5.3 Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon
hogere werkgeverslasten
Uiteraard heeft het kabinet voorzien dat de wetswijziging extra kosten met zich meebrengt voor werkgevers. Het gaat niet alleen om hogere loonbedragen, maar om hogere werkgeverslasten, die een percentage zijn van het loon. De WTL heeft een compensatie voor deze extra kosten ingevoerd: de tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (het zogenoemde jeugd-LIV).
5.3.1 Tegemoetkoming per verloond uur
leeftijd
gemiddelde uurloon
Net als de tegemoetkoming in het kader van het lage-inkomensvoordeel (LIV, zie hoofdstuk 3) kent UWV het jeugd-LIV toe op basis van verloonde uren. Daarbij wordt gekeken naar twee aspecten:
- de leeftijd van de werknemer op 31 december van het voorgaande kalenderjaar;
- het gemiddelde uurloon in het kalenderjaar waarvoor de vergoeding wordt toegekend. Het gemiddelde uurloon is zijn jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren.
De uurloongrenzen voor 2020 worden pas bekendgemaakt in de rekenregels per 1 juli 2020, omdat dan pas bekend is hoeveel het wettelijk minimumloon voor jongeren in 2020 hoger is dan in 2019. De uurloongrenzen van het jeugd-LIV voor 2019 zijn als volgt:
Leeftijd op 31 december 2018 | Ondergrens | Bovengrens |
18 jaar | € 4,93 | € 6,48 |
19 jaar | € 5,82 | € 8,45 |
20 jaar | € 7,59 | € 10,05 |
21 jaar e | € 9,36 | € 10,05 |
De rol van UWV
geen verzoek
loonaangifte
UWV beoordeelt aan de hand van de polisadministratie of u in aanmerking komt voor het jeugd-LIV, voor welke werknemer en voor welk bedrag. UWV geeft dit door aan de Belastingdienst. U hoeft dus zelf geen verzoek te doen en er is geen doelgroepverklaring nodig, zoals bij de loonkostenvoordelen (LKV’s, zie hoofdstuk 4). Vul het aantal verloonde uren wel goed in. Kloppen de gegevens in de loonaangifte niet, dan loopt u het jeugd-LIV misschien helemaal of voor een deel mis.
Controleer het overzicht dat u in maart van UWV krijgt altijd goed en geef op tijd eventuele correcties door. Als u te laat bent, kan dat uw organisatie veel geld kosten! Op rendement.nl/salarisdossier leest u hoe u de berekening kunt controleren.
5.3.2 Bedragen
uitbetaling
jeugd
Voor 18-jarige werknemers jaar heeft u per 1 januari 2020 (uitbetaling in 2021) recht op een tegemoetkoming van € 0,07 (€ 0,13 in 2019) per uur, met een maximum van € 135,20. Voor 19-jarige werknemers is de tegemoetkoming € 0,08 (in 2019 € 0,16) met een maximum van € 166,40. Voor 20- en 21-jarige werknemers krijgt u respectievelijk maximaal € 613,60 (€ 0,30 per uur, in 2019 0,59) en € 946,40 (€ 0,46 per uur, in 2019 € 0,91).
Omdat 21-jarigen niet meer onder ‘jeugd’ vallen, kunt u sinds 1 januari 2020 geen jeugd-LIV meer krijgen voor deze werknemers. Als ze aan de voorwaarden voldoen, kunnen ze wel onder het LIV vallen (zie hoofdstuk 3).
De bedragen van het jeugd-LIV zijn per 1 januari 2020 (uitbetaling in 2021) gehalveerd. Het kabinet heeft namelijk besloten om de kosten van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd te dekken door het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV te beperken.
5.3.3 Toekomstplannen
gevolgen van verhoging
Het kabinet zou vóór de tweede stijging van het minimumloon onderzoeken wat de gevolgen van de verhoging zijn voor de werkgelegenheid en onderwijsdeelname van jongeren. Eind 2018 bleek dat de aanpassing weinig impact had op de arbeidsparticipatie van jongeren. Extra compensatiemaatregelen zijn volgens het kabinet dus niet nodig.
Afschaffing per 2024
Niet alleen zijn er geen extra maatregelen nodig, de compensatie voor de verhoging die in het leven geroepen is om de pijn voor werkgevers wat te verzachten, wordt in het pensioenakkoord de nek omgedraaid. Het jeugd-LIV wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft en dus voor de laatste keer uitbetaald in september 2025.