U bent hier

10.1 Het trekken van grenzen

Laatst gewijzigd: mei 2021

De grenzen tussen vrijwillig en betaald werk worden vooral bepaald door de zwaarte – fysiek en mentaal en in tijdsduur – en de verantwoordelijkheid. Bovendien zijn vrijwilligers vooral intrinsiek gemotiveerd. Ze doen het werk omdat ze het leuk of belangrijk vinden of allebei. De grenzen tussen vrijwillig en betaald werk worden daarnaast bepaald door de afspraken die de organisaties waarvoor vrijwilligers werken met hen maken.

10.1 .1 Nakomen van afspraken

Afspraken die over grenzen worden gemaakt, leven vrijwilligers niet altijd na. Vooral in de zorg zien vrijwilligers dat beroepskrachten het druk hebben en willen cliënten graag zo goed mogelijk helpen. Daardoor roepen ze niet altijd een beroepskracht in bijvoorbeeld als het gaat om hulp bij eten geven of toiletbezoek. Of omgekeerd zijn het juist de beroepskrachten die bewust of onbewust rekenen op de inzet van vrijwilligers. Maar veel van dit soort handelingen is niet zonder risico. Blijf hier dus attent op.

10.1.2 Zorg- en dienstverlening

voorbehouden handelingen

BIG-register

De grens van handelingen en werkzaamheden in de zorg- en dienstverlening ligt meestal bij de uitvoering van zogeheten voorbehouden handelingen die vallen onder de wet BIG. Iemand die dit soort handelingen uitvoert, moet over de benodigde kennis en ervaring beschikken. De uitvoerders zijn zelf ook verantwoordelijk voor hun handelen. Ze zijn opgenomen in het BIG-register. Er zijn vrijwilligers in de zorg die over een BIG-registratie beschikken. Toch hebben de meeste zorgorganisaties liever niet dat zij voorbehouden handelingen uitvoeren. Dat schept onduidelijkheid met vrijwilligers die dat niet kunnen en/of mogen.

Aan de andere kant kunnen organisaties juist ook de gelegenheid aangrijpen om bepaalde werkzaamheden die door een vrijwilliger worden uitgevoerd als norm te hanteren en deze in het vervolg door alle vrijwilligers te (willen) laten uitvoeren.

10.1.3 Juridisch

Juridisch zijn er in feite geen beperkingen om vrijwilligers in te zetten. Organisaties maken zelf keuzes en dragen daarvoor de verantwoordelijkheid. Belangrijk is dus dat organisaties bewuste keuzes maken en zorg dragen voor goede naleving. Dit speelt vooral een rol als er knelpunten ontstaan. De verzorgenden zijn dan bang dat hun beroepsgroep in het gedrang komt en werkzaamheden moeten overdragen en de vrijwilligers zijn bang dat ze te veel taken krijgen en te weinig instructies en begeleiding. De vraag is daarbij of de angst van de diverse betrokkenen, waaronder ook organisaties die bang zijn voor aansprakelijkheid, moet leiden tot een striktere taakafbakening.

Wat mogen vrijwilligers wel en niet?

zorg­­handelingen

In de Limburgse stichting voor gehandicaptenzorg SGL werken bijna net zoveel vrijwilligers als betaalde werknemers. Vrijwilligers mogen geen zorghandelingen verrichten die professionele deskundigheid vereisen. Maar wat mogen ze dan wél? Die vraag leeft overigens niet alleen bij de vaste werknemers, maar ook bij de vrijwilligers zelf.

Een mooi voorbeeld van zo’n situatie is de cliënt met de ziekte van Duchenne die wat vaker in zijn rolstoel naar buiten wilde. Hiervoor werd een buddy gezocht die op vrijwillige basis wekelijks met hem op stap wilde. Uiteindelijk werd een aio geneeskunde bereid gevonden dit te doen. Ze stelden een plan op, de vrijwilliger werd ingewerkt en volgde een cursus uitzuigen om in noodgevallen de luchtpijp van de cliënt vrij te maken. Maar bij de werknemers was veel scepsis aanwezig. Zij vroegen zich af of de werkzaamheden niet te zwaar waren en of de studente wel genoeg was voorbereid. Pas na uitvoerige gesprekken en ontmoetingen zag iedereen in dat de studente bekwaam was en haar werk heel serieus aanpakte. Toen kregen ze er vertrouwen in.

Benoem de grenzen

beroeps­­krachten

Voor iedere organisatie die met vrijwilligers werkt, is het van belang grenzen te benoemen, zeker als in dezelfde organisatie ook beroepskrachten werkzaam zijn. Maar ook als er regelmatig contacten zijn met organisaties die hoofdzakelijk of alleen met beroepskrachten werken. Als in uw organisatie duidelijk is wat van vrijwilligers verwacht kan worden, dan weten de - vrijwillige én betaalde - werknemers waar ze aan toe zijn.

Spanningsveld

Als beroepskrachten samenwerken met vrijwilligers kunnen er spanningen en problemen ontstaan. Voorbeelden van mogelijke problemen zijn:

  • De vrijwilliger neemt in zijn enthousiasme meer taken op zich, waardoor de grens tussen vrijwilligerswerk en betaald werk verschuift.
  • De beroepskracht kan weinig eisen stellen aan de vrijwilliger.
  • De vrijwilliger en de beroepskracht verschillen van inzicht over de werkmethode.
  • De vrijwilliger heeft dankzij zijn achtergrond of opleiding meer kennis van en ervaring met het werk dan de beroepskracht.

Wees alert op signalen die wijzen op problemen tussen de betaalde kracht en de vrijwilliger. Een vrijwilligerscoördinator kan de vrijwilliger ondersteunen en begeleiden en hem helpen eventuele problemen en spanningen weg te nemen.