U bent hier

1.4 Vervanging investeringsmiddel

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

desinvesteren

herinvesteren

Naast investeren kan een onderneming ook desinvesteren. Hiervan is sprake als u een bedrijfsmiddel na verloop van tijd verkoopt om al dan niet te vervangen door een nieuw bedrijfsmiddel. Verkoopt of schenkt u het bedrijfsmiddel na relatief korte tijd, dat wil zeggen binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin u de investering deed, dan moet u eventueel eerder genoten kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en andere fiscale voordelen (EIA, MIA, VAMIL) gedeeltelijk terugbetalen op grond van de zogeheten desinvesteringsbijtelling. Van herinvesteren is sprake als u het bedrag dat u ontvangt bij de verkoop van een bedrijfsmiddel aanwendt voor de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel.

Boekwinst

boekwaarde

boekwinst

De vervreemding van een bedrijfsmiddel levert boekhoudkundig een winst op als de verkoopopbrengst hoger is dan de boekwaarde van het bedrijfsmiddel. Denk aan de verkoop van het bedrijfspand. De hoofdregel luidt dat u belasting betaalt over deze boekwinst. Deze boekwinst kunt u opnemen in een herinvesteringsreserve. Hiermee voorkomt u dat er direct belasting wordt geheven over die boekwinst. Deze winstbelasting kunt u voorkomen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen.

Een belangrijke voorwaarde om deze reserve te kunnen vormen is wel dat u een voornemen moet hebben om te herinvesteren in een nieuw, vervangend bedrijfsmiddel. In hoofdstuk 8 leest u meer over deze herinvesteringsreserve.