U bent hier

Onderneming & Fiscus
Vastgoed5. Vennootschapsbelasting5.4 Fiscale eenheid

5.4 Fiscale eenheid

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2021

zelfstandig aangifte

Elke bv is belastingplichtig voor haar eigen uitgeoefende onderneming. Iedere bv doet daarom ook zelfstandig aangifte en heeft haar eigen winsten en verliezen. Als sprake is van een concern, kan het voorkomen dat door deze zelfstandige belastingplicht méér belasting moet worden betaald dan bij een vennootschap waarin alle resultaten zijn gesaldeerd. Hiervoor is de fiscale eenheid in het leven geroepen.

Fiscaal één bv

wegstrepen

gezamenlijk verzoek

Voor de VPB kunt u verzoeken om alle ondernemingen die tot een concern behoren fiscaal als een eenheid te behandelen. Dit is de fiscale eenheid voor de VPB. De winsten en verliezen mag u dan tegen elkaar wegstrepen. De moeder-bv wordt als belastingplichtige van de fiscale eenheid beschouwd, de dochter-bv of -bv’s gaan hier als het ware in op. Dit kan aanzienlijk belastingvoordeel met zich meebrengen. Daarnaast heeft dit een administratief voordeel, want u hoeft maar één belastingaangifte te doen.

Is een fiscale eenheid nog wel aantrekkelijk?

nieuwe regels en tarieven

Elk jaar komen er nieuwe fiscale regels en tarieven. Deze nieuwe regels en tarieven kunnen ervoor zorgen dat het vormen van een fiscale eenheid in uw situatie minder aantrekkelijk is. De fiscale eenheid zorgt er namelijk ook voor dat u de winsten van de verschillende bv’s moet optellen en verliezen kunt salderen.

Verschil

winstdrempel

Dat betekent dat de fiscale eenheid mogelijk sneller over de winstdrempel heen gaat, terwijl de afzonderlijke bv’s met hun winst nog keurig onder het lage tarief vallen. Door het grotere verschil tussen het hoge en het lage tarief wordt dat dus steeds ongunstiger. Aan de andere kant kan het ook zijn dat door het oprekken van de grens naar € 395.000 uw fiscale eenheid juist plotseling volledig in het lage tarief valt. Controleer dus regelmatig of een fiscale eenheid nog voordelen heeft voor uw onderneming.

5.4.1 Voorwaarden fiscale eenheid

Een fiscale eenheid voor de VPB kan op gezamenlijk verzoek van een in Nederland gevestigde moeder- en dochtervennootschap gevormd worden als de moedervennootschap de gehele juridische én economische eigendom bezit van ten minste 95% van de aandelen in de dochtervennootschap. Aan dit bezit moet ten minste 95% van de statutaire stemrechten in de dochtervennootschap kleven en het moet recht geven op ten minste 95% van de winst én het vermogen van de dochter.

Overige voorwaarden

in Nederland

hetzelfde boekjaar

Andere voorwaarden zijn:

  • alle betrokken maatschappijen moeten feitelijk in Nederland zijn gevestigd;
  • de dochterbedrijven zijn een nv of bv;
  • de vennootschappen maken gebruik van dezelfde boekjaren en hanteren dezelfde winstbepalingen;
  • de boekjaren van de vennootschappen vallen samen.

Buitenland

Europese Hof van Justitie

tussenmaatschappij

zustermaatschappij

Het is ook mogelijk dat een groep maatschappijen niet alleen uit Nederlandse maatschappijen bestaat. Dit is het gevolg van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. De Nederlandse maatschappijen kunnen daardoor in de volgende twee gevallen toch een fiscale eenheid vormen:

  • Een in Nederland gevestigde moedermaatschappij kan een fiscale eenheid vormen samen met een in Nederland gevestigde kleindochtermaatschappij. De dochtermaatschappij (tussenmaatschappij), die in een andere lidstaat van de Europese Unie is gevestigd, moet dan wel de aandelen houden in de kleindochtermaatschappij. De dochtermaatschappij maakt dan geen onderdeel uit van de fiscale eenheid voor de VPB.
  • De in Nederland gevestigde zustermaatschappijen kunnen samen een fiscale eenheid voor de VPB vormen. Hiervoor is wel vereist dat de aandelen van de zustermaatschappijen in bezit zijn van dezelfde maatschappij (topmaatschappij) die in een andere lidstaat van de Europese Unie is gevestigd. Dit betekent wel dat één van de zustermaatschappijen de moedermaatschappij is voor de fiscale eenheid. De topmaatschappij kan niet in de fiscale eenheid worden opgenomen.

opvolger

Deze toevoegingen maken de regeling er niet eenvoudiger op. Het is daarom de bedoeling dat er een ‘opvolger’ komt die strookt met EU-recht, uitvoerbaar is en bijdraagt aan een gunstig vestigingsklimaat in Nederland. Het is nog niet bekend hoe die regeling eruit komt te zien.

