U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingcontrole9. Een inval van de FIOD9.1 Onder verdenking

9.1 Onder verdenking

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

vermoeden

verdachte

Bestaat er bij de Belastingdienst het vermoeden dat u heeft meegewerkt aan een strafbaar feit, dan krijgt u de status van verdachte. Vanaf dat moment heeft u een zwijgrecht en daar moet de FIOD u tijdens een vraaggesprek op wijzen. Dit is de zogenoemde ‘cautie’: de waarschuwing dat de informatie die u vanaf dat moment prijsgeeft, gebruikt kan worden in het kader van een strafprocedure. De achtergrond van de cautie is dat niemand gehouden is mee te werken aan zijn eigen veroordeling. In de praktijk is het lastig het moment vast te stellen waarop iemand als verdachte wordt aangemerkt. Het komt uiteindelijk aan op een inschatting van de opsporingsambtenaar. Dit zal hij van geval tot geval moeten beoordelen. Laat u vanaf het moment dat u wordt aangemerkt als verdachte bijstaan door een (straf)advocaat. Dat is voor u van groot belang!

Maak in eerste instantie altijd gebruik van uw recht om te zwijgen. Geef aan dat u eerst wilt overleggen met uw accountant of, beter nog, een fiscaal jurist.

Bewijzen verzamelen

fiscaal 
rechercheur

delicten

De Belastingdienst heeft Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA’s) aangesteld. BOA’s kunnen boetespecialisten of fraudecoördinatoren van de fiscus zijn, maar ook FIOD-ambtenaren. Als de fiscus u verdenkt van een strafbaar feit, krijgt u te maken met de opsporingsambtenaar of fiscaal rechercheur. Deze ambtenaar heeft meer bevoegdheden dan de reguliere controleambtenaar. Hij beschikt over dwangmiddelen. Met behulp daarvan kan hij bewijsmateriaal vergaren. Binnen de Belastingdienst is de opsporing van fiscale delicten in principe opgedragen aan de fiscale recherche van de FIOD. De FIOD heeft controle-, algemene en bijzondere opsporingsbevoegdheden. De fiscale recherche kondigt zijn bezoek meestal niet van tevoren aan als u wordt verdacht van een strafbaar feit.

Aanhouding en inverzekeringstelling

aanhouding

verhoor

bevelen

Voor de aanhouding en inverzekeringstelling van een verdachte hoeft de FIOD geen beroep te doen op andere autoriteiten. Als een fiscaal rechercheur een verdachte aanhoudt, moet hij hem ten spoedigste aan de officier van justitie voorgeleiden. De FIOD gebruikt de periode van inverzekeringstelling om de verdachte te verhoren. Zoals gezegd kan de verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. Daarnaast heeft de verdachte recht op onverwijlde afgifte van een afschrift van het bevel tot inverzekeringstelling en het bevel tot verlenging van de inverzekeringstelling. Deze bevelen moeten een nauwkeurige omschrijving bevatten van het strafbare feit waarvan hij wordt verdacht.