U bent hier

3.2 Taken van het bestuur

Laatst gewijzigd: mei 2021

Volgens de wet is het bestuur bevoegd de stichting of de vereniging te vertegenwoordigen. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur is altijd algemeen. Het is bevoegd tot alle handelingen, tenzij de wet beperkingen stelt. Een stichting mag bijvoorbeeld geen registergoederen verhandelen, tenzij dit in de statuten staat vermeld.

Vertegenwoordiging

onbehoorlijk bestuur

Het bestuur van een stichting of vereniging is belast met het besturen van die organisatie, tenzij de statuten anders bepalen. Het vertegenwoordigt de organisatie in het maatschappelijk verkeer. De vertegenwoordiging kan statutair toegekend worden aan één of meer bestuurders. Die vertegenwoordiging kan zelfs alleen maar een ceremoniële rol zijn. Let op dat u ook in dat geval bij mogelijk onbehoorlijk bestuur aansprakelijk kunt worden gesteld (zie hoofdstuk 7).

informatieplicht

Als er ernstige twijfel is of het bestuur van een stichting de wet of de statuten wel goed naleeft, kan het Openbaar Ministerie in eerste instantie om informatie vragen. Voldoet het bestuur niet naar behoren aan deze informatieplicht, dan kan de rechter worden ingeschakeld om verdere stappen te ondernemen. Het toezicht op het bestuur van een vereniging gebeurt door de algemene ledenvergadering en/of een RvT (zie hoofdstuk 8).

Jaarrekening

jaarrekening

inzagetermijn

kascommissie

De meeste organisaties vallen onder de eenvoudige regelgeving wat de jaarrekening betreft. Het bestuur moet de jaarrekening zes maanden na afloop van het boekjaar opstellen en deze ter inzage neerleggen. Alle bestuursleden moeten de jaarrekening ondertekenen. Dit geldt ook voor eventuele toezichthouders. Alleen onder opgave van redenen mag een handtekening ontbreken. Binnen één maand na afloop van de inzagetermijn, die statutair is vastgelegd, moet de jaarrekening worden vastgesteld. Dit gebeurt ook door een orgaan dat door de statuten is bepaald. Heeft u hierover niets in de statuten opgenomen, dan wordt de bevoegdheid toegekend aan de toezichthouders en bij het ontbreken hiervan aan de bestuurders. Bij verenigingen moet u de jaarrekening laten controleren door de kascommissie, tenzij er een raad van commissarissen of een controlerend accountant is aangesteld. Deze kascommissie bestaat uit minstens twee leden, die geen bestuurslid zijn.

Uw organisatie valt onder de eenvoudige regelgeving als uw balanstotaal kleiner is dan € 4,4 miljoen, de netto-omzet kleiner is dan € 8,8 miljoen en u minder dan 50 werknemers in dienst heeft.

Vermogen stichting

vermogen

Het bestuur is verantwoordelijk voor het vermogen van de stichting. Als het vermogen niet toereikend is voor het bereiken van het doel of het doel blijkt onbereikbaar te zijn, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende of het Openbaar Ministerie de stichting ontbinden. Dit kan ook het geval zijn als het doel is bereikt en wijziging van de statuten niet zinvol is.

Loondienst

ANBI-status

vergader-vergoeding

uitkering 
zonder tegenprestatie

U kunt als bestuurder van een stichting met de ANBI-status niet in loondienst zijn van die stichting. Eén van de voorwaarden hiervoor luidt dat een bestuurder niet meer mag ontvangen dan een vergadervergoeding. Als oprichter of bestuurder van een stichting kunt u wel een onkostenvergoeding krijgen voor de werkzaamheden die u voor de stichting verricht. Zolang er tegenover de uitkering maar een tegenprestatie staat, is er niets aan de hand. De uitzondering op deze regel is dat de stichting een uitkering zonder tegenprestatie aan personen die niet aan de stichting zijn verbonden mag verrichten als deze uitkering een ideëel of sociaal karakter heeft. Denk hierbij aan ondersteuning van zwervers of armlastigen.

Een directeur kan wel in loondienst van een stichting zijn en een salaris ontvangen. Voor de hoogte van het salaris zijn geen richtlijnen. Maar kijkt u wel uit dat het salaris niet te hoog is. Donateurs of subsidieverstrekkers zouden dan wel eens minder gul kunnen worden.