Op rendement.nl/fiscaaldossier vindt u een infographic die in een oogopslag laat zien wanneer u nu een fiscale eenheid voor de VPB kunt vormen.

5.4.2 Schuiven met vastgoed

zakelijk

Een bijkomend voordeel van een fiscale eenheid is dat niet wordt getoetst of transacties onderling wel zakelijk zijn. Dit zorgt ervoor dat u in veel gevallen met vastgoed binnen de fiscale eenheid kunt schuiven. Dit schuiven gebeurt vaak om zakelijke redenen, bijvoorbeeld bij reorganisatie van het concern of met het oog op optimalisatie van de onderneming.

Onbelast

verkoopwinst omzetten

Dit kan overigens ook tegen u werken, als u heeft besloten om uw bedrijfspand naar de werk-bv te schuiven en de werk-bv vervolgens te verkopen met behulp van de deelnemingsvrijstelling. U zou hiermee een belaste directe verkoopwinst van het bedrijfspand kunnen omzetten in een onbelaste indirecte verkoopwinst van de aandelen in de werk-bv waarin het bedrijfspand is opgenomen.

binnen zes jaar

De wet bepaalt om die reden dat als u een dergelijke handeling verricht binnen zes jaar nadat u het pand heeft verschoven, u alsnog wordt belast voor de met de verschuiving behaalde boekwinst.

Om onverwachte heffingen te voorkomen, is het verstandig om een fiscalist te raadplegen als u met dergelijke situaties te maken krijgt.

Misbruik

buiten de belastingheffing

straf

Deze regeling werkt als volgt: u draagt bepaalde activa (zoals vastgoed) binnen een fiscale eenheid over aan een speciaal daarvoor opgerichte bv. De boekwinst van de overdracht wordt binnen de fiscale eenheid niet in aanmerking genomen. Vervolgens verkoopt u de aandelen in de nieuw opgerichte bv, waarbij de ‘boekwinst’ op aandelen buiten de belastingheffing blijft op grond van de deelnemingsvrijstelling. Per saldo wordt er dus niets (direct) belast. Om deze reden volgen er sancties als een fiscale eenheid eindigt en er binnen de fiscale eenheid is geschoven met een vermogensbestanddeel met een positieve stille reserve en sindsdien minder dan zes kalenderjaren zijn verstreken. De straf houdt in dat u de activa en passiva waarmee u heeft geschoven, direct voordat de fiscale eenheid wordt opgeheven, op de waarde in het economisch verkeer moet stellen.

Afrekening

gedwongen afrekening

aannemelijk maken

Anders gezegd: over de stille reserve moet de onderneming dan alsnog afrekenen. De gedwongen afrekening is beperkt tot het overgedragen vermogensbestanddeel. Na afrekening moet u het overgedragen vermogensbestanddeel op de waarde in het economisch verkeer stellen. Als u aannemelijk maakt dat de werkelijke waarde ten tijde van de overdracht van het vermogensbestanddeel verminderd met de sindsdien toegepaste afschrijvingen lager was dan de waarde op het ontvoegingstijdstip, mag u van deze lagere waarde uitgaan. Het is dus aan te raden de waarde in het economisch verkeer van de ‘verschoven vermogensbestanddelen’ op dat moment goed vast te leggen; bijvoorbeeld met taxatierapporten.

Nadelen van het vormen van een fiscale eenheid

liquidatie

hoofdelijk ­aansprakelijk

Overweegt u om een fiscale eenheid te vormen, dan moet u ook rekening houden met een paar nadelen. Een fiscale eenheid mag bij de liquidatie van de dochter-bv geen liquidatieverlies nemen. Daarnaast moet u voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) alle investeringen van de bv’s in de fiscale eenheid bij elkaar optellen. Hierdoor bereikt u het maximale investeringsbedrag voor de KIA sneller. Verder is de aansprakelijkheid een groot nadeel. Iedere bv in de fiscale eenheid is hoofdelijk aansprakelijk voor de VPB-belastingschulden van de gehele groep.