10.1 Loonheffingen en sociale premies
wig
loonheffing
nettoloon
Het hiervoor genoemde verschil tussen de totale loonkosten en het nettoloon van de werknemer wordt de wig genoemd. Van tijd tot tijd behandelt de Tweede Kamer deze wig. De wig bestaat uit een werknemersdeel en een werkgeversdeel.
- D
- e werknemer betaalt over zijn brutosalaris loonbelasting als voorheffing op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De discussie ‘werk moet lonen’ gaat over het zo laag mogelijk houden van de loonheffing, over het in toom houden van de belastingdruk. Het bedrag dat na de loonheffing en eventuele andere inhoudingen (zoals voor de pensioenpremie) overblijft, is het nettoloon.
- De werkgever betaalt op zijn beurt de premies werknemersverzekeringen en betaalt hiervoor een bedrag over het brutosalaris. Om het voor de werkgever aantrekkelijk te maken om mensen in dienst te nemen, probeert de politiek dit stuk van de wig zo klein mogelijk te houden.
10.1.1 Volksverzekeringen
lopende uitgaven
De loonheffing bestaat niet alleen uit de loonbelasting, maar ook uit de premie volksverzekeringen; werknemers financieren de lopende uitgaven voor de AOW (Algemene ouderdomswet), de ANW (Algemene nabestaandenwet) en de WLZ (Wet langdurige zorg).
Verzekering of uitkering
AOW-leeftijd
Het financieringsmechanisme van de volksverzekeringen verklaart een aantal discussies, bijvoorbeeld die over de hoogte van de AOW-leeftijd. Want: hoe minder werkenden in loondienst en hoe meer AOW-gerechtigden, hoe meer premie per werknemer de overheid nodig heeft.
Potje
AOW-premie
De term ‘verzekering’ is misschien wat verwarrend. In tegenstelling tot het merendeel van de verzekeringen wordt de premie niet gebruikt om in de toekomst (schade-)uitkeringen aan premiebetalers te betalen, maar wordt de premie gebruikt om de huidige (schade-)uitkeringen te bekostigen. Iemand die jarenlang AOW-premie betaalt, bouwt geen eigen potje op, zoals bij een pensioenverzekering.
10.1.2 Werknemersverzekeringen
Werkloosheidswet
Naast de volksverzekeringen bestaan de werknemersverzekeringen: verzekeringen tegen het risico van inkomensverlies. Ook hier geldt dat de hoogte van de premies afhankelijk is van de schadelast. Zo kan de WW-premie omlaag als de werkloosheid laag is en daarom maar weinig mensen van de WW gebruik hoeven te maken. De werknemersverzekeringen gaan over de Werkloosheidwet (WW), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Ziektewet (ZW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
De WAO is al jaren geleden vervangen door de WIA. De bestaande uitkeringsgevallen moeten echter wel gefinancierd worden. Daarom is de WAO nog steeds onderdeel van de premies werknemersverzekeringen.
Zorgverzekeringswet
De werkgever betaalt voor de werknemers ook een inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Verder is er vaak een werkgeversbijdrage voor pensioen en aanverwante regelingen en kunnen er verplichte afdrachten aan sociale fondsen zijn. Denk aan fondsen vanuit de cao, die opleiding en ontwikkeling op sectorniveau stimuleren.