U bent hier

9.1 Veel gehanteerde kengetallen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: december 2019

vier groepen

In de praktijk gebruiken ondernemingen nogal wat kengetallen. Deze zijn onder te verdelen in vier groepen:

  • solvabiliteit;
  • liquiditeit;
  • rentabiliteit;
  • overige kengetallen.

Hierna volgen de belangrijkste aandachtspunten van deze vier kengetallen.

9.1.1 Solvabiliteit

verhouding

De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen van uw onderneming. Of iets meer concreet: de verhouding tussen het vermogen dat de aandeelhouders hebben ingebracht en de financiering door bijvoorbeeld banken en crediteuren.

Kredietwaardigheid

verplichtingen

De solvabiliteit geeft dus een indicatie van de kredietwaardigheid van uw onderneming als het gaat om de vraag in hoeverre zij op de lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Het is dus het buffervermogen van de onderneming om eventuele tegenvallers op te vangen.

De gewenste solvabiliteit verschilt per onderneming en branche. Door banken wordt de solvabiliteit vaak als toereikend beschouwd als het totale vermogen voor minimaal 30% uit eigen vermogen bestaat. Maar dit is absoluut geen harde regel!

9.1.2 Liquiditeit

op korte ­termijn

De liquiditeit van een onderneming geeft aan in hoeverre zij in staat is om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Hiervoor gebruiken ondernemingen vaak twee kengetallen, namelijk de current ratio en de quick ratio.

Current ratio

vlottende activa

kortlopende schulden

De current ratio is de verhouding tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren, overige kortlopende vorderingen en liquide middelen) en het kort vreemd vermogen. Dit verhoudingsaantal geeft aan in hoeverre de onderneming beschikt over bezittingen die u of de directie op korte termijn te gelde kan maken om daarmee de kortlopende schulden (zoals aan crediteuren) te kunnen voldoen.

De current ratio is in theorie minimaal 1, want in dat geval is het mogelijk om alle kortlopende schulden op tijd te betalen. In de praktijk is het echter wenselijk dat de uitkomst van bovenstaande formule tussen 1,5 en 2 ligt. Het lukt immers nooit om de aanwezige voorraad op korte termijn helemaal te verkopen. Ook zijn er altijd wel debiteuren die hun rekeningen te laat of nooit betalen.

Quick ratio

voorraad

Net als de current ratio geeft de quick ratio een indicatie van de liquiditeit van uw onderneming. Bij de quick ratio houdt u echter geen rekening met de voorraad. Dit is met name van belang in situaties waarin het niet mogelijk is om de voorraad snel om te zetten in geld. In dat geval is de quick ratio het aangewezen kengetal om inzicht te krijgen in de liquiditeit. De quick ratio is in het algemeen minimaal 1.

9.1.3 Rentabiliteit

U bent net als de directie en de vele gebruikers van de jaarrekening natuurlijk geïnteresseerd in de winstgevendheid van uw onderneming. De rentabiliteit geeft dit weer.

Brutomarge

kostprijs van de omzet

brutomarge

Een betrekkelijk eenvoudige manier om een eerste indruk te krijgen van de rentabiliteit, is de brutomarge. Zoals u in paragraaf 6.1.3 al kon lezen is de brutomarge het verschil tussen de omzet en de kostprijs van de omzet. In vergelijking met voorgaande jaren én met de begroting geeft de brutomarge dus al een goede indicatie van de ontwikkeling van de rentabiliteit. De rentabiliteit van de onderneming is echter niet alleen afhankelijk van de brutomarge. Ook de diverse bedrijfskosten zijn van invloed op het uiteindelijke resultaat. Twee belangrijke kengetallen met betrekking tot de rentabiliteit zijn:

  • de rentabiliteit op het totale vermogen;
  • de rentabiliteit op het eigen vermogen.

Rentabiliteit op het totale vermogen (Rtv)

vooraf ­bepaald

Bij de berekening van de rentabiliteit op het totale vermogen wordt het bedrijfsresultaat (het resultaat vóór interest en belastingen) uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen. De uitkomst hiervan vergelijkt u vervolgens met het vereiste rendement op investeringen (de vooraf bepaalde norm).

Dit vereiste rendement bepaalt u of de directie aan de hand van de kosten van het vreemd vermogen (dus de rente) en een vergoeding voor het eigen vermogen. Dit rendement is uiteraard afhankelijk van de omstandigheden.

Rentabiliteit op het eigen vermogen (Rev)

De rentabiliteit op het eigen vermogen geeft weer welk rendement de aandeelhouders hebben behaald op hun geïnvesteerde vermogen. Hiervoor wordt de nettowinst uitgedrukt in een percentage van het geïnvesteerde eigen vermogen. De uitkomst van deze berekening vergelijkt u met de eisen en verwachtingen (norm) van de aandeelhouders.

Alle formules op een rij

Current ratio: Vlottende activa (liquide middelen + debiteuren + voorraden)/ Vlottende passiva

Quick ratio: (Liquide middelen + debiteuren)/Vlottende passiva

Solvabiliteit: Eigen vermogen/Totaal vermogen

Rtv: Bedrijfsresultaat /Totaal vermogen

Rev: Nettowinst/Eigen vermogen

Wilt u weten hoe uw onderneming in de loop der jaren presteert? Vergelijk dan de uitkomst met de rentabiliteitscijfers van eerdere jaren.

9.1.4 Overige kengetallen

Naast de kengetallen voor solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit zijn er nog veel meer kengetallen, waaronder:

  • de gemiddelde betalingstermijn van debiteuren;
  • de omloopsnelheid van de voorraad.

Gemiddelde betalingstermijn van debiteuren

Met de gemiddelde betalingstermijn van debiteuren komt u te weten na hoeveel dagen uw klanten hun rekeningen gemiddeld betalen. Deze betalingstermijn vergelijkt u met de termijn die is opgenomen in uw leveringsvoorwaarden.

Daarnaast is het belangrijk om te meten hoe dit kengetal zich in de loop der tijd ontwikkelt.

aanmaning

Loopt de betalingstermijn (te hoog) op, dan kan dit een indicatie zijn dat uw klanten minder tevreden of minder kredietwaardig zijn. Wellicht moet u dan uw aanmaningsprocedure aanscherpen.

De gemiddelde betalingstermijn berekent u door het uitstaande debiteurensaldo te delen door de totale omzet en de uitkomst hiervan te vermenigvuldigen met 365 (het aantal dagen in een jaar).

Omloopsnelheid van de voorraad

ouderdom van voorraad

De omloopsnelheid van de voorraad geeft een indicatie van de ouderdom van de voorraad. Dit kengetal berekent u door de gemiddelde voorraad te delen door de kostprijs van de omzet en de uitkomst te vermenigvuldigen met 365. U weet dan hoeveel dagen uw onderneming erover doet om de volledige voorraad te verkopen.

Het is vooral bij relatief oude voorraden wenselijk om een voorziening voor incourantheid te vormen. Zie hoofdstuk 3 voor meer uitleg hierover.

De gemiddelde omloopsnelheid is sterk afhankelijk van de goederen die uw onderneming verkoopt. In een supermarkt zal de omloopsnelheid in dagen veel lager zijn dan bij een onderneming die machines verkoopt. In het laatste geval zijn de goederen minder snel om te zetten in geld (liquide middelen).