U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscaal strafrecht3. Opsporing door de FIOD3.3 Tips voor omgaan met de FIOD

3.3 Tips voor omgaan met de FIOD

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2018

lege ruimte

verdenking

uitstel

U moet voorkomen dat opsporingsambtenaren hun bevoegdheden ruimer (kunnen) toepassen dan waarvoor ze aan hen zijn gegeven. Vandaar onderstaande tips over hoe u moet handelen bij een bezoek van de FIOD:

  • Begeleid de opsporingsambtenaren naar een lege ruimte en vraag om hun legitimatie.
  • Bel de verantwoordelijke voor het dossier en neem contact op met een advocaat.
  • Beantwoord (nog) geen vragen.
  • Zorg voor opgeruimde bureaus en (af)gesloten dossierkasten.
  • Bepaal uw positie.
  • Vraag waar men naar op zoek is en waar de verdenking op ziet.
  • Vraag om schriftelijke vorderingen en machtigingen.
  • Verstrek uitsluitend wat concreet wordt gevorderd.
  • Onderzoek (zelf) of u wel over de verzochte informatie beschikt.
  • Leg vast wat ú uitlevert (met z’n tweeën).
  • Vraag zo nodig uitstel aan van de termijn waarbinnen u de verzochte informatie moet verstrekken.
  • Ongeacht of u als verdachte of getuige bent aan te merken: tegenover de FIOD bent u niet verplicht om op vragen antwoord te geven!
  • 3.3.1 Ontvangst FIOD

    legitimatie

    Het is belangrijk om eerst te controleren of de ambtenaar wel bevoegd is om zomaar bij uw onderneming naar binnen te lopen. Vraag daarom altijd om een legitimatie. Ambtenaren die zich niet kunnen legitimeren hebben geen bevoegdheden. U kunt ze zonder discussie weer de deur wijzen. Controleer ook of de getoonde legitimatie geldig is.

    Aparte ruimte

    grasduinen

    FIOD-ambtenaren hebben toegang tot elke plaats ‘voor zover dat redelijkerwijs voor vervulling van hun taak nodig is’. Als u FIOD-ambtenaren begeleidt naar een aparte ruimte in afwachting van de opgeroepen leidinggevende of de verantwoordelijke die vervolgens in die ruimte de gevorderde gegevens verstrekt, bestaat in de regel geen noodzaak om gebruik te maken van de bevoegdheid om te gaan grasduinen. In het laten rondlopen van FIOD-ambtenaren schuilt een risico. De FIOD is immers te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van voorwerpen. Ze kunnen zelfs vorderen om deze voorwerpen overhandigd te krijgen.

    Zorg dus voor een aparte lege ruimte. Hoe minder aanleiding u geeft om tot uitbreiding van het opsporingsonderzoek over te gaan, des te beter.

    3.3.2 Opgeruimde bureaus

    zoekend ­rondkijken

    In het verlengde van het vorige punt moet u zorgen voor opgeruimde bureaus en afgesloten dossierkasten. De bevoegdheden van FIOD-ambtenaren tot inbeslagneming van voorwerpen en het toegang hebben tot elke plaats, zijn beperkt tot de bevoegdheid om ‘zoekend rond te kijken’. Uitdrukkelijk betreft dit geen doorzoekingsbevoegdheid op basis waarvan de ambtenaren alles overhoop mogen halen.

    In de jurisprudentie is het begrip ‘zoekend rondkijken’ opgerekt. Onder ‘zoekend rondkijken’ verstaat de rechter ook het openen van een kastdeur. Treffen de ambtenaren andere voorwerpen aan dan waar ze naar op zoek zijn, dan mogen ze ook deze voorwerpen in beslag nemen.

    Opslaan van gegevens

    Hiervoor werd al aangehaald dat zo lang er geen aanleiding is om te gaan grasduinen, de FIOD dat niet mag doen. Bedenk in dit kader ook dat het separaat opslaan van (deel)dossiers in netwerken, op servers en in de cloud voorkomt dat, in de zoektocht naar dat ene onderdeel, de fiscus alle gegevens in beslag (kan) nemen.

    3.3.3 Wat is uw positie?

    vordering tot uitlevering

    advocaat

    Het niet voldoen aan een vordering tot uitlevering van voorwerpen zoals facturen en bankafschriften, is ‘het niet voldoen aan een ambtelijk bevel’. Dit is een misdrijf. Het is toegestaan dat de FIOD aan een verdachte om stukken vraagt. Een verdachte mag wel weigeren als de fiscus dit bevel doet op basis van een onderzoek dat niet specifiek op de opsporing van fiscale misdrijven ziet. Aarzel vooral niet om een advocaat te raadplegen als er twijfel bestaat of er sprake is van de opsporing van een fiscaal misdrijf.

    Voorwerpen

    De bijzondere uitleveringsbevoegdheid van de FIOD ziet zowel op voorwerpen als digitale gegevens. Deze kunnen echter niet bij een verdachte worden gevorderd. Ook mag de fiscus een verdachte niet dwingen om met codes beveiligde (digitale) gegevens te ontsleutelen. Het is daarom belangrijk om duidelijk voor ogen te hebben of de FIOD u als een verdachte aanmerkt.

