U bent hier

Onderneming & Fiscus
Pensioen en AOW5. Opbouwsystemen5.3 Middelloonregeling

5.3 Middelloonregeling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2021

gemiddelde

Een deelnemer met een middelloonregeling bouwt jaarlijks over de voor dat jaar geldende pensioengrondslag pensioen op. Het gemiddelde pensioengevende loon over de gehele diensttijd is bepalend voor de hoogte van het pensioen. Een salarisverhoging leidt dus niet met terugwerkende kracht tot extra pensioenopbouw. Bij gelijke grondslagen is het resultaat van een middelloonregeling lager dan van een eindloonregeling en zijn ook de kosten lager.

Om inflatie op te vangen, is het mogelijk dat het pensioen wordt verhoogd met een toeslag (indexatie). Zie hierna in paragraaf 5.5.2.

Variant: CDC-regeling

pensioenpremie staat vast

Een variant op de middelloonregeling is de CDC-regeling. CDC staat voor collective defined contribution. Het kenmerk van deze variant is dat de pensioenpremie voor een aantal jaren vaststaat, maar de hoogte van de pensioenopbouw niet. De pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) berekent welke premie naar verwachting de komende jaren nodig is om een middelloonregeling (met bijvoorbeeld een jaaropbouw van 1,5%) te financieren.

Voorbeeld

Stel dat die CDC-premie bijvoorbeeld 25% van de pensioengrondslag bedraagt. De pensioenuitvoerder beoordeelt vervolgens jaarlijks of met die premie ook daadwerkelijk een middelloonopbouw van 1,5% gefinancierd kan worden.

maximaal vijf jaar

Is dat in enig jaar niet mogelijk? Dan bouwt een deelnemer in dat jaar minder dan 1,5% pensioen op. De Nederlandsche Bank stelt wel als eis dat fixatie van de premies maximaal vijf jaar mag duren. Na die periode zijn er twee opties:

  • De pensioenuitvoerder maakt een berekening voor de CDC-premie die nodig is om voor de volgende periode opnieuw een jaaropbouw van 1,5% te financieren. De nieuwe CDC-premie kan daardoor hoger of lager uitvallen.
  • Handhaving van de hierboven genoemde CDC-premie van 25%. Dat kan dus betekenen dat de jaaropbouw in de vervolgperiode lager of hoger is dan 1,5%.