8.1 Verzuimboete
onvolledige aangifte
De Belastingdienst hanteert strikte regels voor de heffing en invordering van belasting. Voldoet u niet aan de regels, dan kunt u te maken krijgen met een aangifteverzuim of betaalverzuim. U riskeert dan een verzuimboete. De fiscus gaat uit van een aangifteverzuim als:
- u de aangifte te laat of helemaal niet indient; of
- u een onjuiste of onvolledige aangifte doet.
Betaalt u niet op tijd, dan heeft u een betaalverzuim gepleegd. In dit themadossier ligt de focus op de invordering van belastingen en dus komen alleen de gevolgen bij een betaalverzuim in dit hoofdstuk aan bod. De betaalverzuimboetes die gelden voor aanslagbelastingen en aangiftebelastingen worden afzonderlijk behandeld (zie paragraaf 2.2).
8.1.1 Aanslagbelasting
stelselmatig
binnen zes weken
De ontvanger kan bij het niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig betalen van een aanslag een verzuimboete opleggen. Hij doet dit alleen bij stelselmatig niet (tijdig) betalen van een aanslag. De boete bedraagt maximaal € 5.514 (per verzuim). De Belastingdienst baseert deze boete op het bedrag dat u eigenlijk had moeten betalen. U moet de boete betalen binnen zes weken na dagtekening van de boetebeschikking.
Bent u het niet eens met de opgelegde boete, dan kunt u binnen zes weken bezwaar maken. In het stappenplan op rendement.nl/fiscaaldossier leest u onder meer hoe u een fiscale procedure start, welke termijnen gelden en wat de vervolgstappen zijn als uw bezwaar wordt afgewezen.
8.1.2 Aangiftebelasting
afwijkende regels
Er gelden afwijkende regels voor een verzuimboete bij het te laat, niet of te weinig betalen van een aangiftebelasting zoals de BTW en de loonheffingen.
Coulancetermijn
aangiftetijdvak
kalenderdagen
De boete kunt u voorkomen door een betaling binnen de coulancetermijn. De betaling van BTW of de loonheffingen moet in principe voor de uiterste betaaldatum plaatsvinden. Dat is bij een aangiftebelasting binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak. De Belastingdienst hanteert echter nog een zogenoemde coulancetermijn. Uw betaling valt binnen deze coulancetermijn als de betaling bij de Belastingdienst binnenkomt binnen zeven kalenderdagen na de uiterste betaaltermijn.
Of u voor het te laat betalen een boete krijgt, hangt af van twee factoren: u betaalt binnen of buiten die coulancetermijn én of uw betaling over het vorige tijdvak op tijd was.
Te laat
verzuim-mededeling
na coulancetermijn
deels na coulancetermijn
Betaalt u de aangiftebelasting te laat, dan zijn er maar een paar mogelijkheden:
- U betaalt te laat, maar wel binnen de coulancetermijn en de vorige aangifte betaalde u op tijd en volledig. U krijgt dan alleen een verzuimmededeling.
- U betaalt te laat, maar wel binnen de coulancetermijn. U betaalde de vorige aangifte wel te laat of niet volledig. Het maakt daarbij niet uit of de betaling maar een dag te laat is of een gedeelte van het bedrag is betaald. U krijgt dan een betaalverzuimboete van 3% van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514.
- U betaalt na de coulancetermijn. Ook als u de vorige keer wel op tijd was, volgt er altijd een boete van 3% van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514.
- U betaalt te laat en deels binnen en deels na de coulancetermijn. U krijgt een betaalverzuimboete van 3%, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514. Dit geldt ook voor het bedrag dat u binnen de coulancetermijn heeft betaald.
Samenloop van aangifte- en betaalverzuim
U kunt zowel voor een aangifteverzuim als een betaalverzuim een boete krijgen. De Belastingdienst stelt deze aangifte- en betaalverzuimen los van elkaar vast. Hierdoor is het mogelijk dat u voor hetzelfde tijdvak twee verschillende boetes krijgt. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als u te laat aangifte BTW of loonheffingen doet en daarnaast te weinig belasting betaalt.
Naheffingsaanslag
De Belastingdienst controleert automatisch of uw aangifte en betaling op tijd zijn ontvangen. Daarnaast kijkt de fiscus of uw betaling overeenkomt met de ingediende aangifte. Betaalt u niet of te weinig, dan legt de fiscus een naheffingsaanslag op. Tegelijk met deze naheffingsaanslag ontvangt u een betaalverzuimboete van 3% van het niet-betaalde bedrag met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514. U krijgt deze boete, omdat uw betaling van de naheffingsaanslag plaatsvindt buiten de coulancetermijn. Is er een gedeelte wel betaald maar te laat, dan krijgt u een betaalverzuimboete over het totale bedrag van de aangifte.
Correcties en verzuimboete
verplicht
suppletie-aangifte
Als u bij een aangiftebelasting ontdekt dat u te weinig heeft aangegeven en dus te weinig heeft betaald, bent u verplicht die fout te corrigeren. Bij de loonheffingen gaat dat via een correctiebericht en bij de BTW om een suppletieaangifte. In beide gevallen bent u verplicht om te corrigeren als u de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig heeft afgedragen.
Afwezigheid van alle schuld niet bewezen
overtuigen
één dag te laat
U krijgt geen boete van de fiscus bij afwezigheid van alle schuld (AVAS). In dat geval heeft u er alles aan gedaan om de aangifte of de betaling te verzorgen. U moet echter van goeden huize komen om de rechter hiervan te overtuigen. In een zaak bij Gerechtshof Arnhem had een maatschap het belastingbedrag op 27 februari via een elektronische betalingsopdracht overgeboekt op de rekening van de Belastingdienst. Het bedrag was afgeschreven met boekdatum 28 februari, maar pas op 1 maart bijgeschreven op de bankrekening van de fiscus. Dat was één dag te laat. Het hof vond dat de maatschap niet alle zorg had betracht om te zorgen dat de betaling op tijd zou zijn. De maatschap had tot het allerlaatste moment gewacht om een betalingsopdracht te doen. Er was dus geen enkele marge voor als er iets mis zou gaan. De Belastingdienst had de verzuimboete terecht opgelegd.
vrijwillig verbeteren
De Belastingdienst legt geen boete op als de totale correcties op jaarbasis niet meer zijn dan € 20.000 of minder dan 10% van het bedrag dat u eerder over het tijdvak heeft betaald. U moet de fout wel vrijwillig verbeteren. Valt de correctie niet binnen deze grenzen, dan krijgt u een verzuimboete van 5% van het gecorrigeerde bedrag met een maximum van € 5.278.
Als de Belastingdienst zelf achter de onjuiste aangifte en niet-betaling komt, is er geen sprake meer van vrijwillige verbetering. De Belastingdienst kan dan een verzuimboete opleggen van 10% van het niet-betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514.