    FIOD richt zich steeds meer op facilitators

    verdachte

    Het vervolgingsbeleid van de verschillende Functionele Parketten richt zich de laatste jaren ook meer en meer op zogenoemde ‘facilitators’. Het is van belang om u te realiseren dat uw dienstverleners mogelijk ook als verdachte betrokken kunnen raken in een strafrechtelijk onderzoek. Het is afhankelijk van de situatie of een leidinggevende of werknemer van een verdachte rechtspersoon dezelfde rechten toekomt als de verdachte rechtspersoon. Als u moeite heeft om dit goed te bepalen, is het van belang dat u, zodra u met dergelijke vragen wordt geconfronteerd, bijstand zoekt van een advocaat.

    Afgeleid verschoningsrecht

    in opdracht van

    Als u diensten heeft verricht in opdracht van of in samenwerking met een verschoningsgerechtigde, zoals een advocaat, bent u een afgeleid verschoningsgerechtigde. Het is dan verboden om mee te werken aan het aanleveren van stukken.

    3.3.4 Vorderen van voorwerpen

    waarheidsvinding

    Er is een belangrijk verschil tussen het vorderen van ‘tastbare’ voorwerpen en het vastleggen van ‘digitale’ gegevens. Voorwerpen kan de fiscus vorderen:

    • voor waarheidsvinding (onderzoek met betrekking tot de verdenking);
    • voor het aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel;
    • als vermogensbeslag voor een geldboete/voordeelontneming;
    • als vermogensbeslag voor verbeurdverklaring/onttrekking aan het verkeer.

    Vastleggen gegevens

    identificerende gegevens

    Bij het vastleggen van gegevens door FIOD-ambtenaren bestaat een onderscheid tussen:

    • identificerende gegevens (wie bent u?);
    • andere dan identificerende gegevens;
    • gevoelige gegevens (zoals ras, geloof, politieke gezindheid en seksuele leven).

    Gebruik dwangmiddel

    persoonlijke levenssfeer

    Afhankelijk van de mate waarin de Belastingdienst met het vastleggen van gegevens een inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van iemand worden er strengere voorwaarden gesteld aan het toepassen van het dwangmiddel. Kijk goed welke informatie de Belastingdienst wil hebben. Doe dit aan de hand van de vorderingen die daartoe worden verstrekt en kijk of deze gegevens verstrekt mogen worden of dat daartoe een aparte machtiging nodig is. Verstrek verder niet meer informatie dan waar de fiscus om vraagt.

    3.3.5 Verstrekken van voorwerpen of gegevens

    Voorwerpen of gegevens die u niet heeft, kunt u ook niet verstrekken. Er bestaat geen enkele verplichting om opsporingsambtenaren te vertellen waar zij die voorwerpen of gegevens wel kunnen vinden.

    U hoeft opsporingsambtenaren niet te wijzen op andere zaken die voor hun onderzoek mogelijk interessant kunnen zijn.

    Decrypteren

    toegankelijk maken

    Om veiligheidsredenen kan de Belastingdienst vragen om versleutelde digitale gegevens toegankelijk te maken. Dit zogenoemde bevel tot decrypteren kan de fiscus alleen doen aan degene die de sleutel heeft aangebracht. Het hebben van de kennis om te ontsleutelen, verplicht u niet om daartoe over te gaan. Bedenk wel dat als de fiscus niet tot decrypteren kan overgaan, dit aanleiding kan zijn om de volledige server in beslag te nemen.

    3.3.6 Geen antwoord geven

    verdachte

    Als verdachte hoeft u niet aan uw eigen veroordeling mee te werken. Om deze reden hoeft u als verdachte nooit antwoord te geven op de gestelde vragen.

    Een (al dan niet afgeleid) verschoningsgerechtigde kan op basis van zijn functie besluiten zich te (moeten!) verschonen waardoor hij geen antwoord hoeft te geven op de gestelde vragen.

    Getuige

    verklaring afleggen

    Maar ook derden of (afgeleid) verschoningsgerechtigden die zich niet beroepen op hun verschoningsrecht zijn niet verplicht om antwoord te geven op vragen die door FIOD-ambtenaren of een aanwezige officier van justitie worden gesteld. Pas nadat een persoon (niet zijnde verdachte of (afgeleid) verschoningsgerechtigde) door een rechter(-commissaris) is gedagvaard om als getuige een verklaring af te leggen, bestaat er een verplichting om antwoord te geven op de gestelde vragen.

    Bedenk wel dat in veel gevallen waarin u geheimhouding bent overeengekomen de verplichting bestaat om uw mond te houden totdat u bent gedagvaard! Laat u dus ook niet verhoren tijdens een doorzoeking of ter gelegenheid van een bevel tot uitlevering.

    Werknemers

    verbieden om te spreken

    Het is goed mogelijk dat de Belastingdienst ook uw werknemers of andere aanwezigen benadert. Zolang uw rechtspositie onduidelijk is, is het verstandig om uw personeel te verbieden om met opsporingsambtenaren te spreken. Het is namelijk niet uit te sluiten dat zij ‘namens’ een verdachte spreken. Daarnaast lopen zij zelf het risico om een boete opgelegd te krijgen of betrokken te raken in een strafrechtelijke procedure. Ze hebben dan ook het recht om te zwijgen.