U bent hier

6.2 Artikel 26 WOR

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: september 2020

verzoekschrift

Zoals u kon lezen in hoofdstuk 5 is het beroepsrecht onder artikel 26 WOR een aanvulling op het adviesrecht onder artikel 25 WOR. Het beroep kunt u instellen tijdens de opschortingstermijn, die een looptijd van één maand heeft. De opschortingstermijn start op het moment dat de bestuurder het besluit schriftelijk aan de OR heeft medegedeeld. Dat betekent dat uw OR voor het instellen van een beroep ook één maand de tijd heeft. Na die maand bent u uw kans misgelopen wat betreft artikel 26 WOR. U kunt dan alleen nog onder artikel 36 WOR een beroep instellen.

Het verzoekschrift moet zijn ondertekend door een advocaat. De OR wordt daarin vertegenwoordigd door de OR-voorzitter, aldus artikel 7 WOR. In het verzoek zijn de volgende gegevens opgenomen:

  • personalia van de OR-voorzitter en de bestuurder;
  • het besluit van de bestuurder waartegen de OR een beroep wil indienen;
  • een heldere omschrijving van het verzoek en de redenen.

6.2.1 Wanneer een beroep instellen?

onredelijkheid

‘belangrijk’ besluit

Uw OR moet bij het instellen van het beroep duidelijk aangeven welke belangen de bestuurder in het besluit onvoldoende heeft meegenomen en waarom het besluit onredelijk is. Die onredelijkheid kan samenhangen met de inhoud of met de manier waarop het besluit tot stand is gekomen. Er zijn een aantal gronden waarop uw OR een procedure kan starten.

  • Uw OR is niet in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Uw OR heeft geen mogelijkheid gehad om invloed uit te oefenen op het genomen besluit. Daarnaast komt het voor dat OR en bestuurder er niet met elkaar uitkomen of het gaat om een ‘belangrijk’ besluit (zie kader op de volgende pagina).
  • De bestuurder is de procedurele voorschriften niet nagekomen: u ontving de adviesaanvraag te laat of de bestuurder onderbouwde het afwijkende besluit onvoldoende.

Een belangrijk besluit

WOR

Volgens de WOR is een besluit belangrijk als het een niet ‘alledaags besluit’ is. Hierbij kunnen besluiten die onderlinge samenhang hebben samen ook belangrijk zijn. Echter geeft de WOR niet heel veel duidelijkheid over de definitie ‘belangrijk’. Als u in jurisprudentie duikt, vindt u meer aanknopingspunten. Stel uzelf de volgende vragen en vraag uzelf dan nog eens af of een besluit belangrijk is.

  • Wat is het gewicht van het besluit voor de organisatie?
  • Betreft het besluit de kernactiviteiten?
  • Is het besluit ‘belangrijk’ ten opzichte van de omvang en de aard van de activiteiten van de organisatie in zijn geheel?
  • Voor hoeveel werknemers heeft het besluit ingrijpende gevolgen?
  • Wat zijn de eventuele gevolgen voor de omzet en afzet van de organisatie?

6.2.2 Verzoek aan de kantonrechter

besluit 
intrekken

Uw OR kan de rechter een aantal zaken verzoeken. Zo kunt u de rechter vragen om de bestuurder de verplichting op te leggen om het besluit – in zijn geheel of gedeeltelijk – in te trekken. Daarnaast kunt u vragen om de gevolgen van het besluit ongedaan te maken.

uitspraak

Stel, uw bestuurder wil drie werknemers ontslaan wegens bedrijfseconomische redenen. Hij vindt dit geen belangrijk besluit, omdat het maar gaat om drie van de vijfhonderd werknemers. De OR vindt het wel een belangrijk besluit, omdat het ingrijpende gevolgen heeft voor de werknemers. Omdat de OR geen adviesaanvraag heeft ontvangen, doet de raad een verzoek bij de rechter om een uitspraak te doen of het wel of niet gaat om een belangrijk en dus adviesplichtig besluit volgens artikel 25 WOR. Daarnaast vraagt de OR de rechter om de bestuurder te verbieden handelingen te verrichten die uitvoering geven aan het besluit.

Naast het intrekken van een besluit kunt u de rechter ook vragen om de bestuurder een verbod op te leggen handelingen te verrichten die uitvoering geven aan het besluit, of een deel daarvan. Dit kunt u ook vragen voor de duur van de procedure.

6.2.3 Het verloop van de procedure

verweerschrift

geen nieuwe redenen

Nadat uw OR de bestuurder op de hoogte heeft gesteld van het ingestelde beroep middels een afschrift van het verzoekschrift, krijgt de bestuurder de kans om een verweerschrift in te dienen. In dit verweerschrift mag geen informatie staan die nieuw is voor uw OR. De bestuurder kan namelijk geen andere redenen inbrengen voor het nemen van het besluit dan de redenen die hij bij uw OR bekend heeft gemaakt. Dat er geen nieuwe redenen aangevoerd mogen worden dan de redenen die bekend zijn bij de andere partij geldt ook voor uw OR.

onderzoek naar feiten

Er vindt eerst een openbare, mondelinge zitting plaats. De OK doet zelfstandig een onderzoek naar de feiten en zal daarin beide partijen horen. Er volgen eventueel meerdere zittingen en daarna doet de OK een uitspraak.

Bestuurder heeft beleidsvrijheid

beleidsvrijheid

Het is goed om te beseffen dat de uitspraak van de OK niet gaat over wat de bestuurder anders of beter had kunnen besluiten in de situatie. Er is sprake van enige vrijheid van de bestuurder om besluiten te kunnen nemen om de organisatie verder te brengen.

Grens

Dit is de zogeheten beleidsvrijheid. Uiteraard zit hier wel een grens aan en als de bestuurder deze grens over gaat, zal de OK hier zeker een uitspraak over doen.