5.2 Afschrijving bedrijfsmiddel
matching
In fiscale zin is afschrijving een kostenverdeling. De kosten van een bedrijfsmiddel moet u toerekenen aan de jaren waarin u de opbrengsten verantwoordt. Dit wordt ook wel ‘matching’ genoemd. Volgens de Hoge Raad is het doel van afschrijving het goedmaken van het verlies dat is geleden door de vermindering van de waarde van zaken als gevolg van het gebruik ervan in de onderneming. Afschrijving is daarom niet bedoeld om een lagere verkoopwaarde aan te geven, maar juist de lagere gebruikswaarde voor de bv.
5.2.1 Afschrijven algemeen
technische afschrijving
economische afschrijving
Er bestaan twee vormen van afschrijving: technische en economische afschrijving. Technische afschrijving heeft betrekking op de technische veroudering en slijtage van een bedrijfsmiddel als gevolg van het gebruik. Economische afschrijving hangt samen met het verstrijken van de tijd en de economische ontwikkelingen.
Gezamenlijk
Als de grond en de opstallen in gezamenlijk gebruik zijn bij uw bv, vormen zij samen ook een bedrijfsmiddel. U presenteert deze dan ook gezamenlijk op de balans. U kunt in principe dus niet afzonderlijk afschrijven op een gebouw en de grond.
Grond
niet afschrijven
restwaarde
U kunt niet afschrijven op grond, omdat deze niet in waarde daalt. Dit is anders als de grond wordt gebruikt als productiemiddel. Denk bijvoorbeeld aan landbouw of ertswinning. Bij de afschrijving van het bedrijfsmiddel ‘grond+gebouw’ wordt de residuwaarde bepaald door de restwaarde van het gebouw, samen met de residuwaarde van de grond. Bij gelijkblijvende waarde van de grond schrijft u dus in feite alleen op het gebouw af.
Stijgt de grondwaarde, dan moet u de restwaarde verhogen, waardoor de afschrijvingsmogelijkheid van het pand vermindert. Dit laatste hoeft niet als u kunt aantonen dat de grond bij het einde van de gebruiksduur van het gebouw niet zal worden verkocht, maar dat u op dezelfde plaats een nieuw pand zult bouwen.
5.2.2 Beperking afschrijving op gebouwen
bodemwaarde
WOZ-waarde
Afschrijving op gebouwen is slechts mogelijk voor zover de boekwaarde van het gebouw hoger is dan de bodemwaarde ervan. Voor de afschrijving worden de onderdelen van een gebouw, de bijbehorende ondergrond en de aanhorigheden als één bedrijfsmiddel beschouwd. Voor de VPB is de bodemwaarde gelijk aan de WOZ-waarde van het gebouw. Dit is een verschil met de inkomstenbelasting, want daar bestaat een verschil tussen een gebouw in eigen gebruik en een gebouw ter belegging (zie paragraaf 3.3.2).
De beperking van de afschrijving op gebouwen heeft ook gevolgen voor de vorming van een herinvesteringsreserve (zie paragraaf 3.5). Doordat u minder mag afschrijven op het bedrijfspand zult u minder boekwinst behalen bij de verkoop van het vastgoed.