4.4 Kolommen

Kolommen kunt u op twee manieren verwijderen:

• met geselecteerde kolommen (Remove Columns);
• niet-geselecteerde kolommen verwijderen (Remove Other Columns).

4.4.1 Geselecteerde kolommen verwijderen

delete-toets

De eerste manier is het selecteren van de kolommen die u wilt verwijderen. Vervolgens kunt op de delete-toets van uw toetsenbord drukken om de geselecteerde kolommen te verwijderen. U kunt ook onder het menu-item Home klikken op Remove Columns.

Nadeel

Het nadeel van deze manier van verwijderen van kolommen is dat als u meerdere kolommen in één keer hebt verwijderd het lastig is om één van deze kolommen weer uit de verwijder-stap te halen. U moet hiervoor in de formule de betreffende verwijzing naar de kolom eruit halen of de gehele stap verwijderen en opnieuw de kolommen selecteren die u wilt verwijderen.

tandwieltje

Als u kiest voor de optie Remove Other Columns, heeft u de mogelijkheid om op het tandwieltje naast de stap te klikken en dan kunt u eenvoudig één of meerdere kolommen aan- of uitklikken die u wilt verwijderen. Het is daarom aan te raden om Remove Other Columns als optie te gebruiken als u veel kolommen wilt verwijderen uit een tabel.

4.4.2 Niet-geselecteerde kolommen verwijderen

kolomnamen

Kiest u ervoor om de niet-geselecteerde kolommen te verwijderen, dan krijgt u een keuzemenu te zien met een lijst van alle kolomnamen. U kunt vervolgens de kolommen uitvinken die u niet wilt opnemen in de tabel. Bij de aangemaakte stap kunt u vervolgens op het tandwieltje klikken om de selectie van kolommen opnieuw aan te passen. U vindt de optie onder het menu-item Home onder de knop Remove Columns. Klik vervolgens op het pijltje en kies Remove Other Columns.

bron

Let erop dat u met deze optie alleen kolommen selecteert die u wilt opnemen in een tabel. Als u later nieuwe kolommen vanuit de bron wilt toevoegen, worden deze niet zichtbaar in de tabel. Pas als u de stap Remove Other Columns wijzigt via het tandwiel, kunt u een nieuwe kolom toevoegen.

4.4.3 Kolommen splitsen

scheidingsteken

karakters

kleine letter

hoofdletter

Net zoals in Excel heeft u de mogelijkheid om de inhoud van een cel te splitsen naar meerdere kolommen met de optie Split Columns. Deze optie is vergelijkbaar met de functie Tekst naar kolommen in Excel. In Power BI kunt u de celinhoud op de volgende manieren splitsen:

• By Delimiter (scheidingsteken). U kunt hier één of meerdere scheidingstekens invullen of u kunt kiezen uit de speciale karakters (bijvoorbeeld een tab of non-breaking space).
• By Number of Characters. Hiermee geeft u aan na hoeveel karakters de splitsing moet starten.
• By Positions. U kunt hier door middel van komma’s aangeven na hoeveel karakters er een splitsing moet plaatsvinden. Als u bijvoorbeeld 2, 4, 8 invult, wordt de bestaande kolom in drie kolommen opgesplitst. De eerste kolom geeft de inhoud van de karakters van positie 2 en 3, de tweede kolom de karakters van positie 5 tot en met 7 en de derde kolom bevat alle karakters die vanaf de 8e positie beschikbaar zijn.
• By Lower to Upper Case. Hiermee splitst u de kolommen op het moment dat de karakters van kleine letter naar hoofdletter overgaan.
• By Upper to Lower Case. Hiermee splitst u de kolommen op het moment dat de karakters van hoofdletter naar kleine letter overgaan.
• By Digit to Non-Digit. Hiermee splitst u de kolommen op het moment dat de karakters van cijfer naar tekst overgaan.
• By Non-digit to Digit. Hiermee splitst u de kolommen op het moment dat de karakters van letter naar cijfer overgaan.

advanced 
options

Als u klikt op Advanced Options, kunt u kiezen of u de celinhoud wilt opbreken in verschillende kolommen of rijen.

4.4.4 Kolommen samenvoegen

merge 
column

formulebalk

U kunt kolommen samenvoegen met de Merge Columns -knop (1). Optioneel kunt u onder het kopje Separator een scheidingsteken toevoegen (2), bijvoorbeeld een spatie of een komma om de verschillende waarden te onderscheiden. U selecteert hiervoor eerst de kolommen die u wilt samenvoegen door de CTRL-toets ingedrukt in te houden en twee of meerdere kolomnamen aan te klikken. De volgorde waarin u de kolommen selecteert is de volgorde waarop de samenvoeging plaatsvindt. U kunt de volgorde eventueel nog wijzigen door in de formulebalk de volgorde van de kolomnamen te wijzigen (3).