3.4 Vakantiedagen
bovenwettelijk
voor saldo uitruilen
Uw cafetariaregeling kan werknemers als doel extra vakantiedagen (of vakantie-uren) aanbieden. De via een uitruil ingekochte vakantie is uiteraard bovenwettelijk. U verloont de vakantie pas via de salarisadministratie als de werknemers de dagen opnemen. Dit kan in een volgend kalenderjaar zijn. Het is van belang om van tevoren een prijs voor zo’n vakantiedag vast te leggen. Meer over die waardebepaling kon u lezen in paragraaf 2.3. In plaats van een uitruil voor vakantiedagen of -uren (tijd) kunt u werknemers ook voor een saldo (geld) bestemd voor de aankoop van vakantiedagen laten uitruilen. In paragraaf 11.2 vindt u een voorbeeld van een uitruil met extra vakantie als uitgekozen doel.
Een tussentijdse loonsverhoging maakt de loondoorbetaling over aangekochte vakantiedagen duurder voor uw organisatie. Andersom zijn werknemers met een saldo om vakantiedagen van aan te kopen dan juist duurder uit.
Planningstechnisch
grenzen stellen
Een keuze voor extra vakantiedagen als doel van een uitruil kan planningstechnische gevolgen hebben voor uw organisatie en andere werknemers. Daarom kan de werkgever grenzen stellen aan dit keuzeloon, bijvoorbeeld dat werknemers hooguit vijf extra vakantiedagen per jaar mogen inkopen via een uitruil. Zo’n maximum kan voorkomen dat uw organisatie in de problemen komt als werknemers veel extra vakantie gaan opnemen of dat zij een stuwmeer aan vakantiedagen hebben (zie ook paragraaf 4.2).
geen vijf jaar
U kunt voor de extra vakantiedagen ook afspreken dat ze geen vijf jaar geldig zijn – zoals het geval is bij reguliere bovenwettelijke vakantiedagen – maar dat u die aangekochte dagen uitbetaalt als werknemers ze aan het einde van het kalenderjaar van aankoop niet hebben opgenomen.
De uitruil van een belaste bron voor extra vakantie levert werknemers geen fiscaal voordeel op, aangezien de vakantiedagen ook een brutobestanddeel zijn. Maar hierdoor hebben zij wel extra vrije tijd om te spenderen.