1.3 Wat te doen tegen de krapte?
deeltijdwerken
Zonder antwoord op de hiervoor genoemde vraagstukken, komt de huidige welvaart onder druk te staan. Om de krapte dragelijker te maken, zou het een optie zijn om te proberen het gemiddeld aantal uren dat werknemers werken te verhogen. Nederland is namelijk kampioen deeltijdwerken. In geen enkel ander land in de Europese Unie werken zowel mannen als vrouwen meer in deeltijd dan in Nederland.
Met z’n allen een aantal uren meer per week werken lijkt dus een oplossing voor de krapte. Maar de gemiddelde werkweek in Nederland schommelt al sinds 2000 rond de 31 uur per week. De deeltijdcultuur lijkt in onze genen te zitten en dat is niet gemakkelijk te veranderen.
1.3.1 Technologie als antwoord
Door de technologische vooruitgang lijkt het werk van nu niet meer op het werk van 100 jaar geleden. De grootste bijvangst van de opkomst van de industrialisering in Europa was een explosieve groei van de arbeidsproductiviteit, wat de basis is geweest voor de welvaart die er nu is.
Digitaliseringsgolf
robotisering
automatisering
Volgens experts zijn we door de digitaliseringsgolf aanbeland in de vierde industriële revolutie, waarin onder meer kunstmatige intelligentie, robotisering en het ‘internet of things’ (objecten verbonden met internet) een steeds belangrijkere rol gaan spelen in het werk. Eerst was er angst dat robots en machines het werk van mensen over zouden nemen. Dit lijkt nu mee te vallen. Er zijn wel banen verdwenen door automatisering en andere banen zullen nog verdwijnen. Tegelijkertijd zijn er volledig nieuwe banen bijgekomen. Op de lange termijn is het nog onduidelijk welk effect op de werkgelegenheid uiteindelijk groter zal zijn, hoewel er momenteel meer banen bijkomen dan verdwijnen.
Positief effect voor productiviteit
arbeidsproces
De sleutel voor de Nederlandse arbeidsmarkt ligt dus mogelijk in het arbeidsproductiviteit verhogende effect van nieuwe technologie. Zeker als in de toekomst robots en machines een veelvoud aan taken van mensen gaan overnemen. Als deze nieuwe technieken uiteindelijk overal in het arbeidsproces ingezet worden, zal dit zeker leiden tot een positief effect op de arbeidsproductiviteitsgroei.
1.3.2 Waar blijft de technologische arbeidsproductiviteit?
Het is onduidelijk waarom technologische ontwikkelingen de afgelopen decennia nog niet hebben bijgedragen aan de arbeidsproductiviteitsgroei. Het is wel duidelijk dat Nederland hier niet uniek in is.
Dienstensector
Om te beginnen, kan het te maken hebben met de verdienstelijking van de Nederlandse economie. In Nederland maakt, net als in andere westerse landen, de dienstensector een steeds groter onderdeel uit van de economie. Ondertussen werkt 56% van de werkenden in de commerciële dienstverlening en 28% in de publieke dienstverlening. Historisch gezien werden de grootste productiviteitswinsten altijd in productieomgevingen geboekt, waar nu nog slechts 16% van de mensen werkt. Ook bestaat een steeds groter deel van onze economie uit sectoren met een lage productiviteitsgroei, zoals de zorg.
Uitvindingen
innovatie
Het zou ook kunnen dat de uitvindingen van het begin van de twintigste eeuw, zoals elektriciteit, auto’s en telefonie, verhoudingsgewijs veel meer impact op het dagelijks leven hebben gehad dan de recentere innovaties. De eerdere perioden van extreme arbeidsproductiviteitsgroei zouden dan uitzonderingen kunnen zijn.
techreuzen
Toch lijkt deze conclusie niet te kloppen. Er blijken grote verschillen te ontstaan tussen koplopers en achterblijvers. Een paar organisaties – zoals internationale techreuzen – zetten de toon en opereren ook nog eens in nieuwe markten, waarbij een principe van ‘the winner takes it all’ lijkt te gelden. De ‘winst’ centraliseert zich dus en Nederland plukt daar niet de vruchten van. Een laatste logische verklaring kan zijn dat het veel tijd en geld kost om nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie op grote schaal toe te passen.
Bij digitale technologie is er een overgangsperiode van het oude naar het nieuwe verdienmodel. Er zijn twee verdienmodellen tegelijk en er is dan nog geen echte ‘productiviteitswinst’ of echte winst. Dat komt pas als het hele bedrijfsmodel is omgezet naar de nieuwe technologie.