3.1 Voordelen van een fiscale eenheid VPB
holding
De Belastingdienst int bij een fiscale eenheid VPB uitsluitend belasting bij de moedermaatschappij (holding-bv). De resultaten van de dochters worden toegerekend aan de holding-bv. De dochters hoeven dus niet af te rekenen over de winst. U krijgt dus met slechts één VPB-aangifte te maken en kunt de resultaten van de verschillende bv’s tot één resultatenrekening samenvoegen.
3.1.1 Directe verliesverrekening
voorvoegingsverliezen
Het belangrijkste voordeel van een fiscale eenheid is dat u de resultaten van de ‘gevoegde’ bv’s binnen hetzelfde jaar kunt verrekenen (‘salderen’). Dit betekent dat u een verlies van de ene bv (horizontaal) kunt aftrekken van de winst van een andere bv binnen de fiscale eenheid. Voor verliezen die dateren van vóór het tot stand komen van de fiscale eenheid (voorvoegingsverliezen), gelden aparte regels die de onderlinge verliesverrekening beperken (zie hoofdstuk 4).
Salderen van het verlies
X bv vormt met haar dochtermaatschappijen Q bv en R bv een fiscale eenheid voor de VPB. In 2022 behalen de bv’s de volgende resultaten:
- X bv een winst van € 60.000;
- Q bv een winst van € 200.000;
- R bv een verlies van € 100.000.
voorgaande jaren
De bv’s vormen al vanaf 2010 een fiscale eenheid. Zonder fiscale eenheid zouden X bv en Q bv belasting moeten betalen over hun winsten. En R bv zou haar verlies uit 2022 onder voorwaarden kunnen verrekenen met eventuele winsten uit andere jaren. Lijdt R bv al enkele jaren achtereen verlies, dan kan zij het nieuwe verlies niet verrekenen met winsten van voorgaande jaren. In de fiscale eenheid komt het verlies in elk geval nog ten laste van de groep: het verlies van R bv is verrekenbaar met de winsten van X bv en Q bv. De totale winst van de fiscale eenheid X bv bedraagt: € 60.000 + € 200.000 -/- € 100.000 = € 160.000.
Renteaftrek
vreemd vermogen
De mogelijkheid om de resultaten van moeder en dochter met elkaar te verrekenen geldt ook als de moedermaatschappij de aankoop van een dochtermaatschappij financiert met een banklening of vreemd vermogen. De eigen winst van de moedermaatschappij is vaak niet voldoende om de rentelast volledig af te trekken. Met de winst van de dochter erbij kan de moedermaatschappij de renteaftrek mogelijk wel te gelde maken. Sinds 2019 moet u wel rekening houden met een generieke renteaftrekbeperking, de zogeheten earningsstrippingregeling (zie paragraaf 4.3).
In 2023 is de rente niet aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente meer bedraagt dan 20% van de winst, en meer dan € 1.000.000. Rente die in een jaar niet aftrekbaar is, kan worden doorgeschoven naar volgende jaren.
3.1.2 Onderlinge transacties van bv’s zijn onbelast
winstneming
Een ander voordeel van een fiscale eenheid VPB is dat er geen belastingheffing plaatsvindt over de winsten die worden behaald uit transacties tussen de bv’s binnen de fiscale eenheid. Verkoopt een dochtermaatschappij bijvoorbeeld een halffabricaat aan een andere maatschappij binnen de fiscale eenheid, dan leidt dat niet tot winstneming. Het fiscale vermogen van de eenheid als geheel verandert niet. Pas op het moment dat een onderneming van de fiscale eenheid een product verkoopt aan een derde buiten de fiscale eenheid, is over de behaalde winst belasting verschuldigd.
Voorbeeld transactie tussen bv’s
zakelijke prijs
Meneer Driessen is directeur-grootaandeelhouder van Holding D bv, die alle aandelen bezit van doe-het-zelfwinkel C bv en timmerbedrijf A bv. A bv koopt het hout bij C bv. Het hout heeft een verkoopwaarde van € 130.000 en een boekwaarde van € 100.000. De bv’s komen een zakelijke prijs overeen. Als er geen sprake is van een fiscale eenheid, behaalt C bv een boekwinst van € 30.000. Hierover moet zij belasting betalen. Vindt de verkoop plaats binnen een fiscale eenheid, dan leidt de verkoop van het hout niet tot VPB-heffing. De onderlinge transactie tussen de bv’s kan immers onbelast plaatsvinden.
3.1.3 Reorganiseren zonder afrekenen
geruisloos
onroerende zaak
Binnen een fiscale eenheid VPB is een geruisloze reorganisatie mogelijk. Dit houdt in dat u activiteiten – maar ook onroerende zaken – kunt hergroeperen of binnen een bv kunt samenvoegen zonder hierover te moeten afrekenen met de fiscus. Denk bijvoorbeeld aan de verhuur van een onroerende zaak van de ene werkmaatschappij aan een andere bv binnen de fiscale eenheid. Er is dan sprake van eigen gebruik. Een ander voorbeeld is de overdracht van bezittingen en schulden van de ene naar de andere bv, zonder fiscale afrekening voor de VPB.
Belastingontwijking
antimisbruikregels
Ondernemingen zouden een reorganisatie binnen een fiscale eenheid kunnen misbruiken om onder de VPB-heffing uit te komen, bijvoorbeeld door een bedrijfspand via een constructie onder de marktprijs te vervreemden. Antimisbruikregels zorgen ervoor dat dergelijke constructies die puur zijn gericht op het voorkomen van belastingheffing worden aangepakt. In hoofdstuk 5 leest u hier meer over.
Constructie om VPB-heffing te ontwijken
overdragen
In plaats van een bedrijfspand met een boekwaarde van € 500.000 aan een derde te verkopen voor € 650.000 bedenkt X bv een tussenstap, waardoor niet hoeft te worden afgerekend over de boekwinst van € 150.000. Daartoe wordt een dochter-bv opgericht door X bv en een fiscale eenheid voor de VPB aangegaan. Vervolgens wordt het bedrijfspand binnen de fiscale eenheid tegen de boekwaarde overgedragen aan de nieuwe dochtermaatschappij. Na een jaar verkoopt de holding de aandelen in de dochtermaatschappij aan de derde die het bedrijfspand wil kopen. Hierdoor is er – in plaats van een belaste verkoopwinst op het pand – sprake van een onbelaste verkoopwinst op haar deelneming.