U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid2. Kiezen voor een fiscale eenheid VPB2.1 Voorwaarden vorming fiscale eenheid

2.1 Voorwaarden vorming fiscale eenheid

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2023

verliezen

Bij een fiscale eenheid tussen een moedermaatschappij en een of meer dochtermaatschappijen worden de resultaten van de dochter(s) toegerekend aan de moeder. De dochter blijft weliswaar als entiteit bestaan, maar is niet langer zelfstandig belastingplichtig. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat binnen de fiscale eenheid de verliezen van een vennootschap verrekenbaar zijn met de winsten van andere vennootschappen.

Moeder en dochter

boekjaar

Voor de vorming van de fiscale eenheid moet de moeder minimaal 95% van de aandelen in de dochter bezitten. De moeder moet recht hebben op minimaal 95% van de winst en minimaal 95% van het vermogen van de dochter. En de moeder moet voor minimaal 95% stemrecht in de dochter hebben. Daarnaast gelden deze voorwaarden:

  • de ondernemingen moeten in Nederland zijn gevestigd;
  • de ondernemingen hebben hetzelfde boekjaar;
  • de ondernemingen zijn aan hetzelfde belastingregime onderworpen;
  • de winst van de ondernemingen wordt op dezelfde manier berekend;
  • de dochteronderneming is een bv of nv;
  • de moeder is een bv, nv, onderlinge waarborgmaatschappij, coöperatie, stichting of vereniging die optreedt als woningcorporatie;
  • de ondernemingen hebben een verzoek ingediend bij de Belastingdienst om een fiscale eenheid te vormen (zie paragraaf 2.3).

Door een uitbreiding van de regeling van de fiscale eenheid is het sinds 2016 onder voorwaarden mogelijk een fiscale eenheid te vormen met een (tussenliggende) vennootschap uit een EU-lidstaat (zie paragraaf 2.1.5).

2.1.1 95% van alle aandelenvormen

bezitseis

aandelen

economisch eigendom

De bezitseis van 95% van de aandelen (in het nominaal gestorte kapitaal) in de dochter geldt zowel voor de juridische als de economische eigendom. Heeft de dochter verschillende soorten aandelen, zoals prioriteitsaandelen, stemrechtloze aandelen en preferente aandelen? Dan moet de moeder de juridische én economische eigendom bezitten van minimaal 95% van élke soort aandelen. Dit moet voorkomen dat een aandeelhouder met ten minste 95% van de aandelen, recht heeft op minder dan 95% van de winst.

Stichting Administratiekantoor

stemrecht

decertificering

De juridische eigendom houdt in dat de moeder voor het civiele recht eigenaar is van de aandelen in de dochter. Zij kan daarmee stemrecht op de aandelen uitoefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders. De economische eigendom geeft de moeder recht op alle economische voordelen uit de aandelen, zoals dividenduitkeringen. Als de aandelen in de dochter gecertificeerd zijn, bezit de moeder wel de economische, maar niet de juridische eigendom. De economische rechten (zoals het recht op winst) en de zeggenschapsrechten (zoals het recht om de algemene vergadering bij te wonen) zijn van elkaar gescheiden. Het stemrecht rust dan op het bestuur van de Stichting Administratiekantoor. Een fiscale eenheid is in principe pas mogelijk na decertificering van de aandelen.

Administratieve afhandeling

verkrijging

Meestal zit er enige tijd tussen de verkrijging van de juridische eigendom nadat u de economische eigendom van de aandelen heeft verkregen. Toch voldoet u in de volgende gevallen aan de bezitseis:

  • Tussen het tijdstip van de verkrijging van de juridische eigendom en het tijdstip van de verkrijging van de economische eigendom zitten niet meer dan vijf werkdagen.
  • Het is daadwerkelijk de bedoeling van de betrokken partijen om de juridische eigendom meteen na de verkrijging van de economische eigendom over te dragen.

Is vijf dagen niet haalbaar door omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de betrokken ondernemingen liggen (zoals een lange decertificeringsprocedure)? Een verlenging tot maximaal drie maanden is dan mogelijk.

