U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingcontrole10. Correctie van aangiftefouten10.1 Controle achteraf

10.1 Controle achteraf

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

aangifte-
belastingen

Bij aangiftebelastingen, zoals de aangifte loonheffingen en BTW, is de betekenis van de aangifte groter dan bij aanslagbelastingen. De Belastingdienst gaat bij een aangiftebelasting in eerste instantie uit van de juistheid van de aangifte.

aangifte

Het is dus niet zo dat de inspecteur eerst naar uw aangifte heeft gekeken en pas daarna een aanslag oplegt. Er vindt pas achteraf een controle plaats van de ingediende aangifte.

Naheffingsaanslag

belastingrente

Eventuele fouten in deze aangiftebelastingen corrigeert de Belastingdienst met een naheffingsaanslag. Naast een naheffingsaanslag krijgt u dan mogelijk ook een boete en rekent de fiscus belastingrente. De inspecteur moet deze naheffingsaanslagen opleggen binnen vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan. De termijn wordt verlengd met de duur van het verleende uitstel. Als u de naheffingsaanslag ontvangt, moet u controleren of de berekeningen, de aard en de hoogte van de correcties kloppen. Vergelijk daarbij ook wat er in het controlerapport is meegedeeld.

Houd de betalingstermijn in de gaten. Op de aanslag staat vermeld wanneer de betaling uiterlijk bij de Belastingdienst binnen moet zijn.

Navorderingsaanslag

vergelijken gegevens

belangen-afweging

De inspecteur vergelijkt uw aangifte met de gegevens die al aanwezig zijn bij de Belastingdienst en legt vervolgens de aanslag op. Van hem wordt verwacht dat hij – waar nodig – aanvullende vragen stelt en dus zelfstandig onderzoek verricht alvorens de aanslag op te leggen. Deze onderzoeksplicht eist dat de handelingen van de fiscus moeten voldoen aan de eisen van zorgvuldige belangenafweging en besluitvoorbereiding. Als na het opleggen van de definitieve aanslag blijkt dat er te weinig belasting is geheven, kan de inspecteur alsnog een navorderingsaanslag opleggen.

Ook een navorderingsaanslag kunt u krijgen binnen vijf jaar na het einde van het belastingtijdvak waarin de belastingschuld is ontstaan (meestal het kalenderjaar).

Nieuw feit

kritisch

nader 
onderzoek

buitenlands inkomen

Bij een aanslagbelasting mag u ervan uitgaan dat de inspecteur kritisch heeft gekeken naar uw aangifte. Er geldt daarom ook een extra voorwaarde voor het opleggen van een navorderingsaanslag: vereist is dat de inspecteur beschikt over een ‘nieuw feit’. Dit is een gegeven waarvan de inspecteur bij de regeling van de aanslag redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn. Aan de andere kant geldt dat als de inspecteur redelijkerwijs wel op de hoogte had kunnen zijn van het feit waarover hij navordert, bijvoorbeeld door nader onderzoek te verrichten, de navordering niet kan plaatsvinden.

Vermogen in het buitenland

kwade opzet

Gaat het om buitenlandse inkomens- en vermogensbestanddelen, dan geldt er een langere navorderingstermijn van twaalf jaar. In 2016 is dus nog een navordering mogelijk over 2004! Let op: als u uitstel had voor het doen van een aangifte over een van die jaren, wordt die uitstelperiode opgeteld bij de navorderingstermijn van dat jaar.

Uitzonderingen

inkomens-bestanddelen

afhandeling

Een nieuw feit is niet nodig als u met kwade opzet handelde, dus als u te kwader trouw bent. Bijvoorbeeld als u wist dat een bepaald feit niet bekend was bij de inspecteur en waardoor geen of te weinig belasting zou worden geheven. Verder vervalt het vereiste van een nieuw feit als er te weinig belasting is geheven door fouten in de onderlinge toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen tussen partners. Er is ook geen nieuw feit nodig als een aanslag ten onrechte achterwege is gebleven of tot een te laag bedrag is vastgesteld en dit redelijkerwijs kenbaar kon zijn bij de belastingplichtige. U moet dus direct hebben kunnen zien dat er iets fout is gegaan bij het afhandelen van de aangifte.