U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingcontrole9. Een inval van de FIOD9.2 Huiszoeking en inbeslagneming

9.2 Huiszoeking en inbeslagneming

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

betreden

controlesfeer

De ambtenaar die belast is met het opsporen van bij de belastingwet strafbaar gestelde feiten, mag elke ruimte betreden en is te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van voorwerpen die hij van belang acht voor het onderzoek. Met inbeslagneming wordt bedoeld ‘het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering’. Het gaat dus niet om een bevoegdheid in de normale controlesfeer. Voor inbeslagneming komen alle voorwerpen in aanmerking die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen. De ambtenaar kan ook de uitlevering van het voorwerp vorderen. Het niet nakomen van zo’n vordering kan op zichzelf een strafbaar feit opleveren.

Open en bloot

huiszoeking

documenten

De opsporingsambtenaren moeten zich beperken tot het in beslag nemen van ‘voor de hand’ aangetroffen voorwerpen, tenzij het een huiszoeking betreft. Let erop dat u vertrouwelijke stukken nooit zomaar laat rondslingeren. De opsporingsambtenaar mag namelijk zonder een machtiging tot huiszoeking alleen voorwerpen in beslag nemen die open en bloot liggen. Zorg er dus voor dat dossiermappen en documenten goed zijn opgeborgen in gesloten kasten, kluizen of kamers.

Teruggave van de in beslag genomen voorwerpen vindt plaats als deze voor het onderzoek niet meer nodig zijn. Als verdachte belastingplichtige kunt u zich schriftelijk beklagen over de inbeslagneming of over het uitblijven van een last tot teruggave.

Toestemming

toegang 
verschaffen

machtiging

Opsporingsambtenaren hebben de bevoegdheid zich toegang te verschaffen tot elke gewenste plaats voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de vervulling van hun taak. Voor het betreden hebben zij geen toestemming nodig, behalve als het woonhuizen (of caravans, hotelkamers) betreft. Geeft u als bewoner geen toestemming, dan is binnentreden in principe niet toegestaan, tenzij de ambtenaar beschikt over een machtiging. Alleen de procureur-generaal bij het gerechtshof en de (hulp)officier van justitie mogen die machtiging afgeven. Sta een opsporingsambtenaar dus altijd op de stoep te woord! Een ambtenaar moet zich legitimeren en het doel meedelen als hij uw woning wil binnentreden.

Kiezen voor inkeerregeling

fout herstellen

Het fiscale strafrecht kent een bijzondere regeling die in het gewone strafrecht niet bestaat: de inkeerregeling. Als u per ongeluk een onjuiste aangifte heeft gedaan of ten onrechte geen aangifte deed, kunt u de fout nog herstellen. Dan vervalt het recht van de fiscus op strafvervolging (mogelijk betaalt u wel een boete, zie hierna). Het herstel van de fout moet plaatsvinden voordat u weet of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de opsporingsinstanties bekend zijn met het delict of op korte termijn met het delict bekend worden.

Minder boete bij vrijwillig verbeteren

vrijwillig 
verbeteren

recidive

Verbetert u vrijwillig binnen twee jaar na het doen van aangifte, dan betaalt u geen boete. Een vrijwillige verbetering ná twee jaar levert een verlaagde boete op. Stel dat u vermogen heeft verzwegen in box 3 en geen gebruik maakt van de inkeerregeling. Dan riskeert u een boete van 75% bij ‘grove schuld’, 150% bij opzet en zelfs 300% bij ernstige fraude of recidive. Bij een vrijwillige verbetering ná twee jaar kan de fiscus de boete matigen tot 20% van het oorspronkelijke boetebedrag.