Toch fiscale eenheid

prioriteits-aandeel

Als een moeder alle gewone aandelen in een dochter bezit, behalve één prioriteitsaandeel dat aandeelhouders verschillende bijzondere rechten kan geven, voldoet u niet aan de bezitseis. De moeder moet immers minimaal 95% van elke aandelensoort bezitten. Een prioriteitsaandeel wordt echter als één soort aandelen aangemerkt, zolang het zich van de andere aandelen onderscheidt doordat er een benoemingsrecht of daarmee vergelijkbaar recht aan is verbonden. In dat geval kunt u dus toch een fiscale eenheid vormen.

Er geldt een uitzondering bij het toekennen van optierechten aan werknemers of anderen dan de moedermaatschappij. Als het aandelenbezit van de moeder hierdoor tot onder de 95% zakt, hoeft de fiscale eenheid onder voorwaarden toch niet te worden verbroken.

Indirect belang

De moedermaatschappij hoeft het 95%-belang in de dochtermaatschappij niet rechtstreeks (middellijk) te bezitten. Bij het bepalen of de moedermaatschappij voldoet aan de bezitseis, telt naast het onmiddellijke belang ook het middellijke belang mee, als dit in handen is van dochtermaatschappijen die deel uitmaken van de fiscale eenheid.

2.1.2 Dezelfde boekjaren

boekjaren

resultaten

Binnen de fiscale eenheid moeten de boekjaren van moeder en dochter(s) samenvallen, zowel feitelijk als statutair. Zonder deze eis is het namelijk vrijwel onmogelijk om de resultaten van de maatschappijen samen te voegen (te consolideren). Wijkt het boekjaar van een van de ondernemingen af van de rest, dan moet het boekjaar van deze bv worden aangepast aan dat van de moeder en de andere bv’s.

Boekjaar moedermaatschappij

statutaire 
boekjaar

Een nieuw opgerichte moedermaatschappij kan pas een fiscale eenheid vormen met een bestaande dochtermaatschappij vanaf het moment waarop de boekjaren samenvallen. Het is mogelijk om toch al vrijwel vanaf het begin een fiscale eenheid te vormen, als:

  • het eerste statutaire boekjaar van de moeder gelijktijdig eindigt met het boekjaar van de dochter;
  • het eerste boekjaar daadwerkelijk wordt afgesloten;
  • de boekjaren na het eerste boekjaar zowel statutair als feitelijk gelijklopen.

Een nieuw opgerichte dochter kan vanaf de datum van oprichting een fiscale eenheid vormen met de moeder. Voorwaarde is wel dat de dochtermaatschappij de boeken feitelijk afsluit op het moment dat de moedermaatschappij haar eigen lopende boekjaar afsluit.

2.1.3 Dezelfde winstbepaling

winst-
bepaling

De bv’s die tot de fiscale eenheid willen behoren, moeten onder hetzelfde winstbepalingsregime vallen om een fiscale eenheid te kunnen vormen. Zo is zonder nadere voorwaarden geen fiscale eenheid mogelijk tussen een ‘normaal belaste’ bv en een fiscale beleggingsinstelling of een verzekeraar waarvoor een afwijkend winstbepalingsregime geldt.

2.1.4 Eisen aan de rechtsvorm

Aan de rechtsvorm van de ondernemingen die tot een fiscale eenheid willen behoren, worden eveneens eisen gesteld. Een moedermaatschappij kan deel uitmaken van een fiscale eenheid als zij een nv, bv, coöperatie is of een stichting of vereniging is die optreedt als woningcorporatie. Door een uitbreiding van de regeling van de fiscale eenheid in 2016 mag de moeder ook een buitenlandse rechtsvorm hebben die met de hierboven genoemde rechtsvormen vergelijkbaar is. Een dochter moet een bv of nv zijn, of een buitenlandse rechtsvorm hebben die daarmee vergelijkbaar is.

2.1.5 Nederlandse vestigingsplaats

vestigingsplaats

Met betrekking tot de vestigingsplaats van de betrokken bv’s geldt volgens de Nederlandse wet, de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) en belastingverdragen als hoofdregel dat de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij(en) feitelijk in Nederland moeten zijn gevestigd. U krijgt dus in principe geen goedkeurende beschikking van de Belastingdienst, als u een fiscale eenheid wilt vormen met een buitenlandse dochter.