5.2 Procedure
quickscan
De toets aan de wet vindt plaats met een zogenoemde quickscan. Inspectie SZW controleert of de catalogus:
- daadwerkelijk een concrete invulling van de wettelijke doelvoorschriften geeft;
- volledig is (dat wil zeggen: in de aanpak van risico’s de gehele beleidscyclus omvat);
- niet strijdig is met de wet;
- geen fouten bevat;
- de arbeidshygiënische strategie volgt.
Deze globale manier van toetsen door Inspectie SZW heet ‘marginale toetsing’ en neemt maximaal tien weken in beslag. Zodra een arbocatalogus door de toetsing is gekomen, wordt deze gepubliceerd.
5.2.1 Reactie
reactie
Er is pas officieel sprake van een arbocatalogus als deze met goed gevolg is getoetst door Inspectie SZW. De sector ontvangt van de inspectie een schriftelijke reactie waarin het resultaat van de toetsing staat. De reactie kan ook adviezen aan de sector bevatten. Een sector die een arbocatalogus over maar één risico indient terwijl algemeen bekend is dat zich meerdere risico’s voordoen, kan hierop een reactie van de inspectie verwachten. Als de catalogus niet door de toetsing komt, speelt deze geen rol bij de handhaving door Inspectie SZW.
5.2.2 Verzamelbeleidsregel
naleving
Catalogi die voldoen aan de marginale toetsing door de Inspectie worden vermeld in een verzamelbeleidsregel. Deze wordt in de Staatscourant gepubliceerd. De verantwoordelijkheid voor naleving ligt bij partijen zelf en niet bij de overheid. Een arbocatalogus heeft dan ook geen bindend karakter, maar de status van een normstellende handreiking voor het naleven van de wettelijke doelvoorschriften.
Leidraad
Inspectie SZW gebruikt de verzamelbeleidsregel als basis voor inspecties. De vermelding in de verzamelbeleidsregel is een signaal dat de sector op het goede spoor zit en kan leiden tot minder intensieve inspecties. In de Beleidsregel arbocatalogi 2010 staan arbocatalogi die zijn getoetst.
Wijziging in 2016
individuele organisaties
De laatste wijziging van de Beleidsregel arbocatalogi 2010 stamt uit 2016, door toenmalig minster Asscher. Toen zijn er een aantal deelcatalogi toegevoegd. Sindsdien kunnen ook arbocatalogi die geldig zijn voor individuele organisaties worden getoetst en opgenomen. Doorgaans is het niet te doen om de arbocatalogi van organisaties te toetsen. Afzonderlijke bedrijven worden ook niet aangemoedigd een arbocatalogus op te stellen. Maar omdat die van defensie en politie van toepassing zijn op grote groepen werknemers en landelijk gelden, zijn deze wel opgesteld, afzonderlijk getoetst en opgenomen. Verder hield de wijziging van de Beleidsregel arbocatalogi 2010 in dat er drie arbocatalogi zijn toegevoegd:
- defensie;
- houthandel;
- waterbedrijven.
Daarnaast zijn er 33 aanvullingen gedaan voor sectoren en branches waar al een arbocatalogus bestaat. Van vier catalogi is de looptijd aangepast.
Vóór de invoering van de arbocatalogus bestond een hele reeks arbobeleidsregels. Deze zijn met de komst van de arbocatalogus geleidelijk afgeschaft; in 2010 waren ze allemaal verdwenen. De verzamelbeleidsregel is de enig overgebleven beleidsregel.
5.2.3 Beschermingsniveau
afwijken
Als de catalogus door de toetsing is gekomen, is het overigens geen volledig vrijblijvende handreiking meer. Inspectie SZW verwacht dan van alle werkgevers in de desbetreffende sector dat zij invulling geven aan de doelvoorschriften op de manier zoals beschreven is in de arbocatalogus. Werkgevers mogen alleen van de arbocatalogus afwijken als zij aannemelijk kunnen maken dat zij minstens eenzelfde niveau van bescherming realiseren als de arbocatalogus aangeeft.
Echt ‘klaar’ is een arbocatalogus nooit. Het is meer een proces van ontwikkeling en vernieuwing, door beleidsveranderingen en nieuwe kennis en inzichten. Zo blijft het arbobeleid toegespitst op de situatie in de sector. Het is van belang de catalogus actueel te houden.