5.3 Bewijslast
belastinginspecteur
omgekeerde
Bij het noodzakelijkheidscriterium velt de werkgever zoals gezegd in eerste instantie het oordeel. Als de belastinginspecteur het niet eens is met dit oordeel, is het aan hem om aannemelijk te maken dat de betreffende voorziening niet noodzakelijk is en dat het om een bevoordeling van de werknemer gaat.
Werkgever moet toch aannemelijk maken
wel reguliere werkwijze
Bij het noodzakelijkheidscriterium geldt dus het omgekeerde van de gebruikelijke werkwijze, waarbij de werkgever degene is die moet bewijzen dat zijn ingenomen standpunt juist is. Als de werknemer voor wie de voorziening is bestemd ook bestuurder of commissaris van de onderneming is, geldt echter wel de reguliere werkwijze. Door de mogelijke belangenverstrengeling is het dan de werkgever die aannemelijk moet maken dat het om een gebruikelijke noodzakelijke voorziening gaat, anders geldt de gerichte vrijstelling van het noodzakelijkheidscriterium niet.