9.1 Dienstbetrekking
drie soorten
De Wet op de loonbelasting 1964 kent drie soorten dienstbetrekkingen: de echte, fictieve en vroegere dienstbetrekking. De fictieve dienstbetrekking speelt pas een rol als er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst naar civiel recht.
9.1.1 Echte dienstbetrekking
voorwaarde
De Belastingdienst spreekt van een echte dienstbetrekking als de situatie voldoet aan de voorwaarden voor het ontstaan van de arbeidsovereenkomst (zie ook hoofdstuk 1):
- De werknemer heeft zich verplicht om enige tijd arbeid te verrichten.
- De werkgever is verplicht om de werknemer voor de arbeid loon te betalen.
- Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding.
omvang
De arbeidsovereenkomst legt u meestal schriftelijk vast, maar het is ook mogelijk dat de overeenkomst mondeling of stilzwijgend tot stand komt. Het maakt voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking niet uit of iemand in vaste dienst is of niet. Daarnaast is ook de omvang (het aantal uren) van de dienstbetrekking niet relevant.
Feitelijk
bedoeling
Bij de beoordeling van de dienstbetrekking is voor de Belastingdienst niet alleen de inhoud van de arbeidsovereenkomst belangrijk, maar ook de feitelijke situatie. De werkzaamheden die de werknemer uitvoert, moeten in overeenstemming zijn met de afspraken uit de arbeidsovereenkomst. De bedoeling van de werknemer en werkgever is bij de beoordeling van de arbeidsovereenkomst niet relevant.
9.1.2 Fictieve dienstbetrekking
agent
Voldoet de dienstbetrekking niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst naar civiel recht, dan kan er alsnog sprake zijn van een ‘fictieve’ dienstbetrekking. Voorbeelden van fictieve dienstbetrekkingen voor alle loonheffingen zijn:
- aannemers van werk en hun hulpen;
- agenten en subagenten;
- leerlingen en stagiairs;
- sekswerkers die werken voor een exploitant;
- thuiswerkers en hun hulpen;
- topsporters met een A-status van NOC*NSF;
- uitzendkrachten.
kind
Voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW zijn de volgende arbeidsrelaties ook fictieve dienstbetrekkingen:
- (partners van) aandeelhouders met een aanmerkelijk belang, tenzij ze al een echte dienstbetrekking hebben;
- meewerkende kinderen;
- pseudowerknemers: de opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen er samen voor kiezen om hun arbeidsrelatie aan te merken als een fictieve dienstbetrekking.
Voor het inhouden en betalen van loonheffingen gelden voor fictieve dienstbetrekkingen dezelfde regels als voor echte dienstbetrekkingen. De Belastingdienst hanteert dus een veel ruimer begrip van dienstbetrekking door de constructie van fictieve dienstbetrekking.
9.1.3 Vroegere dienstbetrekking
inkomsten
Naast de echte en fictieve dienstbetrekking kunt u ook nog te maken krijgen met de vroegere dienstbetrekking. Bij een vroegere dienstbetrekking is de dienstbetrekking beëindigd, maar krijgt de ex-werknemer nog wel inkomsten uit die dienstbetrekking. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een pensioen- of een ontslaguitkering.