U bent hier

Onderneming & Fiscus
Dga en belastingen6. De dga en inkomen uit ­aanmerkelijk belang6.2 Lenen van de bv

6.2 Lenen van de bv

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: november 2020

zakelijke ­voorwaarden

Naast het verkrijgen van een winstuitkering, kunt u ook geld lenen van uw bv. Geld lenen van uw bv moet altijd op basis van zakelijke voorwaarden. De Belastingdienst let daarbij onder andere op de afspraken over terugbetaling, de zekerheden, de hoogte van de rente en de schriftelijke vastlegging van de afspraken.

Wat is een zakelijke rente?

spaarrekening

gemiddelde

Dat is nog niet zo eenvoudig te bepalen. Vergelijken met een zakelijke spaarrekening heeft niet zo veel zin, want de rentepercentages daar schommelen rond de 0%. Dat vindt de Belastingdienst niet zakelijk. De fiscus verwijst zelf naar twee rendementen (het T-rendement en het U-rendement) die zijn gebaseerd op staatsobligaties en die ook in de pensioenwereld wel gebruikt worden. Daar zou u dan jaarlijks het gemiddelde van kunnen nemen als variabele rente op de lening.

Onderbouwing

onderbouwing

Meer nog dan het percentage zelf gaat het om de opslag die de bv boven op het gehanteerde rentepercentage rekent. Die hangt af van bijvoorbeeld de looptijd en het risico van de lening. Er is helaas geen vaststaande tabel met welke rentes bij welk risico horen, het ligt eerder voor de hand dat de dga het moet zoeken in een goede onderbouwing van het percentage.

Verschillende petten

personeels­lening

U kunt voor uw bv verschillende petten op hebben: die van dga of die van werknemer. Dat verschil tussen die twee is van groot belang bij het verkrijgen van een lening van uw bv. Leent u in de hoedanigheid van directeur van uw bv, dan is er sprake van een lening aan een werknemer. Dit is een zogenoemde personeelslening. Deze lening valt onder de werkkostenregeling (zie hoofdstuk 4).

Leent u echter in de hoedanigheid van aandeelhouder, dan is er géén sprake van een lening aan een werknemer en dus ook niet van een personeelslening. Als aandeelhouder heeft u dan te maken met een ‘gewone lening’.

Het is belangrijk dat u bewust kiest voor het aangaan van een personeelslening of een gewone lening. U kunt dit bijvoorbeeld vastleggen in een besluit van de aandeelhoudersvergadering.

6.2.1 Lening als aandeelhouder

onafhankelijke derde

Het is dus heel belangrijk om als aandeelhouder zakelijk te handelen met uw bv. Het moet gaan om een lening die uw bv ook met een onafhankelijke derde zou hebben afgesloten. De Belastingdienst zal daarbij letten op de voorwaarden die u overeenkomt met uw bv. De fiscale behandeling van de zakelijke lening is ook afhankelijk van het bestedingsdoel.

Woning

eigen woning

De lening van uw bv kunt u bijvoorbeeld gebruiken voor de aankoop, het onderhoud, de verbetering of de verbouwing van de eigen woning. De rente die u betaalt over deze lening is dan aftrekbaar in de inkomstenbelasting. Uw bv moet vennootschapsbelasting betalen over de ontvangen rente.

Consumptieve doeleinden

lening in box 3

Gebruikt u de lening juist voor consumptieve doeleinden (zoals de aankoop van een auto in privé of een vakantiewoning) of om te beleggen in privé, dan rekent de Belastingdienst de lening tot box 3 van de inkomstenbelasting (sparen en beleggen). Deze schuld verlaagt het vermogen in box 3. De fiscus gaat uit van een fictief rendement over dat vermogen. Over dat rendement betaalt u 30% belasting. De betaalde rente kunt u echter niet in aftrek brengen in de inkomstenbelasting. In de vennootschapsbelasting moet uw bv wel belasting betalen over de ontvangen rente op de lening.

6.2.2 Onzakelijke lening

Leent u geld van uw bv, dan is het dus belangrijk dat de voorwaarden zakelijk zijn. De fiscus kan anders stellen dat de lening onzakelijk is. Dat is fiscaal niet zonder gevolgen.

Afwaarderen

niet terug­betalen

De onzakelijkheid van de lening komt meestal pas aan het licht als u niet meer kunt voldoen aan de verplichtingen en de lening niet kunt terugbetalen. Op dat moment zal uw bv de lening willen afwaarderen. De Belastingdienst accepteert deze afwaardering echter niet als de lening onzakelijk is.

Winstuitdeling

verkapte winstuitdeling

Het verlies op de lening van de bv aan de aandeelhouder merkt de fiscus bij een onzakelijke lening aan als een verkapte winstuitdeling aan de aandeelhouder. Uw bv kan die uitdeling niet in aftrek brengen op de winst. De bewuste bevoordeling zorgt dus voor een winstuitdeling van uw bv aan u als aandeelhouder.

verkapt ­dividend

Lukt het u echt niet meer om de lening terug te betalen (het geld is definitief over naar u als aandeelhouder), dan heeft dat ook voor u gevolgen. De fiscus gaat dan namelijk uit van een verkapt dividend. Dit dividend is bij u belast als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2 van de inkomstenbelasting). U betaalt 26,25% belasting over dit inkomen.

Lening niet achteraf nog onzakelijk maken

positie 
verslechtert

achtergesteld

Heeft u bij het afsluiten van een lening aan de bv alle ‘zakelijke’ voorwaarden goed geregeld, dan nog blijft het opletten tijdens de looptijd. Want u kunt de lening ook nog achteraf onzakelijk maken als u uw positie als schuldeiser verslechtert. Hier zijn diverse voorbeelden van te vinden in de rechtspraak. Zoals een dga die ook een banklening voor zijn bv wilde krijgen. De bank eiste daarbij dat de lening van de dga aan de bv achtergesteld zou worden. Doordat de dga daarin meeging, verslechterde hij zijn eigen positie als schuldeiser, aldus de rechter. En een onafhankelijke derde zou zo’n verslechtering nooit accepteren. Dat maakte de lening onzakelijk. Hierdoor mocht de dga de lening toch niet afwaarderen.