2.4 Hoe vult de OR zijn rol in?

De vraag naar het ‘hoe’ is de vraag naar de strategie van de OR of PVT van uw organisatie. Daarvoor zijn drie wegen:

1 Volgend

past niet

De OR laat zich informeren over de voortgang en vervolgstappen en wacht af wat er op zijn pad komt. Deze strategie past eigenlijk niet bij de rol van de medezeggenschap op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het geeft op geen enkele manier praktische invulling aan de samenwerking met de arboverantwoordelijken in de organisatie. Het is een heel passieve opstelling die dus af te raden is.

2 Toetsend

reactieve ­strategie

waakhond

De OR is actief bij het invullen van zijn bevoegdheden. Hij controleert voortdurend of wat de werkgever heeft bedacht en uitgevoerd, klopt met de geldende bepalingen en eerder gemaakte afspraken. Bij afwijkingen moet de OR aan de bel trekken, anders volgt goedkeuring. Dit is een reactieve strategie waarbij de OR of PVT geen initiatieven neemt of eigen inbreng heeft. Hij draagt wel bij aan de ontwikkeling van het arbobeleid, maar dan vooral als ‘waakhond’. Deze opstelling past in organisaties waar de werkgever ook zonder inbreng van de vertegenwoordigende medezeggenschap voldoende investeert in de ontwikkeling en de betrokkenheid van de werknemers. Maar ook in die gevallen waarin de OR niet wordt gezien als een samenwerkingspartner.

3 Betrokken

hamerstukken

De OR of PVT denkt mee en heeft een eigen inbreng in de ontwikkeling van het beleid en de voorbereiding van te nemen besluiten. Niet op basis van bijzondere arbodeskundigheid, maar vanuit het unieke zicht op wat de werknemers ervan vinden. Een hoge mate van betrokkenheid van de OR of PVT maakt de uitoefening van de instemmingsrechten tot echte hamerstukken. De nadruk ligt tenslotte op het overleg. En dan niet alleen met de werkgever, maar ook met de andere spelers. Een prima opstelling dus die optimale kansen biedt voor de verdere ontwikkeling van het arbobeleid.