U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingcontrole10. Correctie van aangiftefouten10.4 Verzuim- en vergrijpboetes

10.4 Verzuim- en vergrijpboetes

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

opleggen

beschikking

Naast het opleggen van een naheffings- of navorderingsaanslag kan de Belastingdienst besluiten om een boete op te leggen. Afhankelijk van de situatie kan dat, zoals u al hebt kunnen lezen, een verzuimboete of vergrijpboete zijn. In principe moet de inspecteur de boete samen met de belastingaanslag opleggen. Bij een aangiftebelasting legt de inspecteur echter geen aanslag op. U krijgt dan een aparte beschikking als u bijvoorbeeld alleen te laat bent met het indienen en betalen van de aangifte. Legt de inspecteur een naheffingsaanslag op, dan staat daar ook gelijk de boete op. Er zijn voor de Belastingdienst wel grenzen aan de termijn voor het opleggen van een verzuimboete.

Boetetermijn

niet tijdig

te laag

Is de aangifte niet of niet tijdig ingediend, dan moet het opleggen van een boete gebeuren binnen één jaar na het einde van de termijn waarbinnen u de aangifte had moeten doen. Gaat het echter om een onjuiste of onvolledige aangifte, dan geldt de termijn van vijf jaar. Blijkt bij een controle dat het bedrag op de aangifte te laag was, dan krijgt u een naheffingsaanslag opgelegd. De termijn voor het opleggen van de boete is gelijk aan de naheffingstermijn. De inspecteur kan tot vijf jaar na het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan een naheffingsaanslag met boete opleggen.

De inspecteur kan ook een aparte boetebeschikking opleggen als u wel op tijd aangifte heeft gedaan, maar de betaling blijft achterwege. Hiervoor geldt ook een termijn van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.

Aangifteverzuim

erfbelasting

Voor het niet (tijdig) doen van aangifte voor een aanslagbelasting bedraagt de verzuimboete € 2.639, oplopend tot maximaal € 5.278 als u vaker verzuimt. Is uw aangifte voor de inkomstenbelasting, erfbelasting of schenkbelasting niet of niet op tijd binnen, dan bedraagt de verzuimboete € 369 (7% van de maximale boete). Ook voor de vennootschapsbelasting geldt een verzuimboete van € 2.639, oplopend tot € 5.278 als u meerdere jaren achter elkaar verzuimt om aangifte te doen.

Coulancetermijn

zeven dagen

Bij het niet (tijdig) doen van aangifte legt de Belastingdienst een boete op van € 65. Dit kan hoger zijn als er sprake is van meer dan één keer verzuim. U krijgt geen verzuimboete als u de aangifte indient binnen zeven dagen na afloop van de wettelijke aangiftetermijn. Dit is de zogenoemde coulancetermijn. U kunt ook een verzuimboete krijgen als u de aangifte van de loonbelasting onjuist of onvolledig invult.

Betaalverzuim

verzuim-melding

Uw betaling van de belastingschuld moet in principe bij de Belastingdienst binnen zijn voor de uiterste betaaldatum. Er geldt echter ook nog een coulancetermijn van zeven dagen. Betaalt u binnen de termijn van zeven dagen en betaalde u de vorige aangifte op tijd en volledig, dan krijgt u geen verzuimboete. U heeft wel te maken met een verzuimmelding. Was de vorige aangifte ook al te laat, dan krijgt u een verzuimboete van 3% van het te laat betaalde bedrag. Hiervoor geldt een minimum van € 50 en een maximum van € 5.278. Betaalt u het bedrag van de aangifte na de coulancetermijn of deels na de termijn, dan krijgt u eenzelfde verzuimboete.

Termijnen vergrijpboete

uitzonderingen

In principe legt de inspecteur de vergrijpboete gelijktijdig op bij de naheffings- of navorderingsaanslag. Hierop bestaan wel een aantal uitzonderingen. Zo ontvangt u bij de aangiftebelasting geen naheffingsaanslag bij het niet tijdig betalen van de belasting. U heeft immers wel aangifte gedaan, maar de belasting is niet tijdig betaald. De fiscus kan dan wel een vergrijpboete opleggen.

Half jaar

gerecht-
vaardigd

opzet of grove schuld

Daarnaast heeft de inspecteur nog de mogelijkheid om binnen zes maanden na het vaststellen van een naheffings- of navorderingsaanslag een boete op te leggen. De fiscus moet dan bij het opleggen van de naheffings- of navorderingsaanslag wel een mededeling sturen dat hij onderzoekt of het opleggen van een vergrijpboete gerechtvaardigd is. Het later opleggen van de vergrijpboete mag alleen als de feiten en omstandigheden op grond waarvan de inspecteur naheft of navordert pas in de laatste zes maanden vóór het einde van de navorderings- of naheffingstermijn bekend worden en er aanwijzingen zijn dat sprake is van opzet of grove schuld.

Hoogte van de vergrijpboete

omstandigheden

Algemene regel is dat de Belastingdienst in het geval van grove schuld een boete van 25% van het belastingbedrag oplegt en in het geval van opzet een percentage van 50% hanteert. Daarnaast houdt de inspecteur rekening met verzachtende of verzwarende omstandigheden, waardoor de boete lager of hoger uit kan vallen. In het uiterste geval kan de boete oplopen tot 300% van het nagevorderde belastingbedrag.

Niet of onjuist inkomen uit sparen of beleggen aangegeven (box 3-inkomen)? De boete is dan 150% van de belasting die u opzettelijk hebt verzwegen (bij grove schuld is dat 75%).

Bezwaar en beroep

beschikking

Besluit de inspecteur om een boete op te leggen, dan krijgt u een voor bezwaar vatbare beschikking. De fiscus kan de boete ook tegelijk met de aanslag opleggen. De boetebeschikking is dan in de aanslag verwerkt. Het grote voordeel van deze boetebeschikking is dat u een apart bezwaarschrift kunt indienen tegen de boete. De fiscus kan de aanslag dan alvast definitief afhandelen, terwijl er een bezwaarprocedure loopt tegen de boete.