6.1 Artikel 27: instemmingrecht
pensioen
In de praktijk moet uw bestuurder veel met uw OR overleggen en samenwerken, ook als er een cao is. Het is dus belangrijk dat u precies weet welke instemmingsplichtige onderwerpen zijn vastgelegd in artikel 27 lid 1 WOR.
6.1.1 Lid 1 sub a: pensioen, winstdeling of spaarregeling
Vroeger was het instemmingsrecht bij pensioen beperkt tot pensioenverzekeringen: regelingen via een verzekeringsmaatschappij of premiepensioeninstelling (PPI). Sinds 1 oktober 2016 is er echter een hoop veranderd waardoor het instemmingsrecht op pensioen simpeler is geworden.
Let op: in geval van een bedrijfstakpensioenfonds heeft uw ondernemingsraad geen instemmingsrecht. Ook kan de cao uw instemmingsrecht beperken als het om pensioen gaat. Sla die er dus altijd op na!
contract
Zo heeft uw OR per 1 oktober 2016 volledig instemmingsrecht op de pensioenovereenkomst (de pensioenregeling), onderdelen van de uitvoeringsovereenkomst en de keuze voor een (nieuwe) pensioenuitvoerder. Let op: uw instemmingsrecht geldt ook als het contract met de pensioenuitvoerder verloopt en uw bestuurder het wil verlengen.
Instemmingsrecht pensioen per 1 oktober 2016
tools
Door de wetswijziging heeft uw OR sinds 1 oktober 2016 instemmingsrecht op:
- het opstellen, wijzigen of stopzetten van de pensioenovereenkomst, ook als het om kleine wijzigingen gaat;bepalingen uit de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst;de keuze van de werkgever om het pensioen onder te brengen bij een andere pensioenuitvoerder.
Op rendement.nl/ordossier vindt u handige tools met het uitgebreide overzicht van de wijzigingen.
Winstdeling- of spaarregeling
spaarloon
Volgens artikel 27, lid 1a WOR heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht als de bestuurder een spaarregeling of winstdelingsregeling voor de werknemers wil vaststellen, intrekken of wijzigen. De mogelijkheden voor een fiscaalvriendelijke bedrijfsspaarregeling zijn echter niet groot meer: de spaarloonregeling is vervallen en de levensloopregeling wordt afgebouwd. Een winstdelingsregeling is echter nog steeds mogelijk.
6.1.2 Lid 1 sub b: arbeids- en rusttijden en vakantie
rusttijden
systematiek
opleidingsbeleid
Onder arbeidstijdenregelingen vallen regelingen voor arbeids- en rusttijden, ploegendiensten, dienstroosters, overwerk en variabele werktijden. Het instemmingsrecht heeft geen betrekking op het aantal uren dat werknemers draaien. Dat is immers de arbeidsduur en die verschilt per werknemer. Uw instemmingsrecht is niet van toepassing bij de bepaling van het aantal vakantiedagen. Het moet om een regeling gaan, zoals de manier waarop de organisatie de roosters opstelt of een collectieve vakantieregeling. Staat er niets in de cao, dan moet de bestuurder uw instemming vragen.
6.1.3 Lid 1 sub c: beloning en functiewaardering
De OR heeft instemmingsrecht over de systematiek die de werkgever hanteert bij het vaststellen van de beloningen en het waarderen van functies. Vaak hangen deze systemen samen, omdat de zwaarte van de functie in principe sterk bepalend is voor de hoogte van de beloning. Over de individuele beloning en functiezwaarte van werknemers heeft de OR niets te zeggen.
6.1.4 Lid 1 sub d: arbo, verzuim en re-integratie
RI&E
Alle regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en re-integratie zijn instemmingsplichtig. Onderwerpen die daaronder vallen zijn in ieder geval:
- de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E);
- het bijbehorende plan van aanpak;
- het verzuim- en re-integratiebeleid;
- de organisatie van interne arbozorg;
- de bedrijfshulpverlening (bhv);
- de preventiemedewerkers;
- de persoonlijke beschermingsmiddelen.
commissies
Het recht op dit gebied gaat heel ver, omdat feitelijk alle besluiten die gevolgen kunnen hebben voor de arbeidsomstandigheden van werknemers eerst langs de OR moeten. Het arbo- en ziekteverzuimbeleid neemt daarom een belangrijk deel van het OR-werk in beslag. Niet voor niets hebben veel OR-en hiervoor aparte commissies ingesteld.
