U bent hier

8.2 Bijzondere groepen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juni 2021

jongeren

De Arbowet maakt onderscheid in werknemers. Niet op basis van geslacht of politieke voorkeur, maar om ervoor te zorgen dat hun gezondheid niet in het gedrang komt op het werk. Zo worden jongeren in de Arbowet als bijzonder gezien, net als zwangere vrouwen.

Hoewel plaats- en tijdonafhankelijk werken tegenwoordig de gewoonste zaak ter wereld is, komen er wel bijzondere arbeidsomstandigheden bij kijken. Daarom vallen thuiswerkers in de Arbowet ook in de categorie ‘bijzondere gevallen’.

Mindervaliden

Bij bijzondere groepen werknemers denkt u misschien als eerste aan invalide mensen. Uiteraard moet u met hen ook rekening houden, zeker bij het opstellen van een ontruimingsplan. Maar u moet ook speciale aandacht hebben voor andere bijzondere groepen, zoals zwangere vrouwen. Hun situatie wordt door de Arbowet niet voor niets als ‘ongewoon’ gezien.

Meer gezondheidsdruk bij nachtdiensten

gezondheidsonderzoek

Een nachtdienst is een dienst die plaatsvindt tussen middernacht en zes uur ’s morgens en waarin meer dan een uur wordt gewerkt, bijzonder werk dus. Een nachtdienst legt vanzelfsprekend meer druk op de gezondheid van een werknemer. U moet hem dan ook in staat stellen om een gezondheidsonderzoek te ondergaan. Zo nodig moet dat plaatsvinden voor aanvang van de eerste nachtdienst.

8.2.1 Jongeren

kinderarbeid

De Arbowet noemt ‘jeugdigen’ nadrukkelijk als een bijzondere groep werknemers. Hiermee worden alle personen onder de 18 jaar bedoeld. In Nederland mogen kinderen van 15 jaar en jonger niet werken. Er is dan sprake van kinderarbeid en dat is verboden. Toch zijn er uitzonderingen voor kinderen jonger dan 16 jaar: zij mogen in de vorm van een bijbaantje werken en onder strikte voorwaarden. Het werk mag echter nooit schadelijk zijn voor hun gezondheid, veiligheid en ontwikkeling. Daarnaast mag het de leerplicht niet in de weg staan.

Gevolgen voor de RI&E

gevaren

voorlichting

Als er binnen uw organisatie één of meer jongeren werken, heeft dat gevolgen voor de risico-inventarisatie en -evaluatie. Een jeugdige medewerker heeft namelijk minder werkervaring en kan daardoor gevaren minder goed inschatten. Daarnaast zijn jongeren lichamelijk en geestelijk nog niet volledig ontwikkeld. Dat heeft gevolgen voor de werkplek en daardoor invloed op de eisen aan uw RI&E:

  • De uitrusting en inrichting van de arbeidsplaats is aangepast aan de jeugdige werknemer.
  • De aard, mate en duur van de blootstelling aan (biologische) stoffen en fysische factoren die een gevaar voor de gezondheid vormen zijn aangepast aan de jonge medewerker.
  • De te gebruiken arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn afgesteld op de beperkingen van de jeugdige werknemer.
  • Bij de gehele inrichting van de organisatie wordt rekening gehouden met de capaciteiten van jonge medewerkers.
  • U houdt rekening met de jongere bij het geven van voorlichting, met inachtneming van het opleidingsniveau.

Extra toezicht

arbeidsrisico

Zijn er jongeren aan het werk binnen uw organisatie, dan moet er altijd toezicht zijn. De mate van toezicht is afhankelijk van de werkzaamheden. Zijn er serieuze arbeidsrisico’s, dan mag de jongere de werkzaamheden alleen uitvoeren als het toezicht zo is geregeld dat gevaren worden voorkomen. Als u dat niet kunt garanderen, dan mag de jongere de werkzaamheden niet uitvoeren.

Als uit uw RI&E blijkt dat er arbeidsrisico’s zijn voor jongeren, dan moet u hen in de gelegenheid stellen om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

8.2.2 Zwangeren en de lactatieperiode

gevaren

Zwangere vrouwen en werknemers tijdens de lactatie (periode van het geven van borstvoeding) verdienen op grond van de arbowetgeving ook extra aandacht tijdens uw arborondgang. De werkzaamheden en werkplek moeten aangepast worden zodat er geen gevaren kunnen ontstaan voor de veiligheid van de medewerker. De werkzaamheden mogen geen ‘terugslag’ veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.

Andere werkzaamheden

vrijaf geven

Als het in uw organisatie niet mogelijk is om de werkzaamheden en werkplek voldoende aan te passen, moet u de werknemer andere werkzaamheden aanbieden. En als dát niet mogelijk is binnen uw organisatie, moet u de zwangere vrouw of jonge moeder zelfs vrijaf geven.

Over de definitie van een zwangere werknemer is geen discussie. Het betreft iedere werkneemster tijdens haar zwangerschap. Wel moet de werkneemster zelf haar werkgever daarvan op de hoogte stellen.

Voorlichting

informatie

Maximaal twee weken nadat een medewerkster de zwangerschap aan de werkgever heeft bekendgemaakt, moet de werkgever haar informatie verstrekken over arbeidsrisico’s tijdens de zwangerschap. Hetzelfde geldt als de werkneemster nog borstvoeding geeft. De werkgever informeert ook over een eventuele aanpassing van werk- en rusttijden en de beschikbaarheid van een rustruimte of voedingsruimte.

Heeft de werkgever niet de kennis in huis om de voorlichting te verstrekken, dan kan dat ook worden gedaan door de arbodienst of de bedrijfsarts.

Restricties

restricties

Houd er rekening mee dat een zwangere vrouw bepaalde fysieke belasting niet aankan. Ook vrouwen die net zijn bevallen of nog borstvoeding geven, moeten rustiger aan doen. Dat zorgt voor bepaalde restricties op de werkvloer.

Tillen tijdens de zwangerschap

voetpedalen

De werkneemster mag tijdens de zwangerschap en tot drie maanden na de bevalling maximaal tien kilo tillen. Vanaf de 20e week van de zwangerschap is dit maximaal tien keer per dag vijf kilo. Vanaf de 30e week van de zwangerschap mag de werknemer maximaal vijf keer per dag vijf kilo tillen. Tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap moet de werkgever voorkomen dat de werknemer meer dan eens per uur hurkt, knielt, bukt of staande voetpedalen bedient.