5.2 Voorzieningen
verplichtingen
U kunt op de balans één of meer voorzieningen vormen als u in de toekomst bepaalde verplichtingen en verliezen verwacht waarvan de omvang op de balansdatum nog onzeker is, maar die redelijkerwijs wel zijn in te schatten. Het vormen van een voorziening is ook toegestaan als u in een volgend boekjaar kosten gaat maken waarvan de oorsprong al eerder ligt − namelijk in het huidige boekjaar of eerder − en het de bedoeling is om de lasten gelijkmatig over meerdere boekjaren te verdelen.
Soorten voorzieningen
Voorbeelden van voorzieningen op de balans zijn de:
- garantievoorziening;
- voorziening voor milieuclaims;
- reorganisatievoorziening;
- pensioenvoorziening;
- voorziening voor latente belastingen.
Voor al deze voorzieningen geldt dat u deze uitgebreid moet toelichten. Zo moet u bijvoorbeeld een nauwkeurige omschrijving geven van de aard van de voorziening, de belangrijkste gehanteerde veronderstellingen en de mate van langlopendheid.
5.2.1 Garantievoorziening
inschatting
U kunt een garantievoorziening vormen als er sprake is van verplichte service of garantie bij geleverde goederen of diensten. Om de hoogte van de voorziening te bepalen, maakt u een reële inschatting van de toekomstige kosten. Dit doet u meestal op basis van uw ervaringen of van wat in uw branche gebruikelijk is.
5.2.2 Reorganisatievoorziening
bekendmaking
Bestaat er binnen uw organisatie een gedetailleerd plan voor een reorganisatie? En is dit plan al aan de betrokkenen bekendgemaakt vóór balansdatum én zal dit daadwerkelijk worden uitgevoerd? Dan zult u een voorziening moeten treffen voor de kosten hiervan. Denk aan toekomstige ontslaguitkeringen of aan de kosten van het afstoten van bepaalde activiteiten.
In een reorganisatievoorziening neemt u alleen de kosten op die direct betrekking hebben op de reorganisatie, zoals de kosten van afvloeiing van overtollig personeel, maar bijvoorbeeld niet verhuiskosten, her- en bijscholing personeel en verwachte boekwinst bij verkoop van fabrieken.
5.2.3 Voorziening voor milieuclaims
vervuiling opruimen
Als uw onderneming milieuverontreiniging veroorzaakt, dan neemt u een voorziening op de balans op:
- zodra er een wettelijke verplichting bestaat om deze vervuiling op te ruimen;
- zodra kenbaar is gemaakt dat het beleid van uw organisatie voorziet in het opruimen van de vervuiling.
directe kosten
De omvang van de voorziening baseert u op de verwachte kosten. Neem bijvoorbeeld de olieramp bij BP in de golf van Mexico in 2010. Toen wist BP niet wat de exacte hoogte van de schade was of wanneer hij exact zou worden uitgekeerd. Wel helder was dat het BP een voorziening moest treffen van vele miljarden om zowel de directe kosten (het opruimen van de olie) als indirecte kosten (onder andere via claims) te kunnen voldoen.
Olielekkage binnen wettelijke marges
onderzoek
Stel dat bij BP gedurende het boekjaar 2018 oude olie wordt opgeslagen. In februari 2019 voert de gemeente een inspectie uit. Daarbij wordt vastgesteld dat olie is gelekt, maar dat dit binnen de wettelijke marges blijft. De ondernemingsleiding laat een milieudeskundige onderzoek doen en schat de kosten voor schoonmaak op € 3 miljoen. BP hoeft geen voorziening op te nemen in jaarrekening 2018, want de lekkage blijft binnen de wettelijke normen. Alleen als de leiding de intentie heeft de olie op te ruimen, inclusief voorwaarden voor een plan, dan mag er wel een voorziening worden gevormd.
5.2.4 Pensioenvoorziening
actuariële berekening
Voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) wordt vaak een pensioenvoorziening getroffen waarbij het ouderdomspensioen niet geheel wordt ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij, maar (gedeeltelijk) in eigen beheer wordt opgebouwd.
Pensioen werknemer
Op basis van een actuariële berekening wordt jaarlijks een bedrag gereserveerd op de balans, zodat er op de pensioendatum voldoende geld is gereserveerd om een jaarlijks pensioen te kunnen uitkeren. Deze berekening is gebaseerd op de verwachte rentevoet en de gemiddelde levensverwachting van de pensioengerechtigde. Aangezien we in Nederland werken met pensioenfondsen waardoor risico’s gespreid zijn, wordt door de RJ gesuggereerd dat u de pensioenresultaten moet verwerken als toegezegde bijdrageregeling (RJ 271). Dus alleen de directe bijdrages worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Er wordt geen specifieke pensioenvoorziening opgenomen.
Ondernemingen mogen wel IAS 19 toepassen. In lijn met IAS 19 wordt de pensioenvoorziening opgesteld bij een toegezegd pensioenstelsel, waarbij actuariële resultaten worden gebaseerd op onder andere salarisgroei, pensioenleeftijd en de levensverwachting van de bevolking. Dit vindt in de praktijk bijna nooit plaats voor een mkb-onderneming.
Korting bij afkoop pensioen in eigen beheer
Sinds 1 juli 2017 is het gedaan met het opbouwen van pensioen in eigen beheer. Bij het afkopen van het pensioenpotje krijgt de dga een belastingkorting. In 2017 was die korting het hoogst: 34,5%. Dat liep af naar 25% vorig jaar en is 19,5% voor dit jaar. Vanaf 2020 is er geen korting meer. Naast afkoop hebben dga’s nog twee opties: het pensioen laten staan zonder verdere opbouw of het omzetten naar een zogeheten oudedagsverplichting (ODV).
Voorziening voor latente belastingverplichtingen
Bij verschillen tussen de fiscale en commerciële boekwaarde van bepaalde activa is er sprake van een voorziening voor latente belastingverplichtingen. Zo kan uw bedrijfsgebouw geherwaardeerd zijn tegen de actuele waarde. Omdat dit uitsluitend in commerciële zin is toegestaan en niet in fiscale zin, blijft de fiscale boekwaarde gelijk en stijgt uitsluitend de commerciële waarde. Hierdoor ontstaat echter nog geen directe belastingverplichting.
De verplichting ontstaat op het moment van verkoop van het betreffende onroerend goed. Als de belasting pas op langere termijn is verschuldigd, waardeert u de latente belastingverplichting tegen de contante waarde van de in de toekomst nominaal verschuldigde vennootschapsbelasting. Hoe langer het duurt voordat de belasting daadwerkelijk is verschuldigd, des te lager de contante waarde.