U bent hier

Onderneming & Fiscus
Erven en schenken5. Beschermingsbepalingen5.3 Bewind

5.3 Bewind

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2024

Het is ook mogelijk om het erfdeel, legaat of de schenking van bepaalde verkrijgers onder bewind te stellen. Hiermee voorkomt u dat de betreffende erfgenaam, legataris of begiftigde direct de vrije beschikking over het erfdeel, legaat of de schenking verkrijgt. U kunt desgewenst een onderscheid maken tussen het minderjarigenbewind en het meerderjarigenbewind.

5.3.1 Minderjarigenbewind

bewindvoerder

Voor minderjarige erfgenamen heeft de ouder of de voogd de beschikking over het vermogen van de minderjarige. Als u de ouder of voogd niet geschikt vindt om het vermogen van de minderjarige te beheren, kunt u een andere persoon als bewindvoerder aanwijzen. Wellicht is de omvang of samenstelling van de erfenis te groot of complex voor de betreffende ouder of voogd om dit volgens uw wensen te beheren en hierover te beschikken.

5.3.2 Meerderjarigenbewind

opheffen

Ook als de erfgenamen of begiftigden (jong) meerderjarig zijn, is het niet altijd wenselijk dat zij direct de volledige vrije beschikking over hun erfdeel of schenking verkrijgen. Voor die situatie stelt u een zogenoemd meerderjarigenbewind in tot een leeftijd waarop u verwacht dat de erfgenamen wel zelf vrijelijk over dit vermogen mogen beschikken. Let wel, de persoon van wie het verkregen vermogen onder bewind staat, kan bij de kantonrechter een verzoek doen om het bewind op te heffen. Hij moet hiervoor wel aannemelijk maken dat hij zelf op verantwoorde wijze met het vermogen om kan gaan. Dit verzoek kan vijf jaar na het overlijden of de schenking worden ingediend.

In principe hebben de ouders of de voogd het vruchtgenot van het vermogen van de minderjarige kinderen. Vindt u dit niet wenselijk, dan kunt u in uw testament bepalen dat dit ouderlijk vruchtgenot niet van toepassing is op het van u verkregen vermogen.