U bent hier

9.3 De rol van de curator

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: oktober 2017

mogelijkheden doorstart

afwikkelen ­faillissement

Zowel bij een surseance als bij een faillissement zal de bewindvoerder of curator onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een doorstart van de onderneming. In zijn eerste verslag benoemt de curator onder andere de oorzaken van het faillissement, de levensvatbaarheid van bedrijfsonderdelen en de medewerking van de gefailleerde. Bovendien geeft hij zijn mening over de manier waarop hij het faillissement denkt af te wikkelen. De curator legt zo snel mogelijk contact met betrokkenen, zoals de Belastingdienst, de bank, werknemers, schuldeisers en deskundigen. Direct na de faillietverklaring breekt er een afkoelingsperiode aan (zie paragraaf 9.1.3).

De curator bepaalt of er sprake kan zijn van voortzetting van de failliete onderneming en onderzoekt of bepaalde delen van de onderneming levensvatbaar zijn en of die zelfstandig kunnen worden voortgezet.

Onregelmatigheden

vereffenen failliete boedel

Ook onder de nieuwe wet blijft de kerntaak van de curator het vereffenen van de failliete boedel ten bate van de gezamenlijke crediteuren. Daarbovenop krijgt hij meer dan vroeger de taak om onregelmatigheden rond een faillissement te traceren. De curator is verplicht mogelijke onregelmatigheden in een faillissement te melden bij de rechter-commissaris.

Informatiepositie

medewerking curator

Per 1 juli 2017 is de Wet versterking positie curator ingegaan. Hierdoor heeft de curator een duidelijkere en sterkere informatiepositie. De gefailleerde partij krijgt een algemene informatie- en medewerkingsplicht naar de curator, met inbegrip van de verplichting om de curator medewerking te verlenen bij het verkrijgen van toegang tot eventuele buitenlandse banktegoeden of versleutelde digitale bestanden.