11.4 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF)
voortzetten
Bij het erven of schenken van een onderneming – dit geldt ook voor de aandelen in een bv – moet(en) de verkrijger(s) in principe erf- of schenkbelasting betalen over de waarde van de onderneming. Zet de verkrijger de onderneming voort, dan hoeft hij echter minder of geen belasting te betalen als hij gebruikmaakt van de BOF. Hoe werkt deze regeling?
11.4.1 Voorwaarden
materiële onderneming
Om gebruik te kunnen maken van de BOF gelden de volgende voorwaarden:
- Het gaat om een lopende onderneming waar daadwerkelijk activiteiten plaatsvinden (materiële onderneming).
- Bij een erfenis moet de overledene minimaal één jaar eigenaar van de onderneming zijn geweest.
- Bij een schenking moet de schenker minimaal vijf jaar eigenaar van de onderneming zijn geweest.
- De verkrijger moet de onderneming minimaal vijf jaar voortzetten.
Ondernemingsvermogen
belegging
U kunt de BOF alleen toepassen voor ondernemingsvermogen. Gaat het om de aandelen in uw bv, dan bestaat het ondernemingsvermogen uit de waarde van de vermogensbestanddelen van de bv, plus een deel van het beleggingsvermogen (zoals onzakelijke leningen en overtollige liquide middelen). Dit laatste mag u meerekenen tot maximaal 5% van de waarde van het ondernemingsvermogen.
Materiële onderneming
Met de fiscus is vaak discussie over de materiële onderneming bij vastgoedexploitanten. De Belastingdienst heeft voor de interne afhandeling van dit soort zaken een handleiding gepubliceerd: de Handleiding vastgoedexploitanten. Hieruit blijkt dat de fiscus naar de volgende punten kijkt:
- behaalt u met het exploiteren van vastgoed rendementen die ‘normaal vermogensbeheer’ te boven gaan;
- de mate van ervaring en expertise;
- het aantal verkooptransacties;
- de financiering met vreemd vermogen;
- het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden in eigen beheer.
Voortzettingsvereiste
vijf jaar voortzetten
De BOF geldt alleen als de verkrijgers de onderneming minimaal vijf jaar voortzetten. Voor uw bv betekent dit dat de verkrijger gedurende vijf jaar eigenaar moet blijven van de aandelen. Daarnaast moeten de verkrijgers in die periode een onderneming blijven drijven.
geen recht op vrijstelling
Duurt het voortzetten van uw onderneming korter dan vijf jaar, dan heeft de verkrijger geen recht op de vrijstelling. De Belastingdienst trekt dan de vrijstellingen in en de verkrijger moet alsnog erf- en schenkbelasting betalen.
Bezitseis
holding
Voor de toepassing van de BOF op geschonken aandelen moet de schenker minstens vijf jaar een onderneming hebben gedreven. Gaat het om aandelen in een holding met andere vennootschappen? Dan moet volgens de Hoge Raad per dochter worden bekeken of de holding de onderneming van deze dochtervennootschap al vijf jaar drijft.
uitbreiding van onderneming
Ons hoogste rechtsorgaan heeft op 29 mei 2020 ook het volgende duidelijk gemaakt (ECLI (verkort): 867, 990 en 993). Drijft een bv al ten minste vijf jaar een materiële onderneming voor de datum van schenking van de certificaten van aandelen? Dan maakt het voor de toepassing van de BOF niet uit hoe het vermogen van die onderneming in de afgelopen vijf jaren is opgebouwd. Een uitbreiding van een onderneming leidt er dus niet toe dat u geen beroep meer kunt doen op de BOF gedurende vijf respectievelijk één jaar.
Omvang van activiteiten kan verschil maken
Bij het beoordelen van de materiële onderneming houden rechters rekening met de omstandigheden van het geval. Dit blijkt ook uit twee zaken van Gerechtshof Den Haag. In het ene geval was de erflater twintig uur per week kwijt met de vastgoedportefeuille, en verhuurde hij panden aan één huurder. Het hof vond het ‘beperkte’ aantal uren en het ‘bescheiden jaarsalaris’ onvoldoende. In de andere zaak had de ondernemer 48 projecten in ontwikkeling en achttien panden. De rechter oordeelde dat juist door de actieve inzet van de werknemers een hoger rendement werd behaald dan bij normaal vermogensbeheer.
Hof Den Haag, 19 juli 2017, ECLI (verkort): 2427 en 2429
11.4.2 Hoogte van de vrijstelling
afzonderlijk
Afhankelijk van de waarde van de onderneming geldt er een vrijstelling voor de erf- en schenkbelasting. De Belastingdienst maakt voor de BOF onderscheid tussen twee waarden: de goingconcernwaarde en de liquidatiewaarde. Bij de eerste gaat het om de waarde van de onderneming als samenhangend geheel (inclusief goodwill die voor overdracht in aanmerking komt). Daarentegen kijkt de fiscus voor de liquidatiewaarde juist naar de totale waarde van alle afzonderlijk gewaardeerde bedrijfsmiddelen.
Vrijstelling
Voor de vrijstelling van erf- en schenkbelasting zijn de volgende vier situaties mogelijk:
- goingconcernwaarde is maximaal € 1.102.209 (bedrag 2019) en is hoger dan de liquidatiewaarde: de vrijstelling is dan 100% van de goingconcernwaarde;
- goingconcernwaarde is maximaal € 1.102.209 en is lager dan de liquidatiewaarde: de vrijstelling is dan 100% van de liquidatiewaarde;
- goingconcernwaarde is meer dan € 1.102.209 en is hoger dan de liquidatiewaarde: de vrijstelling is 100% van de goingconcernwaarde en 83% over het meerdere;
- goingconcernwaarde is meer dan € 1.102.209 en is lager dan de liquidatiewaarde: de vrijstelling is dan 100% over het verschil tussen de goingconcernwaarde en de liquidatiewaarde. Daarnaast krijgt u 100% vrijstelling over de goingconcernwaarde tot € 1.102.209. Voor de goingconcernwaarde boven de € 1.102.209 bedraagt de vrijstelling 83%.
wel belasting betalen
Bereken met de rekentool op rendement.nl/fiscaaldossier welk deel van de waarde van de onderneming vrijgesteld wordt van heffing van erfbelasting en schenkbelasting en welk deel belast.
Uitstel van betaling
Verkrijgers moeten mogelijk wel belasting betalen als het ondernemingsvermogen meer bedraagt dan € 1.102.209 (tarieven paragraaf 11.2.2). De verkrijgers kunnen in dat geval wel uitstel van betaling aanvragen. Gaat de fiscus akkoord, dan krijgen de ontvangers een conserverende aanslag.
Voor de conserverende aanslag krijgt u maximaal tien jaar uitstel van betaling. De Belastingdienst rekent over het bedrag van de conserverende aanslag wel invorderingsrente (op dit moment 4%, in coronatijd 0,01%).