6.3 Voorwaarden 30%-vergoeding
ader bewijs
Het scheelt u (en de werknemers) een hoop administratief gedoe als u voor onbelaste vergoeding van extraterritoriale kosten aan werknemers de 30%-regeling gebruikt. Op grond van deze regeling kunt u namelijk onder voorwaarden maximaal 30% van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking inclusief de vergoeding – dus 30/70 van het loon exclusief de vergoeding – zonder nader bewijs als onbelaste vergoeding (of verstrekking) geven voor extraterritoriale kosten. U hoeft dan dus geen bonnetjes ter onderbouwing van de vergoeding vast te leggen in uw administratie.
Als de werkelijke extraterritoriale kosten meer zijn dan de 30%-vergoeding, voldoet de 30%-regeling dus niet. U kunt dan deze totale werkelijke kosten onbelast vergoeden op grond van de gerichte vrijstelling, als aan de bijbehorende voorwaarden wordt voldaan (zie paragraaf 6.2).
Vereiste
in echte dienstbetrekking
beschikking
Omdat het ook hier om een gerichte vrijstelling gaat, is het aanwijzen van de vergoeding als eindheffingsloon sowieso een vereiste. Verder moet de werknemer bij u in echte dienstbetrekking zijn, als ‘ingekomen’ gelden en over een schaarse specifieke deskundigheid beschikken. Voor toepassing van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers heeft u bovendien een beschikking van de fiscus nodig.
Ingekomen
uit ander land aangeworven
Het begrip ‘ingekomen werknemer’ lijkt voor zich te spreken: werknemers die door uw onderneming uit een ander land zijn aangeworven. Sinds 2012 gelden voor de 30%-regeling echter niet álle werknemers die vanuit het buitenland (tijdelijk) hier komen werken als ingekomen.
inperking
Als ingekomen werknemer kwalificeren namelijk alleen die werknemers die in de 24 maanden voor hun eerste werkdag in Nederland meer dan zestien maanden – dus meer dan twee derde van de tijd – op een afstand van hemelsbreed meer dan honderdvijftig kilometer van de Nederlandse grens woonden. Door deze inperking kunt u de 30%-regeling sindsdien dus niet toepassen voor werknemers uit het grootste deel van België en Luxemburg. Ook werknemers uit Noord-Frankrijk, grote delen van Duitsland en een klein deel van het Verenigd Koninkrijk vallen buiten de regeling.
Uitzondering terugkerende werknemer
rensstreek
Er geldt een uitzondering voor werknemers die uit de Nederlandse grensstreek komen, en die na een verblijf in het buitenland weer in Nederland komen werken terwijl ze al eerder hier hebben gewerkt (waarbij de eerste werkdag van toen maximaal acht jaar geleden mag zijn). Voor deze werknemers kunt u de 30%-regeling toch toepassen. De werknemer moet dan wel in de 24 maanden voor die eerdere werkperiode in Nederland meer dan zestien maanden op meer dan honderdvijftig kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. Ook moet er tijdens de eerdere werkperiode in Nederland een beschikking voor de 30%-regeling van kracht zijn geweest, óf de werknemer moet aannemelijk maken dat hij op dat moment aan de toen geldende voorwaarden voor de regeling voldeed.
Uitzondering werknemers met doctorstitel
uitzondering
U kunt de 30%-regeling ook toepassen voor bepaalde werknemers met een doctorstitel (gepromoveerden) die bij wijze van uitzondering ook als ingekomen werknemer kwalificeren:
- Gepromoveerden die binnen een jaar na hun promotie voor uw onderneming in Nederland gaan werken. De werknemer moet hiervoor tijdens het promotieonderzoek en tussen de promotie en zijn start bij u in Nederland hebben gewoond of binnen een straal van honderdvijftig kilometer van de Nederlandse grens. Ook moet hij in de 24 maanden voor de start van zijn promotieonderzoek in Nederland meer dan zestien maanden op meer dan honderdvijftig kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond.
