8.1 Definiëring
redelijkerwijze
Volgens het Burgerlijk Wetboek (BW) is er sprake van opvolgend werkgeverschap bij opeenvolgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. Hierbij maakt het (tegenwoordig) niet uit of er inzicht bestaat in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer.
Voor het kunnen afspreken van een proeftijd bij opvolgend werkgeverschap maakt het (nog) wel uit of uw organisatie als opvolgend werkgever al inzicht heeft in de kennis en kunde van de nieuwe werknemer. Is dat het geval, dan mag u geen proeftijd met hem afspreken.
kan lastig zijn
In de praktijk kan het lastig zijn om te bepalen wanneer uw onderneming als werkgever in redelijkheid wordt geacht de opvolger te zijn van een andere werkgever. Het is in elk geval duidelijk dat het hierbij om ongeveer dezelfde werkzaamheden moet gaan, waarbij dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden zijn vereist als voor de vorige functie van de werknemer.
initiatief
Verder moet de overstap naar uw onderneming als nieuwe werkgever op initiatief van u, de oude werkgever of van allebei gebeuren, en mag deze niet vanuit de werknemer zelf komen. In dat laatste geval is er namelijk geen sprake van een situatie dat de werknemer de werkzaamheden ‘volgt’ naar de nieuwe werkgever.