U bent hier

5.4 Andere mogelijkheden

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: september 2020

SER

intern

De stap naar de rechter is voor veel ondernemingsraden een te grote stap. Eind 2019 deed de bedrijfscommissie van de Sociaal-Economische Raad (SER) onderzoek naar de manier waarop ondernemingsraden interne en externe conflicten oplossen. Conflicten tussen OR en bestuurder komen vaker voor dan het aantal keren dat een OR een gerechtelijke procedure start. In 2018 zijn er dertien zaken onder het adviesrecht behandeld in de Ondernemingskamer. In Nederland gaan ondernemingsraden dus niet heel snel naar de rechter. De meeste conflicten worden intern opgelost, slechts 14% van de respondenten in het onderzoek geeft aan niets te doen aan het conflict. Maar ook de WOR biedt verschillende mogelijkheden om een conflict op te lossen. Een belangrijke aanmerking is dat deze mogelijkheden veelal gericht zijn op inhoudelijke conflicten.

5.4.1 Advies van een deskundige

deskundige

U kunt een – interne of externe – deskundige uitnodigen in de vergadering. U kunt bijvoorbeeld een pensioenadviseur of jurist vragen om mee te kijken met een inhoudelijk onderwerp, of een adviseur die meekijkt bij bepaalde processen. Het is op basis van artikel 16 WOR dus ook goed mogelijk om een deskundige uit te nodigen om te helpen bij het oplossen van niet-inhoudelijke conflicten. Dat zijn conflicten over onderwerpen in het kader van het informatierecht, adviesrecht en instemmingsrecht.

U kunt een deskundige slechts inschakelen op een specifiek onderwerp, het is niet mogelijk om één of meerdere vaste adviseurs te verbinden aan uw OR.

Er zijn een aantal belangrijke ‘spelregels’ verbonden aan het inschakelen van een deskundige:

  • Eventuele kosten voor de raadpleging van de deskundige die u niet kunt of niet wilt betalen vanuit uw OR-budget, komen voor rekening van uw bestuurder.
  • U dient de kosten voorafgaand aan het inschakelen van de deskundige aan uw bestuurder te melden.

5.4.2 Opschortingstermijn en nietigverklaring

uitvoering stoppen

Tijdens de behandeling van een advies- of instemmingsaanvraag kan het voorkomen dat u er met de bestuurder niet uitkomt. U bent dan nog niet volledig buitenspel gezet als uw bestuurder uw advies niet overneemt, naast zich neerlegt of überhaupt niet om advies vraagt. Het adviesrecht en instemmingsrecht kennen een mogelijkheid om uitvoering van het besluit te stoppen.

Opschortingstermijn adviesrecht

geen advies uitgebracht

U kunt binnen het adviesrecht gebruikmaken van de opschortingstermijn. De opschortingstermijn gaat in op de dag dat uw bestuurder schriftelijk heeft medegedeeld dat hij uw advies gedeeltelijk of helemaal niet overneemt. Het kan ook voorkomen dat u geen advies heeft uitgebracht. Ook dan kunt u gebruikmaken van het opschortingstermijn. De termijn gaat dan in op het moment dat u voor het eerst hoort van het adviesplichtige besluit.

beroep

Wat houdt de opschortingstermijn in?

  • De duur van de opschortingstermijn is één maand.
  • In deze periode mag de bestuurder geen uitvoering geven aan het besluit.
  • Formeel is deze periode bedoeld om u met uw OR te beraden over het instellen van een beroep bij de Ondernemingskamer. Praktisch gezien kunt u deze maand ook gebruiken om opnieuw in overleg te gaan met de bestuurder of opnieuw te onderhandelen over de niet opgevolgde adviezen en zo een gang naar de rechter voorkomen.

Formeel vervalt de opschortingstermijn als u besluit geen gebruik te maken van uw beroepsrecht. Als de bestuurder toch uitvoering geeft aan zijn besluit, kunt u een kortgedingprocedure starten bij de voorzieningenrechter.

Nietigverklaring instemmingsrecht

één maand

Ook het instemmingsrecht kent een procedure voor de situaties waarin uw OR niet om instemming is gevraagd of als de bestuurder toch uitvoering geeft aan het besluit, terwijl uw OR geen instemming heeft verleend. Een regeling is in beginsel nietig als deze niet met instemming van uw OR tot stand is gekomen. Uw OR kan dan een beroep doen op nietigheid. Hiervoor geldt een termijn van één maand. U kunt besluiten om de gang naar de rechter te maken of u kunt opnieuw in gesprek gaan met uw bestuurder.

5.4.3 Bemiddeling van de bedrijfscommissie

bemiddelen

U kunt ook overwegen om gebruik te maken van de bedrijfscommissie. De bedrijfscommissie is onderdeel van de SER en heeft als taak om te bemiddelen bij geschillen tussen OR en bestuurder. Omdat de bedrijfscommissie geen bindende juridische uitspraak doet, is het een laagdrempelige stap bij het oplossen van conflicten. Zie ook paragraaf 4.6.

5.4.4 Opschalen in gesprek

baas

Als u in het gesprek met de bestuurder niet tot een oplossing komt, heeft u de mogelijkheid om het overleg met de bestuurder op te schorten. U kunt dan in gesprek gaan met de ‘baas’ (de raad van toezicht of de raad van commissarissen van de bestuurder) en met hen tot een oplossing proberen te komen om het overleg met de bestuurder te hervatten.

Een vergaande stap is het opzeggen van het vertrouwen in de bestuurder. Deze mogelijkheid heeft u als er volgens uw OR sprake is van disfunctioneren van de bestuurder. U richt uw motie dan richting de toezichthouders van de organisatie.

5.4.5 Uitsluiting of schorsing van een OR-lid

ordeverstoring

Het kan voorkomen dat een OR-lid zich dusdanig gedraagt dat het werkzaamheden van de OR ernstig belemmert. Hierbij kunt u denken aan ordeverstoring of opzettelijk lekken van informatie. Het is mogelijk om op basis van artikel 13 WOR een verzoek bij de kantonrechter in te dienen om een OR-lid tijdelijk te schorsen of zelfs helemaal uit te sluiten van de ondernemingsraad.