U bent hier

1.4 In de loonaangifte

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: mei 2024

verschillende manieren

juiste code

Uw organisatie kan in de aangifte loonheffingen op verschillende manieren met sociale verzekeringen te maken krijgen: het doorbetalen van een uitkering, het betalen van een aanvulling op een uitkering en het betalen van een uitkering als eigenrisicodrager. Let hierbij altijd op dat de salarisadministratie de juiste Code soort inkomstenverhouding (Inkomenscode) gebruikt in de loonaangifte.

Verdient een werknemer minder dan het afgesproken loon omdat hij niet werkt door ziekte, dan is code Z (Ziekte) als Code incidentele inkomstenvermindering van toepassing. Bij 100% loondoorbetaling is deze rubriek leeg, ook als de werknemer een WIA- of ZW-uitkering krijgt.

Aandachtspunten

Hierna volgen enkele aandachtspunten voor de salarisadministratie bij situaties van het doorbetalen van een uitkering van UWV en het betalen van een aanvulling daarop, en het als eigenrisicodrager betalen van een uitkering.

hoofdregel

werkgevers­betaling

De hoofdregel is dat UWV een uitkering rechtstreeks aan de uitkeringsgerechtigde betaalt. Maar de (ex-)werknemer kan UWV machtigen om hem de uitkering via uw organisatie te betalen. Als de werknemer nog bij uw organisatie in dienst is – feitelijk: als hij loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ontvangt – is er in dat geval sprake van een werkgeversbetaling.

Bij een werkgeversbetaling ontvangt uw organisatie van UWV het brutobedrag van de uitkering, met daar bovenop de premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing ZVW. Uw organisatie wordt dus gecompenseerd voor de werkgeverslasten over de uitkering.

Voor berekening van de loonheffingen moet uw organisatie de uitkering van UWV, het loon en een eventuele aanvulling op de uitkering (zie hierna) bij elkaar optellen. Uw organisatie betaalt het totaal aan de werknemer uit.

tot en met 2026

Op een werkgeversbetaling is altijd de lage premie Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) van toepassing. Die betaling moet eigenlijk in een aparte inkomstenverhouding (IKV), maar tot en met 2026 is het nog toegestaan om de werkgeversbetaling in dezelfde IKV te verwerken als die van het reguliere loon.

Een doorbetaalde uitkering in een aparte inkomstenverhouding verwerken, voorkomt het (onterecht) mislopen van het lage-inkomensvoordeel (LIV). De uitkering telt dan niet mee in het jaarloon voor die tegemoetkomingen (tenzij het om een ZW-werkgeversbetaling gaat).

zowel loon als uitkering

Het verwerken van een werkgeversbetaling en regulier loon in dezelfde IKV betekent dat als voor het reguliere loon de hoge Awf-premie geldt, de grondslagaanwas voor zowel het loon als de uitkering in de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon Awf hoog’ staat. De berekende lage Awf-premie over de uitkering gaat dan samen met de berekende hoge Awf-premie over het loon op in de rubriek ‘Premie Awf hoog’. Per 2023 zijn er aparte Awf-rubrieken voor de uitkering, net als voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).

Afwijkingen voor overheidswerkgevers

Ufo

opgeven

altijd hoge premie

Als een overheidswerkgever de premie voor het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) betaalt, is de werkgeversbetaling van een uitkering wel loon voor de werknemersverzekeringen, maar is er geen sprake van premieloon Ufo of premieloon Awf. Uw organisatie betaalt dan dus alleen Aof- en Whk-premie over de werkgeversbetaling en geen Ufo- of Awf-premie. Sinds 2022 moet de overheidswerkgever ook het premieloon Aof opgeven in de aangifte loonheffingen.

instantie­betaling

Als de werknemer niet meer bij uw organisatie in dienst is – feitelijk: als hij geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ontvangt – maar de organisatie hem nog wel een aanvulling op de uitkering betaalt, is er sprake van een instantiebetaling. De aanvulling (zie ook hierna) is dan loon uit vroegere dienstbetrekking en vormt dus geen loon voor de werknemersverzekeringen.

UWV zelf

Uw organisatie ontvangt in dit geval het brutobedrag van de uitkering van UWV, met daar bovenop de werkgeversheffing ZVW ter compensatie van de lasten. Bij een instantiebetaling zorgt UWV zelf voor berekening en betaling van de premies werknemersverzekeringen over de uitkering. Uw organisatie hoeft dan dus niets met die premies te doen.

In de loonstaat staan werkgevers- en instantiebetalingen in kolom 3 (Loon in geld), 12 (Loon voor de Zorgverzekeringswet) en 14 (Loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen). Alleen werkgeversbetalingen staan ook in kolom 8 (Loon voor de werknemersverzekeringen).

Op een werkgeversbetaling van een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen is altijd de hoge premie Aof van toepassing. De grondslagaanwas en de premie over de uitkering geeft uw organisatie op in de rubrieken ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof uitkering’ respectievelijk ‘Premie Aof uitkering’.

Aanvullen

alleen als in dienst

dezelfde code

Als uw organisatie een werknemer een aanvulling op een uitkering van UWV betaalt, moet die aanvulling ingevuld worden in de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering’. Dit is echter alleen noodzakelijk als de werknemer nog in dienst is, anders niet. Bovendien moet het hier echt gaan om een aanvulling op bijvoorbeeld een WIA-, WW- of ZW-uitkering en bijvoorbeeld niet op de verplichte loondoorbetaling.

Voor de aanvulling moet dezelfde Code soort inkomstenverhouding (Inkomenscode) gebruikt worden als voor het loon van de werknemer. Speelt dit bij een werknemer wiens dienstbetrekking inmiddels is geëindigd, dan moet uw organisatie voor de aanvulling code 61 gebruiken: ‘Aanvulling van de werkgever aan een werknemer op een uitkering werknemersverzekeringen, terwijl de dienstbetrekking is beëindigd’.

De aanvulling op de uitkering van UWV die uw organisatie aan de werknemer betaalt, vormt alleen sv-loon als de werknemer nog in dienst is bij uw organisatie. Anders is er geen sprake van sv-loon.

Betalen

ook verloonde uren invullen

Betaalt uw organisatie als eigenrisicodrager een WGA- of ZW-uitkering aan een werknemer, dan is hierop altijd de lage premie Awf van toepassing, en de hoge premie Aof.

Let verder op dat ook verloonde uren zijn ingevuld als uw organisatie als eigenrisicodrager de werknemer een ZW-uitkering betaalt. Dat is overigens ook het geval als het om een werkgeversbetaling van een ZW-uitkering gaat.

beide uitkeringen

Als uw organisatie eigenrisicodrager is voor zowel de ZW als de WGA (zie hoofdstuk 5 respectievelijk 8) en uw organisatie een werknemer een ZW-uitkering én een WGA-uitkering betaalt, moeten beide uitkeringen in een afzonderlijke IKV opgenomen zijn. Hierbij gebruikt uw organisatie de volgende Codes soort inkomensverhouding (Inkomenscodes):

  • 31 (Uitkering in het kader van de Ziektewet (ZW) en vrijwillige verzekering Ziektewet, en de Wet arbeid en zorg (WAZO));
  • 40 (Uitkering in het kader van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)).