U bent hier

Onderneming & Fiscus
Winst verlagen in de IB en VPB7. Oudedagsvoorzieningen7.3 Stakingslijfrenteaftrek

7.3 Stakingslijfrenteaftrek

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2020

stakingswinst

Als u (een deel van) uw onderneming staakt, moet u in principe fiscaal afrekenen over de daarbij gerealiseerde (stakings)winst. U kunt er echter voor kiezen om voor het bedrag van de stakingswinst een lijfrente te bedingen bij een institutionele verzekeraar, of bij de overnemer van uw onderneming.

Ook bij deze regeling geldt dat met een lijfrente wordt gelijkgesteld stortingen op een lijfrenterekening, of lijfrentebeleggingsrekening bij een financiële instelling of bank.

Belastingheffing uitstellen

niet direct 
afrekenen

Kiest u voor zo’n stakingslijfrente, dan hoeft u niet direct met de fiscus af te rekenen. U stelt alleen de heffing uit totdat u de lijfrenteuitkeringen in de toekomst ontvangt.

Qua type van de lijfrente kunt u kiezen uit alle hiervoor al genoemde soorten.

oudedags-lijfrente

Dat zijn:

  • de (tijdelijke) oudedagslijfrente;
  • de nabestaandenlijfrente;
  • de tijdelijke lijfrente.

7.3.1 Maximum stakingslijfrente

ondernemersaftrek

De stakingslijfrente neemt de stakingswinst tot uitgangspunt. Dat is het bedrag van de winst in het jaar van staking vóór toepassing van de ondernemersaftrek, en vóór aftrek van de stakingsaftrek van maximaal € 3.630.

Hoogte

De maximale hoogte van de stakingslijfrenteaftrek over de aldus berekende stakingswinst is afhankelijk van de volgende zaken:

  • uw leeftijd;
  • of de onderneming gestaakt wordt als gevolg van overlijden;
  • of u een bepaalde mate van arbeidsongeschiktheid heeft.
Hoogste aftrek maximaal € 467.044 Middelste aftrek maximaal € 233.530 Laagste aftrek maximaal € 116.771
Ondernemer is maximaal 5 jaar jonger dan AOW-gerechtigde leeftijd Ondernemer is maximaal 15 jaar jonger dan AOW-gerechtigde leeftijd Overige gevallen
45% of meer arbeidsongeschikt Lijfrenteuitkeringen gaan direct in
Staking als gevolg van overlijden

7.3.2 Korting op maximum stakingslijfrente

periodieke uitkeringen

lijfrentepremie

Op de hierboven genoemde maximale aftrekbedragen komen een aantal bedragen in mindering. De belangrijkste zijn:

  • de waarde van een vrijgestelde aanspraak op een pensioenregeling of periodieke uitkeringen aan een gewezen zelfstandige uit hoofde van de IAOZ;
  • de aan het eind van het jaar voorafgaand aan de staking aanwezige oudedagsreserve, plus de (eerdere) afnemingen daarvan in het kader van de omzetting van de reserve in een lijfrente;
  • de in de voorafgaande jaren afgetrokken lijfrentepremies in verband met een pensioentekort;
  • de eerder bij een (gedeeltelijke) staking al genoten stakingslijfrenteaftrek.

7.3.3 Tijdstip aftrek

verruiming

Wilt u lijfrentepremies aftrekken, dan moet u deze normaliter uiterlijk 31 december van het belastingjaar hebben betaald. Voor de stakingslijfrenteaftrek geldt echter een verruiming, net als bij de eerder behandelde lijfrente bij omzetting van een oudedagsreserve.

De verruiming is dat u deze in het belastingjaar kan aftrekken als ze binnen zes maanden daarna zijn betaald. Voor de oprekking van het tijdstip van aftrek is overigens nog vereist dat u hiervoor schriftelijk in uw aangifte kiest.