Daarnaast heeft de OR apart instemmingsrecht op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk. Dit valt ook onder het arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid.
6.1.5 Lid 1 sub e: aanstelling, ontslag- en bevorderingsbeleid
onstslagbeleid
Hierbij kunt u denken aan besluiten met betrekking tot sollicitatieprocedures, regelingen over tijdelijke en vaste aanstellingen, het ontslagbeleid en interne promotieregelingen. Belangrijk hierbij is dat de OR geen instemmingsrecht heeft over individuele besluiten, maar alleen over het beleid op dat gebied. Dat is soms wel een beetje een schemergebied, want bepaalde gebruiken en vaste werkwijzen staan vaak niet op papier. Hierdoor kan het voor u lastig zijn om een duidelijk beleid aan te wijzen waarover de raad iets mag zeggen.
Anders is het natuurlijk als de cao de regels bepaalt of zegt dat de werkgever in overleg met de ondernemingsraad dit beleid moet invullen.
6.1.7 Lid 1 sub f: personeelsopleiding
De OR heeft instemmingsrecht over het opleidingsbeleid van de organisatie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan hoe de organisatie vaststelt wanneer welke werknemers een opleiding mogen of moeten volgen. Ook studieverlof en een terugbetalingsregeling zijn instemmingsplichtig. Als het opleidingsbeleid van uw organisatie een structureel karakter heeft, heeft u bovendien instemmingsrecht over de vaststelling van het opleidingsbudget.
6.1.8 Lid 1 sub g: personeelsbeoordeling
criteria
werksituatie
Elke werknemer verdient een eerlijke beoordeling. Het beleid daarvoor is daarom instemmingsplichtig. De OR kan de manier van beoordeling toetsen op de gehanteerde criteria, de schriftelijke vastlegging, de gevolgen van de beoordeling en bezwaarmogelijkheden van de werknemer. Dit punt hangt overigens samen met functiewaarderingssystemen.
6.1.9 Lid 1 sub h: bedrijfsmaatschappelijk werk
periodiek overleg
Bedrijfsmaatschappelijk werk is gericht op het oplossen van problemen die voortkomen uit de werksituatie. Het gaat om hulpverlening door beroepskrachten in een vertrouwensrelatie waar de werknemer gebruik van maakt. U moet instemmen met het besluit om van de diensten van een bedrijfsmaatschappelijk werker gebruik te maken, maar ook met de werkwijze en plaats in de organisatie van de functionaris.
6.1.10 Lid 1 sub i: werkoverleg
klachtregeling
Uw OR heeft instemmingsrecht op elke regeling die betrekking heeft op een vorm van periodiek overleg tussen werknemers en hun eigen leidinggevenden. U heeft instemmingsrecht omdat het werkoverleg een significante bijdrage kan leveren aan de directe beïnvloeding door werknemers op hun werk, hun werkomstandigheden en hun onderlinge werkverhoudingen.
6.1.11 Lid 1 sub j: behandeling van klachten
privacy
Werknemers kunnen via een klachtenregeling een onrechtvaardige behandeling in de werksituatie aan de orde stellen. De OR is niet bevoegd deze klachten inhoudelijk te beoordelen, maar kan wel waken over een zorgvuldige procedure. Daarom moet de bestuurder instemming vragen aan de OR als hij een besluit wil nemen over een klachtenregeling.
6.1.12 Lid 1 sub k: bescherming persoonsgegevens
AVG
Bescherming van privacy en persoonsgegevens wordt steeds belangrijker. Hoe de werkgever deze gegevens verwerkt en beschermt, is onderwerp van instemming. Wil de werkgever bijvoorbeeld een elektronische prikklok gaan gebruiken of telefoongesprekken opnemen, dan is uw instemming vereist. Let ook op hoe persoonsgegevens in administratieve systemen worden opgenomen en beschermd.
Nieuwe regels gegevensbescherming in 2018
Op 25 mei 2018 gaat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in en vervangt de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). De nieuwe regels zijn een stuk strenger en de boetes flink hoger. Let dus goed op hoe persoonsgegevens in administratieve systemen worden opgenomen en beschermd. Kijk op rendement.nl/ortools voor een handig traject met tools over de AVG.