- Gepromoveerden die naast hun promotieonderzoek in Nederland hier een dienstbetrekking hadden en vóór de promotie een arbeidscontract van u kregen (het promoveren was een voorwaarde voor indiensttreding).
doctorstitel
De 30%-regeling kan in deze situaties pas gelden vanaf het moment dat de werknemer zijn doctorstitel behaalt.
Deskundig
aarloon
Voor gebruik van de 30%-regeling moet de ingekomen werknemer over een specifieke deskundigheid beschikken. Of dat het geval is, wordt bepaald aan de hand van zijn beloning: bij een belastbaar jaarloon exclusief de 30%-vergoeding van minstens € 37.000 (bedrag 2017) – dus een belast jaarloon van minstens € 52.857,14 inclusief de vergoeding – is er sprake van een specifieke deskundigheid.
errekenen
U moet hierbij uitgaan van het reguliere en vaste loon: variabele loonbestanddelen zoals bonussen tellen niet mee. En als het arbeidscontract met een werknemer gedurende het jaar start of eindigt, moet u zijn loon herrekenen naar een jaarloon ter toetsing aan het deskundigheidsvereiste.
lagere inkomensnorm
Voor werknemers van jonger dan dertig jaar die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben gehaald (of een gelijkwaardige buitenlandse titel) geldt een lagere inkomensnorm. Hier geldt een belast jaarloon van € 28.125 (bedrag 2017) exclusief de 30%-vergoeding – dus € 40.178,57 inclusief de vergoeding – als ondergrens voor het deskundigheidsvereiste.
De werknemers van jonger dan dertig jaar voor wie de verlaagde inkomensnorm geldt, moeten vanaf de maand waarin zij dertig jaar worden voldoen aan de hogere inkomensnorm voor voortzetting van de 30%-regeling.
Voor werknemers die in het kader van wetenschappelijk onderzoek of wetenschappelijk onderwijs bij bepaalde onderzoeksinstellingen werken, geldt geen inkomensnorm. Bij hen wordt een specifieke deskundigheid sowieso aanwezig geacht. Datzelfde geldt voor artsen in opleiding tot specialist aan bepaalde aangewezen opleidingsinstituten.
Schaars
De ingekomen werknemer moet niet alleen over een specifieke deskundigheid beschikken, die deskundigheid moet bovendien niet of nauwelijks te vinden zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt.
samenhang
Het schaarstevereiste speelt in de praktijk alleen als nagenoeg alle werknemers in een bepaalde sector voldoen aan de gestelde inkomensnorm en dus aan het deskundigheidsvereiste, zoals bij profvoetballers het geval is.
opleidingsniveau
beloningsniveau
toestemming
Voor toetsing van het schaarstevereiste kijkt de Belastingdienst in onderlinge samenhang naar de volgende punten (als dat relevant is):
- het opleidingsniveau van de werknemer (het moet gaan om hooggekwalificeerde of gespecialiseerde werknemers of een gespecialiseerde functie);
- de voor de functie relevante opgedane ervaring van de werknemer (bij meer dan twee en een half jaar ervaring in een vergelijkbare functie wordt relevante werkervaring aanwezig geacht);
- de verhouding tussen het beloningsniveau voor de functie in Nederland en dat in het land van herkomst van de werknemer (hierbij is het uitgangspunt dat de nettobeloning in het land van herkomst niet lager is dan de nettobeloning voor de functie in Nederland, de 30%-vergoeding daarbij niet meegeteld).
