8.2 Vergrijpboete
verwijtbaar handelen
Een verzuimboete wordt opgelegd als u niet of niet tijdig voldoet aan uw verplichtingen als belastingschuldige. Als er sprake is van verwijtbaar handelen, zoals grove schuld of opzet, kan de Belastingdienst een vergrijpboete opleggen. Bij grove schuld gaat het om onzorgvuldig of verwijtbaar slordig handelen. U had zich in dat geval bewust moeten zijn van die fout.
willens en wetens
Opzet is zwaarder, omdat u dan willens en wetens iets fout heeft gedaan met het doel om niet of niet tijdig belasting te betalen. Bij een vergrijpboete moet de fiscus bewijzen dat er sprake is van grove schuld of opzet.
Boete verhogen
reageren
Bij grove schuld krijgt u een boete van 25%. Zoals u hiervoor kon lezen is opzet zwaarder. De boete bedraagt dan 50%. Daarnaast kijkt de inspecteur of er redenen zijn om de boete te verhogen of te verlagen. U riskeert bijvoorbeeld een hogere boete als het niet de eerste keer is dat er sprake is van een vergrijp. Voordat de fiscus een vergrijpboete oplegt, krijgt u altijd eerst een brief. U heeft dus nog tijd om te reageren.
Heeft u vermogen in box 3 van de IB verzwegen, dan bedraagt de boete 75% bij grove schuld, 150% bij opzet en 300% bij ernstige fraude of recidive.
Vergrijpboete na verzuimboete
nieuwe informatie
De Belastingdienst kan alsnog een vergrijpboete opleggen als later blijkt dat er sprake is van opzet of grove schuld. Hiervoor moet de fiscus na het opleggen van de betaalverzuimboete wel nieuwe informatie krijgen. Daarnaast moet de informatie voldoende zijn om een vergrijpboete op te leggen. Het bedrag van de verzuimboete komt dan in mindering op de vergrijpboete.