7.3 Stakingslijfrenteaftrek
stakingswinst
Als u (een deel van) uw onderneming staakt, moet u in principe fiscaal afrekenen over de daarbij gerealiseerde (stakings)winst. U kunt er echter voor kiezen om voor het bedrag van de stakingswinst een lijfrente te bedingen bij een institutionele verzekeraar, of bij de overnemer van uw onderneming.
Ook bij deze regeling geldt dat met een lijfrente wordt gelijkgesteld stortingen op een lijfrenterekening, of lijfrentebeleggingsrekening bij een financiële instelling of bank.
Belastingheffing uitstellen
niet direct afrekenen
Kiest u voor zo’n stakingslijfrente, dan hoeft u niet direct met de fiscus af te rekenen. U stelt alleen de heffing uit totdat u de lijfrenteuitkeringen in de toekomst ontvangt.
Qua type van de lijfrente kunt u kiezen uit alle hiervoor al genoemde soorten.
oudedags-lijfrente
Dat zijn:
- de (tijdelijke) oudedagslijfrente;
- de nabestaandenlijfrente;
- de tijdelijke lijfrente.
7.3.1 Maximum stakingslijfrente
ondernemersaftrek
De stakingslijfrente neemt de stakingswinst tot uitgangspunt. Dat is het bedrag van de winst in het jaar van staking vóór toepassing van de ondernemersaftrek, en vóór aftrek van de stakingsaftrek van maximaal € 3.630.
Hoogte
De maximale hoogte van de stakingslijfrenteaftrek over de aldus berekende stakingswinst is afhankelijk van de volgende zaken:
- uw leeftijd;
- of de onderneming gestaakt wordt als gevolg van overlijden;
- of u een bepaalde mate van arbeidsongeschiktheid heeft.
Hoogste aftrek maximaal € 467.044 | Middelste aftrek maximaal € 233.530 | Laagste aftrek maximaal € 116.771 |
Ondernemer is maximaal 5 jaar jonger dan AOW-gerechtigde leeftijd | Ondernemer is maximaal 15 jaar jonger dan AOW-gerechtigde leeftijd | Overige gevallen |
45% of meer arbeidsongeschikt | Lijfrenteuitkeringen gaan direct in | |
Staking als gevolg van overlijden |
7.3.2 Korting op maximum stakingslijfrente
periodieke uitkeringen
lijfrentepremie
Op de hierboven genoemde maximale aftrekbedragen komen een aantal bedragen in mindering. De belangrijkste zijn:
- de waarde van een vrijgestelde aanspraak op een pensioenregeling of periodieke uitkeringen aan een gewezen zelfstandige uit hoofde van de IAOZ;
- de aan het eind van het jaar voorafgaand aan de staking aanwezige oudedagsreserve, plus de (eerdere) afnemingen daarvan in het kader van de omzetting van de reserve in een lijfrente;
- de in de voorafgaande jaren afgetrokken lijfrentepremies in verband met een pensioentekort;
- de eerder bij een (gedeeltelijke) staking al genoten stakingslijfrenteaftrek.
7.3.3 Tijdstip aftrek
verruiming
Wilt u lijfrentepremies aftrekken, dan moet u deze normaliter uiterlijk 31 december van het belastingjaar hebben betaald. Voor de stakingslijfrenteaftrek geldt echter een verruiming, net als bij de eerder behandelde lijfrente bij omzetting van een oudedagsreserve.
De verruiming is dat u deze in het belastingjaar kan aftrekken als ze binnen zes maanden daarna zijn betaald. Voor de oprekking van het tijdstip van aftrek is overigens nog vereist dat u hiervoor schriftelijk in uw aangifte kiest.