Beschikking
Bij ingekomen werknemers moet u om toestemming voor toepassing van de 30%-regeling verzoeken bij de Belastingdienst. U kunt deze beschikking aanvragen via het formulier ‘Verzoek 2017 Loonheffingen 30%-regeling’, te downloaden via de website belastingdienst.nl. U moet het formulier ook door de betreffende werknemer laten ondertekenen.
maximale looptijd
Zorg dat u de beschikking binnen vier maanden na aankomst van de werknemer in Nederland aanvraagt. Bij een latere aanvraag krijgt de toepassing geen terugwerkende kracht tot de start van de tewerkstelling als extraterritoriale werknemer en loopt u een stukje 30%-regeling mis.
buiten beschouwing
De maximale looptijd van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers is acht jaar, en dat is dus ook de maximale geldigheidsduur van de ontvangen beschikking. De Belastingdienst brengt op die geldigheidsduur de volgende periodes in mindering:
- eerder verblijf of werk in Nederland dat meer dan 25 jaar voor de aankomstdatum in Nederland is gestart en minder dan 25 jaar voor die aankomstdatum is geëindigd;
- eerder verblijf of werk in Nederland in de 25 jaar voor de aankomstdatum in Nederland, waarbij buiten beschouwing blijven periodes van maximaal twintig dagen per jaar waarin de werknemer in Nederland werkte en periodes van maximaal zes weken per jaar of van eenmalig maximaal drie aaneengesloten maanden waarin de werknemer in Nederland was voor vakantie, familiebezoek of andere privéredenen;
- eerder verblijf of werk in het buitenland waarbij de werknemer nog wel werknemer was.
Bij wisseling van werkgever kan de 30%-regeling onder voorwaarden doorlopen, voor zover er nog looptijd over is. Als uw werknemer bij zijn vorige werkgever de regeling liet toepassen, kunt u via het formulier ‘Verzoek 2017 Loonheffingen 30%-regeling’ om voortzetting vragen.
Aflopen
uitdiensttreding
einde deskundigheid
Net als de ingangsdatum staat ook de uiterlijke einddatum van de 30%-regeling altijd in de van de fiscus ontvangen beschikking. De regeling kan echter ook al aflopen vóór het einde van de geldigheidsduur van de beschikking:
- Bij uitdiensttreding: als de werknemer uit dienst gaat, eindigt de 30%-regeling. Hierbij geldt als laatste toepassingsdag de laatste dag van het loontijdvak ná het tijdvak waarin de laatste werkdag van de werknemer valt. Is zijn laatste werkdag bijvoorbeeld 20 augustus, dan mag u de 30%-regeling tot en met 30 september toepassen.
- Bij einde deskundigheid: gedurende de geldigheidsduur van de beschikking moet u doorlopend toetsen of nog steeds aan de inkomensnorm wordt voldaan. Komt het loon van de werknemer in een jaar onder die norm uit, dan vervalt de 30%-regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar. Als de werknemer op een later moment wel weer aan de inkomensnorm voldoet, mag u de 30%-regeling toch niet meer toepassen.
evaluatie
Let op dat u door de terugwerkende kracht bij het einde van de 30%-regeling vanwege het niet langer aanwezig zijn van een specifieke deskundigheid, u uw eerdere aangiften loonheffingen moet corrigeren!
Aanpassingen
volgende kabinet
Onlangs heeft het ministerie van Financiën een rapport met de evaluatie van de 30%-regeling bij de Tweede Kamer ingediend. Hieruit blijkt dat de regeling doeltreffend en doelmatig is. Toch worden ook enkele aanpassingen aangedragen, die met name gericht zijn op de regeling rond ingekomen werknemers:
- het verkorten van de looptijd naar vijf of zes jaar (nu acht jaar);
- het vergroten van de gestelde kilometergrens (nu 150 kilometer);
- het verlagen van het 30%-forfait voor inkomens boven de € 100.000.
Het volgende kabinet zal met deze evaluatie en de voorgestelde aanpassingen aan de slag gaan. Het is dus nog even afwachten of en zo ja, hoe de 30%-regeling op termijn wordt gewijzigd.
In paragraaf 7.3 vindt u een voorbeeld van hoe u de onbelaste vergoeding aan werknemers voor extraterritoriale kosten kunt berekenen op grond van de 30%-regeling.