U bent hier

4.1 Socialezekerheidsverordeningen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: augustus 2017

aparte regels

afhankelijk

Er gelden aparte regels voor de zogenoemde verordeningslanden: de landen van de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland die vallen onder de Europese socialezekerheidsverordeningen 883/2004 en 1408/71. Deze EG-Verordeningen regelen dat de werknemer bij grensoverschrijding slechts onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van één land. Dit voorkomt dus een dubbele verzekeringsplicht en premieheffing, of juist dat er geen enkel socialezekerheidsstelsel geldt (al is de uiteindelijke verzekering afhankelijk van de regels van het betreffende land).

Opbouw Europese Economische Ruimte (EER)

De EER bestaat uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en de landen van de Europese Unie (EU), zijnde België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

hoofdregel

Als de werknemer de nationaliteit heeft van een verordeningsland en in één of meer verordeningslanden werkt, zijn de Verordeningen 883/2004 en 1408/71 bepalend voor welke nationale socialezekerheidswetgeving van toepassing is. Als hoofdregel geldt: verzekering in het werkland.

De toegewezen nationale socialezekerheidswetgeving bepaalt vervolgens of de werknemer verzekerd is en of hij en uw onderneming premies voor de sociale verzekeringen moet betalen. Onder voorwaarden kunnen de socialezekerheidsverordeningen ook gelden voor werknemers die niet de nationaliteit hebben van één van de verordeningslanden.

Voor de toewijzing van een socialezekerheidsstelsel wordt een ZW- en WW-uitkering gelijkgesteld aan werken. Bij andere uitkeringen – zoals op grond van de WIA of ANW – geldt deze gelijkstelling niet.

Vervangen

stapsgewijs

De (nieuwe) Verordening 883/2004 (met Toepassingsverordening 987/2009) heeft sinds 1 mei 2010 de (oude) Verordening 1408/71 (met Toepassingsverordening 574/72) stapsgewijs vervangen, en wel in de volgende stappen:

  • per 1 mei 2010 voor nieuwe situaties van grensoverschrijdende arbeid binnen de EU (Kroatië uitgezonderd);
  • per 1 april 2012 ook voor nieuwe situaties van grensoverschrijdende arbeid in de EU (Kroatië uitgezonderd) en Zwitserland, waarbij de werknemer in Zwitserland woont en/of werkt;
  • per 1 juni 2012 ook voor nieuwe situaties van grensoverschrijdende arbeid binnen de EU (Kroatië uitgezonderd), Zwitserland en andere EER-landen, waarbij de werknemer in één van de andere EER-landen woont en/of werkt;
  • per 1 juni 2013 ook voor grensoverschrijdende arbeid in de EU, waarbij de werknemer in Kroatië woont en/of werkt.

Overgang

EU

Zwitserland

restant EER

Soms geldt (de nieuwe) Verordening 883/2004 niet direct per de hiervoor genoemde ingangsdatum maar blijft (de oude) Verordening 1408/71 vanwege overgangsrecht langer van kracht. Het overgangsrecht is niet van toepassing voor situaties van grensoverschrijdende arbeid waarbij de werknemer in Kroatië woont en/of werkt, maar wel in de volgende andere situaties:

  • Overgangsrecht EU: tot 1 mei 2020 geldt onder voorwaarden de oude Verordening voor situaties waarin vóór 1 mei 2010 al sprake was van grensoverschrijdende arbeid binnen de EU (Kroatië uitgezonderd).
  • Overgangsrecht Zwitserland: tot 1 april 2022 geldt onder voorwaarden de oude Verordening voor situaties waarin vóór 1 april 2012 al sprake was van grensoverschrijdende arbeid binnen de EU (Kroatië uitgezonderd) en Zwitserland waarbij de werknemer in Zwitserland woont en/of werkt.
  • Overgangsrecht restant EER: tot 1 juni 2022 geldt onder voorwaarden de oude Verordening voor situaties waarin vóór 1 juni 2012 al sprake was van grensoverschrijdende arbeid binnen de EU (Kroatië uitgezonderd), Zwitserland en andere EER-landen waarbij de werknemer in één van de andere EER-landen woont en/of werkt.

De werknemer kan om vrijwillige toepassing van de nieuwe Verordening verzoeken bij de bevoegde instantie van het land waar hij volgens die Verordening sociaal verzekerd is. Hij kan die keuze later niet meer terugdraaien.

niet gewijzigd

Wil het overgangsrecht overigens gelden en dus de oude Verordening 1408/71 wat langer van kracht blijven, dan moet de nieuwe Verordening een ander verzekeringsland toewijzen aan de werknemer dan de oude Verordening. Ook mag de woon- en werksituatie van de werknemer niet zijn gewijzigd sinds de dag voor de ingangsdatum van de nieuwe Verordening en mag de werknemer geen verzoek om (vrijwillige) toepassing van de nieuwe Verordening hebben ingediend.

Wezen de nieuwe en oude Verordening op de ingangsdatum van de nieuwe Verordening dezelfde nationale socialezekerheidswetgeving toe aan de werknemer, dan geldt de (nieuwe) Verordening 883/2004 wel sinds de geldende ingangsdatum en vervalt het overgangsrecht.