5.4 Specifieke regelingen
tarief- toepassing
Bij een BTW-controle let de fiscus vooral op specifieke regelingen en wettelijke bepalingen. Het gaat hierbij om:
- de tarieftoepassing. Op de uitgaande facturen moet terecht het lage BTW-tarief zijn toegepast;
- voldoening aan de voorwaarden voor aftrek van voorbelasting. Daarbij let hij vooral op of de inkomende facturen voldoen aan de factuurvereisten;
- toepassing van de kleineondernemersregeling;
- toepassing van het nultarief bij export;
- toepassing van vrijstellingen;
- toepassing van onroerendezaakregelingen;
- gebruik van verleende vergunningen;
- privégebruik;
- toepassing van forfaitaire berekeningsmethoden, vooral de bepaling van de winkelwaarde.
Als uit de controle volgt dat te weinig BTW is afgedragen, krijgt u hiervoor een naheffing. Blijkt echter dat te veel BTW is afgedragen, dan kunt u deze op verzoek terugvragen.
Zakendoen over de grens
verlegd
Over ingevoerde goederen moet u BTW betalen. Ofwel de belasting wordt bij de invoer voldaan, ofwel de belasting wordt naar u verlegd. Deze BTW is net als de belasting op overige inkopen aftrekbaar als u aftrekrecht heeft. In uw aangifte geeft u deze belasting op als af te dragen belasting en tegelijk kunt u deze als voorbelasting weer aftrekken, zodat u per saldo geen BTW verschuldigd bent.
Binnen de EU
verbruiks-belasting
EU-lidstaat
Ook intracommunautaire transacties (handelsverkeer binnen de EU) kunnen het onderwerp zijn van onderzoek. Doorgaans kunt u hiervoor het nultarief toepassen, omdat binnen de EU het principe geldt dat de BTW als verbruiksbelasting moet drukken daar waar het goed wordt verbruikt. Dit houdt in dat als u een goed verkoopt aan een ondernemer in een ander EU-land en het goed naar deze lidstaat verzendt (een intracommunautaire levering), u geen BTW in rekening hoeft te brengen. Koopt u een goed uit een andere EU-lidstaat, dan brengt de leverancier u geen BTW in rekening. U moet dan zelf de BTW over het betaalde bedrag berekenen en afdragen aan de Nederlandse Belastingdienst als belasting ter zake van een intracommunautaire verwerving. Ook deze belasting kunt u echter meteen weer aftrekken.
Boeken en bescheiden
aantonen
vervoers- documenten
U moet de toepassing van het nultarief aan de hand van ‘boeken en bescheiden’ bewijzen of aantonen. Denk aan internationale vervoersdocumenten, douanedocumenten, een betaling vanuit het buitenland of een schriftelijke order om de goederen af te leveren. Als hieruit blijkt dat er een intracommunautaire transactie heeft plaatsgevonden, bent u zorgvuldig geweest en heeft u terecht het nultarief toegepast. Bij een intracommunautaire levering moet u uw eigen BTW-identificatienummer en het BTW-identificatienummer van de afnemer op de factuur vermelden.
Op de site van de Europese Commissie kunt u het BTW-nummer van uw afnemers controleren. Zo heeft u zekerheid dat in de lidstaat van aankomst inderdaad belasting zal worden geheven inzake een intracommunautaire verwerving. Zie ec.europa.eu/taxation_customs/vies/.
Opgaaf ICL
totalen
aansluiten
Bij een controle zal de Belastingdienst nagaan of het totaal van de Opgaaf Intracommunautaire Leveringen (Opgaaf ICL), die u per kwartaal bij de fiscus indient, overeenstemt met de totalen van de aangiften over de betreffende kwartalen. De gegevens van de Opgaaf ICL verstrekt de Belastingdienst aan de fiscale autoriteiten van andere EU-landen. Als de gegevens niet aansluiten, wordt u verzocht de verschillen te verklaren of volgt een onderzoek.