U bent hier

7.2 Inkomensafhankelijke bijdrage

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2020

via percentage

normaal gesproken

Naast de hiervoor behandelde nominale premie betaalt iedereen mee aan de zorgkosten via een percentage van zijn inkomen. Dit geldt ook voor jongeren onder de achttien jaar die een betaalde (bij)baan hebben. Deze zogeheten inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) kan verschuldigd zijn in de vorm van een werkgeversheffing of in de vorm van een werknemersbijdrage. Normaal gesproken is de werkgeversheffing van toepassing (dat is de hoofdregel), maar in sommige situaties speelt de werknemersbijdrage.

Soms is er géén inkomensafhankelijke bijdrage ZVW verschuldigd. Dat is het geval bij (verplicht of vrijwillig) eindheffingsloon, militairen in actieve dienst (die zijn niet verzekerd) en zeevarenden die aan boord van een zeeschip werken (voor hen geldt een werkgeversheffing van 0%).

Werkgever

Als er sprake is van de werkgeversheffing ZVW komt de inkomensafhankelijke bijdrage voor rekening van uw organisatie. Dat betekent dat u een percentage van 6,70% (in 2020) over de grondslag (zie hierna) moet betalen aan de Belastingdienst, als onderdeel van de totale verschuldigde loonheffingen.

in de volgende situaties

leeftijds­ontslag

Uw onderneming is de werkgeversheffing ZVW verschuldigd in de volgende situaties:

  • loon uit tegenwoordige dienstbetrekking;
  • loon uit vroegere dienstbetrekking dat u betaalt tot en met het einde van de maand waarin de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
  • periodieke uitkeringen wegens invaliditeit, ongeval of ziekte waarop de werknemer op grond van de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst recht heeft;
  • uitkeringen op grond van een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) die kwalificeren als loon uit tegenwoordige arbeid;
  • uitkeringen voor werknemers die functioneel leeftijdsontslag (FLO) krijgen (tot en met 24 maanden uitkering).

De werkgeversheffing ZVW die uw onderneming voor de werknemer betaalt, vormt geen loon voor hem. U hoeft dit dus niet als voordeel in de loonheffingen te betrekken.

Werknemer

op het nettoloon inhouden

Als er sprake is van de bijdrage ZVW komt de inkomensafhankelijke bijdrage voor rekening van de werknemer. U moet dan een percentage van 5,45% (in 2020) over de grondslag (zie hierna) op het nettoloon van de werknemer inhouden en dit afdragen aan de Belastingdienst.

opting-in

periodieke uitkeringen

(pre)pensioenuitkeringen

De (werknemers)bijdrage ZVW speelt in deze situaties:

  • loon uit vroegere dienstbetrekking van (ex-)werknemers en uitkeringsgerechtigden die de AOW-leeftijd hebben bereikt (vanaf de eerstvolgende kalendermaand na dit moment);
  • loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van pseudo-werknemers (regeling opting-in);
  • loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van directeuren-grootaandeelhouders die niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;
  • bepaalde wettelijke pensioenen (zoals op grond van de Garantiewet Surinaamse pensioenen);
  • lijfrenten, uitkeringen aan verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers en uitkeringen van beroepspensioenfondsen;
  • periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon (stamrechtuitkeringen);
  • periodieke uitkeringen wegens invaliditeit, ongeval of ziekte die niet zijn opgenomen in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst;
  • lijfrente-uitkeringen aan minder- en meerderjarigen en uitkeringen uit een lijfrentespaarrekening of uit een lijfrentebeleggingsrekening;
  • (pre)pensioenuitkeringen en RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid, zoals uitkeringen voor werknemers die functioneel leeftijdsontslag (FLO) krijgen (vanaf 25 maanden uitkering).

Berekening

kolom 12 van de loonstaat

De grondslag voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW wordt gevormd door het bijdrage-inkomen van de werknemer. Dat is het loon voor de Zorgverzekeringswet uit kolom 12 van de loonstaat.

maximaal

U berekent de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW per loontijdvak via de methode van het voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR), net zoals bij de premies werknemersverzekeringen (zie paragraaf 8.2). Hierbij hoeft u de werkgeversheffing of werknemersbijdrage slechts te berekenen over een bijdrageloon van maximaal € 57.232 op jaarbasis, oftewel maximaal € 4.769,33 per maand of € 4.402,46 per vier weken.

Speciale situaties verwerken in de loonaangifte

verschillende nummers

Als u voor een werknemer tegelijkertijd te maken heeft met loon waarover u de werkgeversheffing ZVW bent verschuldigd en met loon waarover hij de werknemersbijdrage ZVW moet betalen, moet u dit onder verschillende nummers inkomstenverhouding in de aangifte loonheffingen verwerken. Over beide vormen van loon (of uitkeringen) berekent u dan de werkgeversheffing respectievelijk werknemersbijdrage tot het maximumbijdrageloon voor dat loontijdvak.

onder één nummer

Zijn er verschillende tarieven werkgeversheffing ZVW op het loon van een werknemer van toepassing – zoals bij sommige zeevarenden het geval is – dan mag u dit loon onder één nummer inkomstenverhouding verwerken in de loonaangifte.