings)wetgeving en de uitspraken van het College is de discriminatievrije werkvloer. Deze geeft u belangrijke handvatten voor inclusie. Het is belangrijk dat werknemers zich gehoord voelen. Klachten die een organisatie niet serieus neemt, zijn vaak een bron van ziekteverzuim.

Iedereen verdient gelijke behandeling

stagiairs en vrijwilligers

De gelijkebehandelingswetgeving geldt voor iedereen die onder gezag arbeid verricht. Ook stagiairs en vrijwilligers in uw organisatie genieten bescherming op grond van de gelijkebehandelingswetgeving. Daarnaast gaat de wetgeving ook over bescherming van werknemers tegen discriminatie door bijvoorbeeld klanten of patiënten.

4.2.1 Klachtregeling

pesterijen

aansprakelijk

Veel organisaties hebben een interne klachtregeling voor ongewenst gedrag waarin discriminatie niet is benoemd. Het advies is om dit wel te doen. Discriminatie op de werkvloer kan namelijk plaatsvinden in de vorm van pesterijen. Zorg ervoor dat werknemers op de hoogte zijn van de klachtregeling en organiseer een zorgvuldige, onafhankelijke klachtbehandeling. Discriminerende uitspraken van een werknemer met gezag – een meewerkend voorman, manager of leidinggevende – komen voor rekening van de werkgever. Voor discriminatie die plaatsvindt tussen werknemers is de werkgever alleen aansprakelijk als de werkgever wist of had moeten weten dat het plaatsvond en niet heeft ingegrepen.

4.2.2 Klachtbehandeling

versterken

hoor en ­wederhoor

uitspraak

Als u de klacht van een werknemer die zich gediscrimineerd voelt niet oppakt, versterkt dat het gevoel gediscrimineerd te worden. Daarom wordt de klachtbehandeling streng getoetst door het College. Tijdens een zorgvuldige klachtbehandeling past u hoor en wederhoor toe, informeert u de klager over de uitkomst van uw onderzoek en neemt u passende maatregelen als u vaststelt dat er discriminatie plaatsvond.

Niet op de persoon gericht en toch discriminatie

gezag

Een voorman deed op de werkvloer de uitspraak: ‘Ik wil geen Polen meer.’ Een werknemer van Poolse komaf voelde zich gediscrimineerd en diende een klacht in bij zijn werkgever. Volgens de werkgever wilde de voorman alleen zeggen dat hij geen team wil waarin bijna niemand Nederlands spreekt. Omdat de voorman namens de werkgever gezag uitoefende, kwam zijn uitlating rechtstreeks voor rekening van de organisatie. Daarom is er op dit punt sprake van discriminatie.

Zorgvuldigheid

De werknemer voelde zich niet gehoord door zijn organisatie en stapte naar het College. Het College kon niet vaststellen of de klacht zorgvuldig was behandeld, omdat de partijen elkaar tegenspraken. De werkgever had de klachtbehandeling niet schriftelijk vastgelegd en had dit in het kader van zorgvuldigheid wel moeten doen. Het College oordeelde daarom dat de werkgever toch verboden onderscheid heeft gemaakt.

CRM, 11 mei 2021, oordeelnummer: 2021-55

Grapjes

microagressie

OR

Zorgdragen voor een inclusieve, discriminatievrije werkvloer betekent ook dat bepaalde ‘grapjes’ niet kunnen. Soms zijn dagelijkse grapjes niet direct discriminatie, maar werknemers kunnen ze wel als kwetsend ervaren. Op de lange termijn kunnen ze daar ziek van worden. Over deze zogeheten microagressie leest u meer in paragraaf 7.3.1. Om de organisatie inclusief te houden, is het verstandig dit onderwerp regelmatig te agenderen, al dan niet in samenspraak met de vertrouwenspersoon of ondernemingsraad (OR). Die zou moeten weten of dit probleem speelt, aangenomen dat klachten hierover de vertrouwenspersoon bereiken.