10.2 Hoeveel verlof
ten gunste van werknemers
De wet geeft uw werknemers recht op maximaal zes aaneengesloten weken adoptie- en pleegzorgverlof. Tot 2019 was dit verlof nog maximaal vier aaneengesloten weken. Werknemers kunnen voor een kortere verlofperiode dan die zes weken kiezen. U kunt alleen ten gunste van de werknemers afwijken van de wet en een langere verlofperiode met hen afspreken.
U mag de verlofdagen niet afboeken van het vakantiesaldo van de werknemer. De opbouw van vakantiedagen loopt – bij wijze van uitzondering (zie paragraaf 2.2) – tijdens het verlof ook gewoon door.
De partner van de werknemer heeft hetzelfde recht op adoptie- en pleegzorgverlof, als hij tenminste ook in loondienst werkt. De partners hoeven het verlof verder niet tegelijk op te nemen.
Opnemen
bewijsstuk
Werknemers moeten het adoptie- of pleegzorgverlof minimaal drie weken voor de gewenste aanvang bij u aanvragen. Bij die aanvraag moeten zij meteen aangeven hoe zij het verlof willen opnemen. Vraag ook om een bewijsstuk waaruit de datum van adoptie of pleegzorg blijkt, want dat heeft u nodig voor het aanvragen van de bijbehorende uitkering bij UWV (zie paragraaf 10.3).
binnen 26 weken
ziek
Uw werknemers kunnen het verlof naar eigen inzicht opnemen, zolang zij dat maar binnen een periode van 26 weken doen. Ze kunnen dus bijvoorbeeld zes aaneengesloten weken adoptie- of pleegzorgverlof opnemen, of de zes weken aan verlof uitspreiden over die periode van 26 weken. U mag de gewenste spreiding van het verlof niet weigeren, tenzij u hiervoor een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft. Als de werknemer ziek wordt tijdens adoptie- of pleegzorgverlof, loopt het verlof gewoon door. De werknemer kan het verlof dus niet uitstellen vanwege de ziekte of er na herstel alsnog aanspraak op maken.
Werknemers kunnen het adoptie- of pleegzorgverlof opnemen vanaf vier weken voordat het adoptie- of pleegkind in huis komt, tot en met uiterlijk 22 weken na de komst van het kind.