U bent hier

6.3 Klachten van arm, nek en schouder (KANS)

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: september 2021

Veelvoorkomende klachten van de nek-, schouder-, en armregio zijn de tennisarm, het carpale tunnelsyndroom en het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS; een pijnlijke schouder). Eén op de drie Nederlanders heeft schouderpijn. In deze paragraaf leest u meer over de werkwijze van de bedrijfsarts bij SAPS: de meest voorkomende reden voor het melden van een beroepsziekte van het bewegingsapparaat.

6.3.1 Pijnlijke schouder (SAPS)

oriëntatie

De bedrijfsarts heeft een behandelrichtlijn en een registratierichtlijn voor deze beroepsziekte. De aanpak voor de bedrijfsarts bestaat uit de oriëntatie op het probleem en de diagnose, de interventie en de evaluatie. Bij de oriëntatie hoort een beoordeling van de werk- en persoonsgebonden factoren. Onder werkgebonden factoren vallen: werken met de hand op of boven schouderhoogte gedurende één uur per dag of meer. Maar ook een combinatie van andere factoren kan de oorzaak zijn, zoals repeterend werk met de arm, kracht uitoefenen met arm en/of hand en het ondergaan van hand-armtrillingen (werken met trillend handgereedschap). Persoonsgebonden factoren zijn onder andere schouderbelastende sport, roken, overgewicht en suikerziekte.

SAPS kan ook het gevolg zijn van een verkeerde houding bij het werken met bijvoorbeeld een laptop of pc. Dit levert echter vaker tennisarmklachten rond de elleboog op.

6.3.2 Terugkeerplan

stappenplan

verwijzing

pauzes

Terugkeer naar het werk gebeurt op basis van de beperkingen en de ernst van de klachten. De bedrijfsarts stelt een tijdgebonden stappenplan op waarin de werknemer zijn belasting opbouwt. De behandeling bestaat uit rust in combinatie met gerichte oefeningen, houdingstherapie en eventueel ondersteuning met ontstekingsremmers en pijnstilling (tabletten of injectie). Doorgaans herstelt de werknemer binnen drie maanden van zijn klachten en beperkingen. Duren de klachten langer dan is verwijzing naar een multidisciplinair team nodig. De interventie is niet alleen op de persoon, maar ook op de werkplek gericht: het vermijden van werken op of boven schouderhoogte, het gebruik van trillingsarme handwerktuigen en het vermijden van werkdruk en het vaker (kunnen) nemen van pauzes voor herstel. Door gericht te observeren hoe het werk wordt uitgevoerd, leert u veel over het ontstaan van deze klachten.

Door de omvang en kosten van uitval door klachten van het bewegingsapparaat heeft TNO een checklist Fysieke Belasting ontwikkeld. Hiermee kunt u een idee krijgen van de omvang van deze problematiek in uw organisatie.