6.3 Model E winst-en-verliesrekening
Na het berekenen van de brutomarge en het vaststellen van de totalen van alle kostenposten stelt u vast welk resultaat uw onderneming heeft behaald. Hierbij doorloopt u een aantal stappen. Uiteindelijk komt u uit bij het resultaat na belastingen. In het Besluit Modellen Jaarrekening op wetten.overheid.nl vindt u Model E van de winst-en-verliesrekening.
6.3.1 Stap 1: Som der bedrijfsopbrengsten
wijzigingen
De eerste stap is het vermeerderen van de omzet met wijzigingen in ‘voorraad gereed product’ en ‘geactiveerde productie voor het eigen bedrijf overige bedrijfsopbrengsten’. Zo berekent u de som der bedrijfsopbrengsten.
6.3.2 Stap 2: Som der bedrijfslasten
uitbesteed werk
Vervolgens komt u bij de som der bedrijfslasten en die wordt gevormd door de volgende posten:
- kosten van grond- en hulpstoffen;
- kosten uitbesteed werk en andere externe kosten;
- lonen en salarissen;
- sociale lasten;
- afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa;
- overige waardeveranderingen van IVA en MVA;
- bijzondere waardevermindering van vlottende activa;
- overige bedrijfskosten.
6.3.3 Stap 3: Resultaat voor belastingen
correctie
vorderingen
Voordat u bij het resultaat voor belastingen komt, corrigeert u het verschil tussen bedrijfsopbrengsten en bedrijfslasten voor waardewijzigingen in effecten, rentebaten en lasten en waardeveranderingen van vorderingen.
De eventuele financiële baten − zoals de ontvangen rente op deposito’s, de ontvangen rentevergoeding van debiteuren en de opbrengsten uit beleggingen in financiële waarden − rekent u ook altijd mee. Normaliter waarderen ondernemingen financiële instrumenten voor de eerste waardering initieel tegen reële waarde. Een uitzondering hierop zijn de debiteuren.
Financiële instrumenten: debiteuren
factormaatschappij
Stel uw onderneming verkoopt producten op rekening voor € 90.000. U geeft uw klant de mogelijkheid direct te betalen of over twee jaar € 99.225 te betalen. Een factormaatschappij is echter slechts bereid € 87.500 voor deze vordering te betalen. De reële waarde is dus € 87.500 en dus boekt u de nominale waarde. Alle overige financiële instrumenten boekt u wel initieel tegen reële waarde.
Journaalpost
Uw initiële journaalpost ziet er als volgt uit:
Debiteuren € 90.000
Aan omzet € 90.000
Via de effectieve rentemethode is de gehanteerde rente 5% (€ 90.000 x (1,05)ˆ2 = € 99.225). Na jaar 1 boekt u:
Debiteuren € 4.500
Aan rentebaten € 4.500
6.3.4 Stap 4: Resultaat na belastingen
Het resultaat na belastingen is wat uw onderneming uiteindelijk overhoudt van alle inspanningen die in het betreffende boekjaar zijn verricht. De directie stelt dit resultaat vast en de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)keurt het goed. Daarna wordt het resultaat verdeeld.
Reserves
statutaire reserves
dividend
Zoals gezegd in paragraaf 5.1 vinden eerst de verplichte toevoegingen aan de wettelijke reserves en statutaire reserves plaats. Daarna pas bepalen de aandeelhouders of het resterende resultaat wordt toegevoegd aan de overige reserves of dat de onderneming overgaat tot het uitkeren van dividend.
Belastingen
Het resultaat uit belastingen bestaat in de meeste ondernemingen voor het overgrote deel of zelfs volledig uit de te betalen belasting. De Belastingdienst berekent de te betalen belastingen. Hiervoor corrigeert u het commerciële resultaat onder meer met:
- de verschillen tussen de fiscale en de commerciële waarderingen en afschrijvingen;
- investeringsaftrek, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek;
- niet-aftrekbare boetes;
- beperkte of niet-aftrekbare bedrijfskosten, zoals de kosten van drank en representatie;
- desinvesteringsbijtelling.
Op rendement.nl/fadossier vindt u een voorbeeld van een winst-en-verliesrekening. Als u de gevraagde gegevens invult in de daarvoor bestemde velden, maakt u de winst-en-verliesrekening voor uw organisatie op.